zaterdag 31 december 2011

Ik snap er geen knal van.

Vroeger, in mijn jeugd, kwam het wel eens voor dat er op oudejaarsavond rond een uur of elf een harde knal was te horen, buiten op straat. 'Zo,' zei mijn vader dan. 'die zijn er al vroeg bij.' Na die ene, enkele knal was het dan rustig totdat precies om 12 uur de hel losbrak en overal het vuurwerk werd ontstoken. Dat duurde dan een half uur, een uurtje misschien en daarna werd het al snel rustig. De mensen hadden in de jaren vijftig gewoon het geld niet om er urenlang op los te knallen.

Ach.... het was nu eenmaal traditie en zolang het niet erger werd dan zo.....

Het werd erger. Nu is het al heel normaal dat al maanden voordat de vuurwerkverkoop officieel begonnen is, de eerste knallen op straat zijn te horen. Ze worden ieder jaar luider, lijkt het wel, en met een honderdklapper kun je al lang niet meer voor de dag komen. De klappen worden nu in duizendtallen geteld. Ondanks de crisis worden ook dit jaar de recordcijfers voor de aankopen weer verbroken.

Het vreemde is dat, wanneer ik er met anderen over praat, de mensen altijd zeggen: 'ìk geef daar mijn goede geld niet aan uit, hoor.' of 'van mij zit er geen rotje bij.' of 'van mij mogen ze het vandaag nog afschaffen.' Waar komen dan toch al die knallen vandaan?

Het is vreemd........... heel vreemd!

donderdag 29 december 2011

24.999

Vandaag ben ik precies 24.999 dagen oud. Dat wordt nog spannend. Zal ik het gaan halen, die 25.000 dagen? Ik zal bijzonder voorzichtig zijn in het verkeer, behoedzaam de trap op en af lopen en er voor zorgen dat ik geen kou vat. Met een beetje geluk ben ik dan morgen vijfentwintigduizend dagen oud (als je het voluit schrijft, lijkt het nog meer!). Ik vier het in stilte, maar zal er wel even bij stil staan en mij verbazen......

woensdag 21 december 2011

Weg met Het Buikje! (13)

Het is voorbij en ik kan de balans opmaken. Spieren en uithoudingsvermogen zijn wel wat toegenomen in die vier weken sportschool. En het buikje.......


Ik vond het eigenlijk best wel leuk, maar niet leuk genoeg om het te blijven doen. Het is wel mooi geweest zo.

En die foto's...... die zijn natuurlijk echt! Net zo echt als de voor en na foto's in de advertenties voor slankelijnmiddelen ;-)

woensdag 14 december 2011

Weg met Het Buikje! (12)

De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens, zegt het spreekwoord. Iemand vertelde me dat in de eerste weken van januari de parkeerplaats van de sportschool altijd helemaal vol staat. De weken daarop wordt dat al snel minder en na een paar maanden is er weer ruimte te over om te parkeren. Toen begreep ik ook waarom de sportschool uitgerekend in november met die verleidelijk voordelige aanbieding was gekomen.

Tot voor kort moest je altijd een jaarabonnement nemen, zodat je na een paar weken intensief zwoegen met een zeer duur betaalde kaart bleef zitten en daarna nog maar heel af en toe met toenemende weerzin richting sportschool toog, alleen nog maar omdat het toch wel zonde was van dat geld. Dat is nu gelukkig voorbij, je kunt per maand opzeggen. Dat zal de sportscholen ongetwijfeld veel inkomsten kosten.

Ik speelde met het idee zo'n professioneel roeiapparaat tweedehands aan te schaffen en vond er één op Marktplaats. Een kwartier of een halfuurtje per dag roeien op zo'n apparaat, dat moet toch op te brengen zijn, dacht ik. Ik deed een bod en toch wel wat onverwacht kon ik het ding krijgen voor die prijs, een dikke 500 euri. Maar toen bedacht ik dat ik me ook al ontelbare malen had voorgenomen iedere dag de yoga zonnegroet te doen. Dat kost ook niet meer dan een kwartiertje, maar het is me niet gelukt het meer dan een paar dagen vol te houden. De kans dat mijn dure apparaat binnen de kortst mogelijke tijd zou staan weg te kwijnen, was levensgroot. Keukenmachines en hometrainers hebben met elkaar gemeen dat ze meestal binnen de kortste tijd in het aanrechtkastje, respectievelijk onder het bed belanden. Niet doen dus. Ik ga van de zomer wel weer eens een keer ècht roeien, op de vijver van Oud Valkeveen, met de kleinkinderen.

maandag 12 december 2011

zaterdag 10 december 2011

Weg met Het Buikje! (10)

Wanneer ik mij 's morgens in alle vroegte op mijn fietsje naar de sportschool begeef zie ik hen zitten bij de oude haven. Langs de waterkant, ineengedoken, verpakt in dikke kleding en zittend op een krukje waarop een normaal mens het nog geen tien minuten zou uithouden. In hun handen, of vaker op een standaard naast hen, rust een lange stok. Bewegingloos staren ze naar iets dat, voor mij onzichtbaar, daar ergens op het water moet drijven.

'Is dat leuk?' vraag ik mij dan af. Je moet thuis toch wel een verschrikkelijk slecht huwelijk hebben wil je al die ontberingen, kou, regen, verveling, prefereren boven de knusse warmte van een gezellige huiskamer. Die vissen vinden het vast ook niet leuk. Denken ze een lekker hapje te kunnen scoren, worden ze met bruut geweld aan een lijntje uit hun element gesleurd. Plaatsvervangend voel ik even de pijn van een scherpe haak door mijn bovenlip.

Even later zit ik op de roeitrainer. Bijna automatisch maak ik de lange slagen die mij geen meter verder brengen. Hoewel? Mijn conditie gaat wel degelijk vooruit. Had ik in het begin halverwege de twee kilometer al moeite het vol te houden, nu plak ik er zo maar nog een kilometertje tegenaan en ga daarna nog een stukje stevig 'wandelen'. Als ik in mijn benen knijp voel ik stevige spieren, mijn bovenarm bolt toch echt al zichtbaar wanneer ik mijn arm buig en mijn buikje, ach..... alleszins acceptabel, zal ik maar zeggen.

Om de verveling tijdens het roeien te verdrijven, laat ik mijn fantasie de vrije loop. Ik zit in een klein bootje in de oude haven. Behendig stuur ik het sloepje in de richting van de kade waar een rijtje sombere mannen vreugdeloos in het water zit te staren. Vanuit de gedachte in deze donkere dagen voor de Kerst wat vreugde te brengen aan hen die het moeilijk hebben, ben ik er als parttime medewerker van het Leger des Heils op uit gestuurd om deze mensen enige troost en warmte te bieden. Op het campinggazje voorin mijn bootje staat een grote pan te pruttelen waaruit onmiskenbaar de geur van warme erwtensoep opstijgt.

'Soep mannen?' roep ik opgewekt wanneer ik hen dicht genoeg ben genaderd. Vol verlangen steken ze hun koude handen uit. 'Gggggggrrraaaag' bibbert er eentje. Een ander probeert op te staan, maar valt krachteloos terug op zijn stoeltje. Het zal voor hem toch niet te laat zijn? Vol mededogen reik ik hen de kommen aan, tot aan de rand gevuld met een goed bereidde snert. Zo een waar een lepel gemakkelijk in overeind blijft staan. Even zie ik wat glans verschijnen in hun doffe ogen. 'Hoe is het toch in hemelsnaam zover met deze kerels kunnen komen?' vraag ik mij af. Begerig slurpen ze de kommen leeg.

'Als jullie er over willen praten........?' moedig ik hen aan en dan komen de verhalen los. Het verhaal van de man die zijn vrouw met zijn beste vriend aantrof in bed. Het verhaal van de man die na dertig jaar trouwe dienst zo maar door zijn werkgever op straat werd geschopt. Het verhaal van..............

Maar dan geeft de display op mijn roeitrainer aan dat het genoeg is geweest voor vandaag. Ik heb mijn kilometertjes weer gemaakt. De haven ligt ver achter mij. Brrrrrrr...... ik heb het er koud van gekregen. Gauw nog even lekker een saunaatje pikken.

maandag 5 december 2011

Lange Ivan.

Ik kan het niet helpen: de schilderijen van Ivan Mijatovic dòen mij gewoon iets. Ik had, via de Kunstuitleen, al twee keer eerder een schilderij van hem in huis gehaald, maar toen ik daar een nieuw werk van hem zag hangen wist ik meteen: die wil ik ook hebben. Het doek had nogal een apart formaat, 180 x 50 cm, terwijl de schilderijen die ik al in huis had, vierkant waren. Ik was op de eerder geleende werken nog lang niet uitgekeken en het was moeilijk te beslissen welke nu het veld zou moeten ruimen. Er moest toch echt één het huis uit, want drie van die grote schilderijen werd wat teveel in mijn modale huiskamer.

Het is altijd weer spannend of een schilderwerk er in je eigen omgeving net zo mooi uitziet als op de plek waar je het uitzocht. Gelukkig viel het niet tegen. Even later hing hij dus aan de muur, mijn 'Lange Ivan' zoals ik hem inmiddels was gaan noemen:


Ik werd door de prachtige kleuren van de soms in een dik profiel aangebrachte verf geïnspireerd tot een gedicht dat ik er nu naast heb gehangen.


gedachten stijgen op
gevoelens komen samen
waar zij versmelten in het kosmisch vuur.

dit is de plek
waar vreugde en verdriet elkaar ontmoeten.
dit is het uur.

de warmte geeft mij nieuwe moed
de liefde schenkt mij kracht, mij roept
het avontuur.

beloften van een eeuwenoud mysterie
worden nu zichtbaar voor een ieder die wil zien.



Bij het schilderij ‘old art 2’ van Ivan Mijatovic
Henc R.A. de Roo

donderdag 1 december 2011

Weg met Het Buikje! (9)

Fietsen doe ik liever op de fiets en wandelen doe ik liever in het bos; daar heb ik dus al die gekke apparaten niet voor nodig. Er is echter één apparaat dat ik wèl leuk vind: de roeitrainer. Een roeiboot heb ik namelijk niet en daarom maak ik in dit geval graag gebruik van een alternatief. Het aardige daarvan is dan ook nog dat je er echt alle spieren bij gebruikt. Ik heb me zondag dan ook voorgenomen die helse machine een week lang iedere dag te gaan gebruiken en eens te kijken of dat wat oplevert. Het was vanmorgen dus de vijfde keer en ik verwacht dat ik het morgen en overmorgen ook wel weer ga doen. Twee kilometer roeien in een straf tempo. Ik verbruik daar 100 cal mee, zegt het computertje. Dat is niet veel. Een eierkoek is al 100 kcal, dus wat ik verbruik is een duizendste eierkoek. Nog niet eens een heel klein hapje. Maar voor de spieren is het wel goed, natuurlijk. Dat voel ik. Elke dag werp ik vol verwachting een blik in de spiegel om te zien of mijn gestalte weer wat lijkt op de Adonis die ik vroeger was. Nou.... nee....... nog niet echt.

Dat wordt nog effe doorroeien dus!

woensdag 23 november 2011

Weg met Het Buikje! (8)

Het sporten op al die rare apparaten is voor mij net zoiets als seks hebben met een opblaaspop: het kàn wel en het wèrkt wel, maar het blijft toch een sneue bedoening.

maandag 21 november 2011

Weg met Het Buikje! (7)

The Morning After....
Wanneer ik mij uit mijn bed laat rollen heb ik het gevoel dat mijn metabolische leeftijd minstens 85 is.

Ondanks de dichte mist, de kou en de vochtigheid geef ik toch maar weer de voorkeur aan een lekkere wandeling buiten in plaats van op zo'n helse machine.
Mijn tweede bezoek aan de sportschool schuif ik nog even op naar het eind van de week.

zondag 20 november 2011

Weg met Het Buikje! (6)

Erik, mijn personal coach, bijna anderhalf maal zo lang als ik en een hoofd zo glad als een biljartbal, zat al achter de balie op me te wachten. Er liep een jonge vrouw voorbij. 'Zo Erik,' riep ze olijk in zijn richting, 'naar de kapper geweest?' 'Jaja,' antwoordde Erik, en toen de olijkerd buiten gehoorafstand was, 'die grap krijg ik zes keer per dag te horen.'

Net als gisteren moest ik weer plaatsnemen op zo'n bijzondere weegschaal. Ik kende de cijfers al. Ook de bloeddruk werd gemeten. Toen begon het echte werk en liepen we naar de apparaten die de grote zaal vulden. We gingen daar, volgens een bepaald plan, langs een stuk of zes machines en Erik noteerde de resultaten. Ik begon er gaandeweg zelfs een beetje plezier in te krijgen. Het deed me aan een kermis denken, waar je van de ene attractie in de andere rolt. Hier echter geen rupsbanen, spookhuizen, space shuttles en dat soort dingen, maar vernuftig samengestelde apparaten om de spieren te trainen. De resultaten waren niet slecht, maar Erik had alles niet al te zwaar ingesteld, omdat het de eerste keer was.

Het enige apparaat waar ik echt moeite mee had was dat ding voor de buikspieren. En daar ging het natuurlijk juist allemaal om. Daarvoor had ik mij in deze kermis gestort. Dat wordt dus nog flink oefenen de komende weken.

Als beloning voor mijn doorzettingsvermogen trakteerde ik mij nog op een lekkere sauna na afloop. Daar zal ik de beslist vaker gebruik van gaan maken. Lekker het luie zweet er uit werken.

Wel knap vermoeiend allemaal. Dus ga ik nu even lekker plat op de bank.

zaterdag 19 november 2011

Weg met Het Buikje! (5)

Morgen is het zover. Al vroeg in de morgen ga ik voor de eerste keer sporten. Ik moet er een kwartiertje eerder zijn, want dan maken ze eerst nog even een vingerafdruk van me. Daarna gaan, door alleen maar even mijn vinger langs een scannertje te halen, alle poortjes elektronisch voor mij open. Binnen in de zaal word ik dan opgevangen door Erik, mijn 'personal coach', die mij de werking van al die apparaten zal uitleggen en ook mijn beginconditie vastlegt om deze te kunnen vergelijken met de eindconditie over 4 weken.

Vandaag is er in ons plaatselijke gezondheidscentrum een Open Dag van de diëtisten en dat past heel mooi in mijn programma in de strijd tegen Het Buikje, want ik wil wel eens weten hoe mijn situatie momenteel is en heb ook wel wat behoefte aan wat informatie. Met name de vraag 'Hoe voorkom ik het jojo-effect?' houd mij volop bezig.

Mijn antwoorden op de vragen van de lijst 'Hoe gezond eet jij?' leverde een score op van 26 punten van de max. 28 en dat was 'uitstekend'. Mijn schuldgevoel, ontstaan doordat ik uit gemakzucht doorgaans uit potjes Hak of diepvries eet, is op slag verdwenen. Daarna beklom ik de speciale weegschaal, die niet alleen het gewicht maar ook de vetpercentages nauwkeurig aangeeft. Ook die uitslag was voor mij beslist niet teleurstellend. Wat mij het meest plezier deed was dat daaruit blijkt dat mijn metabolische leeftijd 53 jaar is. Drieënvijftig jaar!

Het leuke is dat je je na zo'n uitslag ook meteen heel anders gaat voelen en gedragen. Je strekt je rug en loopt met veerkrachtige tred het gebouw uit. Krijgt de neiging over hekjes te springen. Pijntjes en kwalen zijn op slag verdwenen. Je hebt het gevoel dat alle vrouwen naar je lachen.

Toch ben ik bang dat, wanneer ik mij morgen overgeef aan die helse apparatuur van de sportschool, mijn metabolische leeftijd opeens minstens 83 is.

vrijdag 18 november 2011

Weg met Het Buikje! (4)

'Wat is hier de dress code?' had ik aan Mirjam gevraagd. Ik had wel begrepen dat je niet zomaar kon gaan sporten in je dagelijkse klofje, maar dat dit een speciale outfit vraagt. Het bleek mee te vallen. 'Maakt niet zoveel uit' had Mirjam geantwoord, 'een trainingspak of een T-shirt met sportbroekje. Gewoon waar je je prettig in voelt.' Oké, zoiets had ik nog wel in huis. Wat mij, om mij heen kijkend, wel heel erg belangrijk leek waren de schoenen. Mijn comfortabele Eccos, waar ik mij nu juist zo prettig in voelde, kon ik hier echt niet dragen zag ik al gauw, dus de volgende dag naar de schoenenwinkel.

Het bleek dat zo'n beetje iedere sport zijn eigen schoenen moest hebben. Je had joggingschoenen, tennisschoenen, atletiekschoenen, voetbalschoenen, volleybalschoenen, en nog veel meer. Mijn keus viel op een model dat op een zeer breed terrein inzetbaar leek. Ze waren van Nike, dus dat moet wel goed zijn. De Griekse godin Nike is niet alleen de godin van de overwinning in de strijd, maar ook van het welslagen van een onderneming die met moeite en inspanning ten einde wordt gebracht. Dat het een hele onderneming was waar ik mee bezig was, was mij inmiddels wel duidelijk geworden en dat het mij ook veel moeite en inspanning zou gaan kosten deze onderneming tot een goed einde te brengen was ook zonneklaar. De schoenen zaten mij als gegoten, dus niet verder gezocht.


Ik ben er dus helemaal klaar voor. Alleen mijn lijf werkt niet mee. Pijntje hier, pijntje daar, stramme spieren, een opkomende verkoudheid. Het lijf zet alles in om deze drinkbeker aan zich voorbij te laten gaan. 'Ik heb geen zin' zeurt het. 'Ik voel me niet lekker' klaagt het. 'Waarom moet dit nou toch?' roept het opstandig.

'Gewoon omdat ik het zeg' antwoord ik met dezelfde onredelijkheid waarmee ouders hun lastige kinderen afpoeieren. 'We hebben A gezegd en zullen nu ook B zeggen.'

donderdag 17 november 2011

Weg met Het Buikje! (3)

Maandagavond had ik afgesproken met Mirjam, die me zou gaan vertellen wat de test en het daarbij behorende oefenprogramma inhield. Daarvan kwam niet zo veel terecht, want ze was erg gehaast omdat ze al behoorlijk achterliep op haar schema. Wel liet ze me de instrumenten zien waarmee ik de resultaten zou kunnen bereiken die ik wilde. 'Ik ben vooral geïnteresseerd in buikspieroefeningen' vertelde ik haar en ze liet me met enige trots een ingewikkeld apparaat zien waarop een man in een doorweekt T-shirt ronddraaiende bewegingen zat te doen. Niet echt wat ik in mijn hoofd had, want thuis doe ik dat soort oefeningen door met mijn bovenlichaam, vanuit liggende houding, een aantal malen omhoog te komen. Om het niet al te moeilijk te maken steek ik dan mijn voeten onder de radiator van de cv. Dat soort simpele oefeningen, daar hielden ze daar kennelijk niet van, want ik zag daar niemand liggen met zijn voeten onder de radiator. Wel stonden er apparaten. Heel veel apparaten. Voor iedere spier was er wel een apparaat, kreeg ik de indruk.

Boven stonden machines opgesteld waarop je kon wandelen. Ze waren allemaal voorzien van een televisiescherm zodat je tijdens het oefenen niet je favoriete soap hoeft te missen. De gekte ten top, naar mijn idee, maar Mirjam vond het prachtig en ik wilde haar niet kwetsen en in dit stadium ook nog niet vragen of ze ook speciale films voor mij konden draaien. Wat ik passend zou vinden was een gefilmde boswandeling, compleet met kwinkelerende vogels en een reetje dat plotseling je pad kruist. Wat dennengeur uit een spuitbus erbij en dan wordt het misschien toch nog leuk.

Mirjam toonde mij de kleedruimte, waar ze zelf niet naar binnen mocht, en slaagde er tenslotte in toch nog wat enthousiasme bij mij teweeg te brengen door te melden dat er ook een sauna was waar ik onbeperkt gebruik van zou kunnen maken.

woensdag 16 november 2011

Weg met Het Buikje! (2)

Al op de Lagere School, zoals dat toen nog heette, had ik al een bloedhekel aan de gymlessen. Ik werd al onpasselijk van de geur van gymschoenen vermengd met verschaald jongenszweet. Wanneer er twee groepen gevormd moesten worden voor trefbal was ik steevast de laatste die gekozen werd. Ik ervoer dat niet als vervelend of vernederend, maar kon er alle begrip voor opbrengen. Aan mij hadden ze immers toch niets en ach, ik had weer andere kwaliteiten. Later, op de Kweekschool, slaagde ik er in om een heel jaar weg te blijven van de gymlessen. Toen ik het daaropvolgende jaar noodgedwongen wel mee moest doen, heb ik mij aan de gymleraar voorgesteld als zijnde een nieuwe leerling.

Mijn aversie werd nog versterkt toen ik tijdens een voetbalwedstrijd van zeer korte afstand een bal in mijn kruis getrapt kreeg. Daarna bestond mijn activiteit op het voetbalveld er voornamelijk uit te proberen zo ver mogelijk bij die bal vandaan te blijven. Van al die rare spelregels begreep ik ook niets. Buitenspel? Was het maar waar. Ik stond toch gewoon op het veld?!

Ook op het ijs ging ik het niet maken. Ieder jaar probeerde ik het. Steeds weer opnieuw achter een stoel met die Nooitgedacht doorlopers waarvan de oranje banden zo strak geknoopt waren dat je tenen er af vielen. Steeds wanneer ik de slag enigszins onder de knie kreeg viel de dooi weer in en moest ik het volgende jaar weer helemaal opnieuw beginnen. Aan mijn schaatscarrière kwam een definitief einde toen ik in de sloot bij ons achter door het ijs zakte. Daar kwamen toen nog alle rioleringen op uit, dus dat was geen feest.

Toen ik mij een keer tijdens een logeerpartij bij familie liet overhalen een voetbalwedstrijd op de tv te volgen viel ik halverwege de wedstrijd in slaap, en dat terwijl deze wedstrijd nu nog door veel liefhebbers wordt gememoreerd als zijnde een heel bijzondere. Ook nu nog is het eenmaal noemen van het woord 'sport' op de televisie al voldoende om mij bliksemsnel naar de afstandbediening te laten grijpen.

Ik had een hekel aan sport, maar wel het meeste aan competitiesport. Waarom zou ik in hemelsnaam moeten wedijveren met anderen? Ik deed gewoon wat ik kon en dat was mij genoeg. Waarom zou ik mij uit de naad moeten rennen om nul komma zoveel seconden sneller te zijn als een ander? Het is een leefwijze voor mij geworden: ik doe wat ik kan en dat is mij genoeg. En dat geeft een hoop rust.

En nu dus naar de sportschool! Wat moet dat in hemelsnaam worden?????

dinsdag 15 november 2011

Weg met Het Buikje! (1)

Wat ik niet voor mogelijk had gehouden is gisteravond gebeurd. Ik heb de binnenkant van een sportschool gezien!

Ik heb altijd al een enorme aversie gehad tegen sport en tegen sportscholen in het bijzonder. Met verbijstering zie ik hoe mensen hun auto voor de deur parkeren en dan daarbinnen op een soort helse machine een stuk gaan wandelen.

'Rij dan even door' denk ik dan. Daar heb je een prachtig bos waar je kilometers kunt wandelen in een heel wat verheffender entourage dan die martelkelder daarbinnen. Ik heb een hekel aan sport, maar hou van bewegen. Ik fiets en wandel zo veel en zo vaak ik maar kan, pak overal de trap in plaats van de lift en kom in ieder geval iedere dag ruimschoots aan het uur beweging dat gezond voor ons zou zijn.


Hoe kom ik dan toch in die sportschool terecht???? Tsjaa..... Bij mijn laatste afvalronde ben ik bijna tien kilo kwijtgeraakt, voornamelijk afkomstig van het vet dat zich rond mijn middel verzameld had. Ik was mijn buikje kwijt en voelde me over de hele lijn een stuk beter. Maarrrrr....... het jojo-effect ligt dan op de loer en nu, een half jaartje later, merk ik dat ieder grammetje vet dat er bij komt zich regelrecht spoedt naar de plek waar ik het nou juist absoluut niet wil hebben. Inderdaad, linea recta richting buik. Ik wil daar geen vet, ik wil daar spieren!

'Testpersonen gezocht' stond op de folder die afgelopen week in mijn bus viel. Een plaatselijk fitnesscentrum zocht 100 mannen en vrouwen in de leeftijdsgroep vanaf 35 jaar om samen met hen te testen of het mogelijk is binnen 4 weken tijd significante verbeteringen van gezondheid en welzijn te realiseren. De deelnemers gaan in 4 weken 8 keer een speciaal trainingsprogramma volgen, afgestemd op hun gezondheidsprofiel. Vier weken, acht keer, dat is te overzien, dacht ik. Dat moet ik kunnen doorstaan.

Ik heb, in het kader van de strijd tegen Het Buikje, voordat ik me weer zou kunnen bedenken, de telefoon gepakt en me opgegeven.

(c) foto: Coronel Sports Huizen.

maandag 14 november 2011

Klappen voor een scherm?

Gisteren draaide de op film opgenomen opera Tosca van Puccini hier in de bioscoop. Ik was erbij en heb er met volle teugen van genoten. Niemand minder dan Angela Georghiu zong de hoofdrol en alles was opgenomen in het Royal Opera House in Londen, een gebouw waarbij vergeleken onze Stopera een boerenschuur is. Een prachtige shot van achteruit de zaal naar het doek gaf je al meteen aan het begin de illusie erbij aanwezig te zijn, want de bioscoopzaal vormde als het ware een verlengde van de zaal in het Opera House. Dat gevoel er live bij te zijn bleef de hele voorstelling aanwezig, zodat je steeds na een prachtig gezongen aria bijna vanzelf mee wilde gaan klappen met het opzwellende applaus. Ook bij het open doekje aan het einde, kreeg je de neiging op te staan en enthousiast mee te klappen en bravo te roepen. Maar dat doe je dan niet, want wie gaat er nou zitten klappen voor een bioscoopscherm?!

Hoewel..... Een goede kennis van mij, een echte filmliefhebber, zal aan het eind van een film altijd blijven zitten totdat de hele aftiteling voorbij is. Wanneer veel andere bezoekers al weer buiten hun sigaret aansteken, zit hij er nog. Gewoon, uit respect voor de mensen die de film gemaakt hebben. Dat er niemand van de filmmakers is die het ziet, deert hem niet. Eigenlijk vind ik dat helemaal niet zo gek. Ik heb mezelf inmiddels die gewoonte ook enigszins eigen gemaakt, ook al omdat mij gebleken is dat het een aangename, want geleidelijke, overgang is van de wereld van het witte doek naar de wereld buiten.

Nu is het wel zo dat sommige filmmakers het mij wel heel moeilijk maken. Sommige aftitelingen gaan eindeloos door, omdat echt iedereen genoemd wordt. Wanneer ze zijn aangekomen bij de mevrouw die het stofdoekenmandje heeft gevuld dan haak ik af. Maar eigenlijk was dat applaus voor het scherm dus nog helemaal niet zo gek geweest.

woensdag 9 november 2011

Het ultieme vakantiegevoel.

Thuis eet ik iedere morgen als ontbijt een kom halfvette kwark vermengd met een paar handjesvol muesli. Terwijl ik de kom gedachteloos leeglepel, neem ik al even de e-mail door die de afgelopen nacht is binnengekomen, bedenk wat ik die dag zoal ga doen en zet de tv aan om te kijken wat voor weer het wordt.

Wanneer ik, zoals kort geleden, een nacht doorbreng in een hotel, dan mòet daar van mij gewoon een ontbijt-buffet bij. Als een kind in een speelgoedwinkel loop ik dan langs alle uitgestalde broodjes, belegjes, sapjes, vruchten, en andere heerlijkheden en maak mijn keus. Een eitje er bij? Lekker. Wat is dat voor broodje? Gewoon proberen.

Mijn bordje raakt vol. Niet tè vol, want dan kan ik straks nog een keer. Terug, aan ons tafeltje, bekijk ik nog even genietend wat er allemaal voor mij ligt. Naast de koffie staat ook nog eens een glas met echte jus d'orange. Niet afgeleid door andere bezigheden neem ik de eerst hap. Een knapperig broodje. Hmmmmmmmmmmmm..... heerlijk! Dit is voor mij het ultieme vakantiegevoel!

Waarom doe ik dit niet zo iedere dag, vraag ik mij af, maar natuurlijk weet ik ogenblikkelijk het antwoord al. Iets is nu eenmaal vaak juist zo leuk omdat je het maar af en toe doet. En bovendien zou in dat geval al snel mijn slanke, atletische (ahum) gestalte uitgroeien tot een volgevreten, uitgezakt lijf.

Mijn bordje is leeg en ik sta op voor nog een feestgang langs al dat lekkers. Ontdek nog iets dat ik de eerste keer overzien had. Schenk nog een glas jus in. Dat croissantje kan er nog wel bij, dat is toch allemaal lucht; Lekker dik jam er op. Gelukkig heb ik een grote maag, maar spijtig besef ik dat ik het toch hierbij zal moeten laten.

Vanmorgen, weer thuis, was er weer de kwark met muesli. Terwijl ik het naar binnen werk, start ik de computer al op om dit stukje te gaan schrijven. Weg vakantiegevoel. Het normale leven is weer begonnen.

dinsdag 1 november 2011

Voorbij is de rust.

Het leek wel even lente, vanmiddag in mijn tuin. Dat het toch echt wel degelijk herfst was, bleek echter uit een dikke laag bruingele bladeren die het grasveld bijna aan het oog onttrok. Dat vraagt natuurlijk om ingrijpen en zo stond ik even later de bladeren uit de tuin te halen. Nee, niet met zo'n vele decibellen producerende bladblazer waar iedereen volgens de Gamma's en Praxissen tegenwoordig echt niet meer buiten kan, maar nog gewoon met een bladerhark en een bezem. Bladerhark? Dat moet je tegenwoordig aan je kleinkinderen uitleggen, wat daarmee bedoeld wordt. Het schijnt dat er in het Oude Ambachten Museum in Terschuur nog één bewaard wordt.

Oké, wanneer je een tuin hebt als een voetbalveld kan zo'n ding misschien wel handig zijn, maar voor de doorsnee stadstuintjes waarmee wij bedeeld zijn, is een bladerhark echt wel voldoende. Ik weiger dan ook pertinent zo'n brullend bladmonster aan te schaffen, hetgeen mij veel hoon en spot oplevert, alsmede medelijdende blikken en dito opmerkingen, maar ik ga mijn eigen wijze weg en hou vol.

Tevreden sta ik de bladeren op een hoop te vegen, genietend van een weldadige rust. Vanuit de bomen rondom mij hoor ik de diverse vogels twinkeleren. Diepe gedachten wellen in mij op. Een gevoel van intens geluk vervult mijn ziel. Totdat.......

In de tuin wat verderop wordt een bladerblazer gestart. Voorbij is de rust. Voorbij is de stilte.

'Vluchten kan niet meer....' schreef Annie M.G. al vele jaren geleden, en dat in een tijd dat iedereen het nog gewoon met een hark deed.

vrijdag 21 oktober 2011

Minister van Tabak.

Bij de tabaksmaffia zullen de champagneflessen geknald hebben toen de huidige regering in oktober 2010 het bordes betrad. Voorbij waren de tijden van lastige Ministers van Volksgezondheid als een Els Borst die in korte tijd het tabaksgebruik sterk wist terug te dringen, en van een Ab Klink die, zij het dan op een wat onhandige wijze, bereikte dat roken in de horeca en andere publieke gelegenheden not-done werd. Edith Schippers had al voordat zij de politiek instapte en ook in de tijd dat zij in de Kamer zat als 'woordvoerder voor de volksgezondheid' bewezen de belangen van haar vriendjes in de tabaksindustrie veel belangrijker te vinden dan de gezondheid van de burgers, wier belangen zij eigenlijk zou moeten behartigen. En ja hoor.... al tijdens de formatieonderhandelingen werden veel maatregelen om het roken terug te dringen, in het verleden vaak zo moeizaam bereikt, in één klap samengevoegd onder het woordje 'betutteling' en van tafel geveegd. Feest bij de producenten van tabak; verdriet bij gezondheidsorganisaties als CAN en Stivoro die al hun werk nu......... ja.... in rook zagen opgaan.

Betutteling? Je laat als ouders je kind toch ook niet met een geladen pistool spelen omdat je het niet wilt betuttelen? We hebben het hier wel over een levensbedreigende situatie die snel en stevig ingrijpen vereist. Dan neem je als ouder je verantwoordelijkheden en dat zou een regering ook moeten doen. Roken is nog steeds doodsoorzaak nummer één en kost jaarlijks tienduizenden mensenlevens, maakt talloze mensen ernstig ziek en maakt het heel veel mensen onmogelijk op onbekommerde wijze van het leven te genieten. Een Minister van Volksgezondheid is niet een minister van anti-betutteling en heeft er voor te zorgen dat er volksgezondheid geleverd wordt. Dat dit hier niet gebeurt is heel ernstig.

Vanavond bracht het programma Zembla de praktijken van deze 'Minister van Tabak' in beeld. Ze heeft al veel bereikt in haar nog korte cariere. De levensbedreigende sigaretten worden weer in fraaie doosjes verpakt om de jeugd tot roken te verleiden, want wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Iets wat in zo'n mooi pakje zit kan toch niet slecht voor je zijn?! In de horeca wordt weer onbekommerd doorgepaft en wie daar niet tegen kan die moet maar thuis blijven. De hulp aan mensen die willen stoppen met hun verslaving wordt stilgezet. Het aantal verkooppunten van de dodelijke tabak wordt niet verminderd. Voorlichtende campagnes worden geschrapt, want de schoorsteen van de tabaksgiganten moet koste wat het kost, al zijn dat mensenlevens, blijven roken.


Get Microsoft Silverlight
Of bekijk de flash versie.


Het is te hopen dat deze levensgevaarlijke minister snel het veld moet ruimen voor een èchte Minister van Volksgezondheid. We weten nu in ieder geval welke partijen we NIET moeten stemmen de volgende keer bij de verkiezingen.

dinsdag 18 oktober 2011

Gaat u maar voor.

'Gaat u maar voor'. Die woorden werden uitgesproken door een jongen van een jaar of achttien die samen met zijn vriend aan de andere kant van het poortje van een fietspad kwam aanrijden. Ik kwam vanaf mijn kant aanrijden en het werd duidelijk dat we tegelijkertijd bij het poortje zouden aankomen en dat we er niet allebei tegelijk doorheen konden zigzaggen.

'Gaat u maar voor' zei toen die jongen en hij zei het niet op een onverschillige, verveelde, plichtmatige toon, maar met een stem waaruit beleefdheid en respect klonk.

Ik heb het nu een aantal malen meegemaakt dat, in een bus of trein, een jongere zijn zitplaats aan mij aanbood. De eerste keer reageerde ik verward, beledigd bijna. Een beetje korzelig weigerde ik de aangeboden plaats. 'Die denkt toch niet dat ik al zo'n verschrikkelijk ouwe zak ben dat ik niet meer op mijn benen kan staan??!' Inmiddels accepteer ik deze aardig bedoelde geste met een vriendelijke glimlach en een 'dank je wel'.

Achter ons ligt een tijd waarin het leek dat het met 'de jeugd van tegenwoordig' alleen maar bergafwaarts ging. De verloedering en verhuftering nam soms ernstige vormen aan. Maar de laatste tijd merk ik een duidelijke verandering. Het is weer 'vet cool' om aardig, netjes, beleefd en aangenaam te zijn. Tegen ouderen bijvoorbeeld.

Alles om ons heen verandert voortdurend. Alles gaat in een golfbeweging, up en down, up en down. Wat een bof dat het nu weer up gaat.

woensdag 12 oktober 2011

AH of toch maar ah.

Wij hebben twee Albert Heijns bij ons in het dorp. De één, in het 'oude dorp' is nog maar een maandje geleden helemaal verbouwd, vergroot en uitgebreid. De ander, in het nieuwere winkelcentrum, was ook nog niet zo lang geleden helemaal verbouwd, maar tot mijn verbazing werd de afgelopen weken deze winkel nogmaals helemaal onder handen genomen en vernieuwd, nog meer uitgebreid en nog groter gemaakt. Vandaag gingen de deuren weer open.

Echt blij ben ik niet met deze verbouwingen. Toen die één in het dorp nog niet vernieuwd was, had die winkel mijn voorkeur. De winkel was overzichtelijk, en voor een grote supermarkt redelijk klantvriendelijk. Je kon er alles meteen vinden en afrekenen deed je nog gewoon bij de kassa en niet via een zelf-scan systeem.

Ik vraag mij af of AH er verstandig aan doet al zijn winkels zo te veranderen. Het zou wel eens kunnen zijn dat voor veel mensen de tijd van meer, groter, uitgebreider, luxer, voller, enz. zo langzamerhand voorbij is en dat veel klanten eigenlijk het liefste terug willen naar een supermarkt die de gewone kleinschalige buurtwinkel het dichtst benadert.

maandag 10 oktober 2011

Een prijs!

Zoals ieder jaar kon je tijdens de Atelierroute bij iedere deelnemende kunstenaar een bonnetje invullen. Daar kon je een prijs mee winnen; de winnaar werd aan het eind van de twee dagen getrokken. Eén prijs maar, en omdat ik 'toch nooit wat win' vulde ik ze vaak niet eens in. Maar dit keer had iedere kunstenaar, omdat het de 15e keer was, een prijs beschikbaar gesteld. Bijna 50 prijzen dus. Dat verhoogde de kans iets te winnen aanzienlijk. Als je wat gewonnen had, werd je zondagavond gebeld.

Het werd zes uur, zeven uur..... geen prijs. Ik had de hoop al opgegeven, maar rond acht uur ging toch nog de telefoon. Irene Hoogeveen, één van mijn favorieten tijdens de routedagen. Ik had een olieverfschilderij van haar gewonnen!


Vanmiddag kwam ze het nog zelf overhandigen ook. Een allerliefst typisch Hollands landschapje met wolken, bomen en water, waar ik erg blij mee ben. Het hangt nu bij mij aan de muur en ik kan nu nooit meer zeggen dat ik 'toch nooit wat win'.

zondag 9 oktober 2011

Wat een kunst!

Het was koud, nat en guur buiten, het was steeds tussen de buien door fietsen van hot naar her, het was knap vermoeiend al met al, zo'n hele dag in actie, maar... het was het, ondanks dat alles, toch weer ten volle waard. Gisteren en vandaag werden in Huizen weer de jaarlijkse Atelierdagen gehouden. Voor de 15e keer alweer. Een kleine vijftig kunstenaars uit Huizen hadden ook dit jaar weer de deur van hun atelier, woning of expositieruimte wagenwijd open gezet voor belangstellenden. Voor mij is dat ieder jaar weer een geweldig feest.

Veel deelnemende kunstenaars zijn in de loop der jaren voor mij goede bekenden, vrienden bijna geworden. Ik bewonder hun werk en ben benieuwd wat er het afgelopen jaar bij is gekomen. Soms onder het genot van een kop koffie of wijntje praten we weer even gezellig bij.

Ieder jaar zijn er ook weer nieuwe deelnemers, vaak met een verrassende, verrijkende, verfrissende inbreng. Een enkele keer stap ik ergens binnen en is mijn eerste gedachte: 'Hoe kom ik hier weer zo snel mogelijk op een nette manier weg.' Het is zo onaardig je meteen om te draaien en de kamer weer te verlaten. Dan loop ik maar even snel beleefd de kunstwerken langs en mompel dat ik het heel apart vind. Dat kan van alles betekenen. Maar meestal hoef ik niet te faken en geniet ik echt van al het tentoongestelde.


Dominique Prins - Cassandre, brons, 72 cm hoog.

Het is steeds weer fantastisch te zien wat een mooie dingen mensen kunnen maken. Dus Irene, Simone, Iwan, Esther (2x), Dominique, Rudolf, Nathalie, Pieter, Angélique, Niek, Johan, Michiel, Hanneke en al die anderen die mij dit weekend weer zo aangenaam hebben verrast.... bedankt en tot volgend jaar.

zaterdag 8 oktober 2011

Persona non grata.

Lang geleden, toen ik jong was, had je een Koude Oorlog en een IJzeren Gordijn. In die tijd gebeurde het in Rusland regelmatig dat personen die uit de politieke gratie waren, gewoon simpelweg op groepsfoto's werden weggeretoucheerd. Daardoor leek het alsof zo'n persoon nooit bestaan had. Dat daarmee de geschiedenis vervalst werd was niet zo netjes natuurlijk, maar dat paste wel weer mooi bij het beeld dat wij van die slechte en gevaarlijke Russen hadden.

Toentertijd was het nog niet zo gemakkelijk om op die manier iemand spoorloos te laten verdwijnen, maar tegenwoordig kan iedereen het, dank zij de vele Photoshopachtige computerprogramma's. Het is een kunstje dat iedereen kan leren. Het vergt soms wel wat geduld, nauwkeurigheid en daardoor ook veel tijd.

Goede kennissen van mij lieten mij met gepaste trots een foto zien van hun dochter en schoonzoon die waren gefotografeerd op Prinsjesdag. Zij natuurlijk getooid met een fraaie hoed. Helaas was er op dat moment net een man met fiets op de achtergrond aanwezig die, onbedoeld maar toch wel hinderlijk, het geheel een wat rommelig aanzien gaf. Of ik daar wat aan kon doen.....

Dat kon ik wel en hieronder is het resultaat.





vrijdag 7 oktober 2011

Altijd 1 april.

Bij onze Nederlandse Spoorwegen lijkt het het hele jaar door 1 april. Toen ik, jaren geleden alweer, het bericht las dat er vertragingen onstonden vanwege herfstblaadjes op de rails, dacht ik meteen aan een grap. In alle landen om ons heen met vaak slechtere weersomstanden reden de treinen immers gewoon altijd door?! Helaas, het was geen grap maar bittere werkelijkheid. Het kon echter nog erger: een dagje flink vriezen en de dienstregeling wordt meteen geminimaliseerd. De NS laat haar klanten dan gewoon lekker in de kou staan.

De nieuw aangeschafte Sprintertreinen bleken niet meer van toiletten te zijn voorzien. Wederom denk je dan allereerst aan een grap. Dit kan toch niet waar zijn. Hoeveel, vaak wat oudere mensen, moeten immers soms onverwacht en dringend tijdens een wat langere treinreis naar de w.c.? Het kan echter nog grappiger: de NS heeft nu een oplossing gevonden voor mensen met hoge nood. Passagiers krijgen op verzoek een plaszak, waarmee zij zich even terug kunnen trekken in de cabine van de conducteur.


Wanneer dit bericht op 1 april was gelanceerd zou het de prijs hebben gekregen voor de beste 1 aprilgrap van het jaar. Helaas....... bij de NS zijn dergelijke grappen altijd werkelijkheid. De conducteurs zullen zeker niet om kunnen lachen om het nieuws dat hun hokje als openbaar toilet gebruikt zal gaan worden. Ik kan al jarenlang niet meer lachen om de 'grappen' van de N.S.

dinsdag 4 oktober 2011

Dierendag.

Vandaag, 4 oktober, is het Dierendag.

Mijn lerares van de Cursus Tibetaans Boeddhisme leerde ons dat Boeddhisten volgens één van de Vijf Voorschriften geen levende wezens mogen doden. Echt bijzonder is dat niet, want de meeste godsdiensten schrijven eveneens het 'Gij zult niet doden' als één van hun leefregels of geboden voor. De Boeddhisten gaan hierin echter toch wel een stuk verder dan de meeste anderen. Mijn lerares vertelde dat zij soms lange tijd van streek is wanneer zij een mug heeft doodgeslagen. Dan moet er spijt betoond worden en soms een daad verricht worden die de wandaad compenseert. Wanneer je mieren in de keuken hebt dan moeten deze met een papiertje met wat zoetigheid worden gevangen en vervolgens buiten weer losgelaten worden. Mij gaat dat te ver.

Vandaag zijn er op verschillende boeddhistische centra speciale dierenbevrijdings-bijeenkomsten met bijzondere liturgieën en ceremoniën. Bij een andere gelegenheid werden wat kilo's nog levende paling bij een restaurant opgekocht en vervolgens naar Zeeland gebracht, waar zij werden vrijgelaten. Ook dat gaat mij te ver. Maar oké.....

Wat mij dan toch wel heel erg verbaast is dat diezelfde diervriendelijke mensen geen probleem hebben met het consumeren van een flink stuk vlees bij hun maaltijd, en dat terwijl je toch maar één keer een film over een slachthuis op de televisie hoeft te hebben gezien om op slag vegetariër te worden.

maandag 3 oktober 2011

God noch gebod.

Toen God laatst wakker schrok
-hij had zich twee millennia niet met de mens bemoeid-
zag hij dat het niet goed was.

'Wat hebben ze in hemelsnaam
beneden uitgespookt?'
dacht hij.
'Ze hebben er, heel kort gezegd,
een zootje van gemaakt!
Geloven doen zij allemaal
alleen nog in zichzelf.
Ze hebben, zo te zien,
God noch gebod nog langer nodig.'

'Oké'
dacht hij.
'Dan zoeken ze
het verder ook maar uit.'

Hij draaide zich nog
even op zijn andere zij en
sliep weer onbekommerd verder.

zondag 2 oktober 2011

Meppen of medelijden.

Sinds een paar weken volg ik een cursus Tibetaans Boeddhisme. Ik kom daar leringen tegen waarvan ik denk 'het zal wel' en een aantal waarvan ik denk 'not my cup of tea', maar daarnaast ook heel veel leringen die mij aanspreken.

Wat mij opvalt is hoe eenvoudig wijsheid kan zijn. Dat wil zeggen, heel eenvoudig in theorie, maar soms verschrikkelijk moeilijk in de praktijk te brengen. Neem nou wat Boeddha zegt over boosheid.

Een paar dagen geleden gebeurde het weer. Een vrouw stak aan de picknicktafel, waaraan wij met een groepje zaten uit te rusten van een fietstocht, zonder iets te vragen aan haar tafelgenoten een sigaret op en blies zonder enige gêne de gore rookwolken over ons uit. Wanneer er iets is waar mijn bloed van begint te koken dan is het wel dat iemand in mijn nabije omgeving op zo'n grove wijze voorrang geeft aan zijn of haar verslaving boven de belangen en het welzijn van de mensen om hem heen. Ik ben tegen iedere vorm van geweld, maar op zo'n moment zou ik bijna gaan meppen. Het heeft mij veel moeite gekost om, heel veel jaren geleden alweer, van die smerige gewoonte af te komen en nu word ik razend wanneer een ander toch nog even mijn longen gaat zitten asfalteren. Dan praat ik nog niet eens over de vreselijke stank en de weerzinwekkende aanblik die het geeft.

Boeddha leert ons dat we ons niet boos moeten maken in zo'n geval, maar slechts deernis moeten voelen. We moeten beseffen dat iemand die zo bruut over de belangen van anderen heen walst, slecht karma voor zichzelf creëert, dat zeker naar hem zal terugkeren. In plaats van erbij betrokken te raken en nog meer negativiteit op te bouwen, kun je beter empathie, deernis, voor hem voelen.

Het voelen van deernis lukt mij in zo'n geval nog wel, maar daarmee gaat mijn boosheid niet weg. Nou ja.... ik ben ook nog maar twee weken met de cursus bezig.

zaterdag 1 oktober 2011

De dag van de kleine ongelukjes.

Dit is de dag van de kleine ongelukjes. Soms heb je zo'n dag. De hele dag door gaat er van alles fout. Geen ernstige dingen, dat niet, maar toch allerlei dingen die zo'n dag niet echt tot een feestdag maken.

Het begin al als je 's morgens opstaat. Nog voordat je drie passen hebt gelopen, heb je al je kleine teen geblesseerd doordat je ermee tegen de poot van een kastje stoot. En zo gaat dat dan door: een plant die van de vensterbank valt, een stofzuigerzak die scheurt, een koekenpan die aanbakt. Een bankpasje dat nog thuis ligt wanneer je bij de supermarktkassa probeert af te rekenen. Een tuinstoel die blijkt niet goed te zijn uitgeklapt wanneer je er in gaat zitten, waardoor je bijna je nek breekt wanneer je met een schok achterover schiet. Bijna, want het is de dag van de klèine ongelukken.

Waarom krijgt een mens soms zo'n dag met kleine ongelukjes? Misschien wel om een veel groter ongeluk te voorkomen.

Ik was van plan om vandaag vanwege het heerlijke nazomerweer op de fiets naar mijn strandje te gaan.

Door al die ongelukjes van vandaag was ik zo verlaat dat ik mijn plannen wijzigde. Gisteren was de kabel van de achterrem van mijn fiets geknapt. Ik kon, met enige voorzichtigheid, verder rijden met slechts een voorrem, maar echt verantwoord was dat natuurlijk niet. Vandaag wilde ik toch op de fiets naar mijn strandje, met alleen een voorrem dus, maar nu mijn plannen veranderd waren besloot ik toch eerst die rem maar eens te repareren. Nadat de achterremkabel was vervangen kwam ik er achter dat ook de kabel van de voorrem op breken stond en er echt nog maar met één of twee dunne metaaldraadjes aan vast zat. Dat het gisteren nog goed was gegaan mag al een wonder heten. Ik kon er nog net zachtjesaan mee remmen, maar een noodstop zou hij zeker niet overleven. Ik misschien ook niet.

woensdag 28 september 2011

Er zijn van die dagen....

Er zijn van die dagen dat ik mijn geluk niet op kan.

Door de bank genomen ben ik een zeer gelukkig mens. Vaak geef ik aan het einde van de dag een cijfer aan de afgelopen vierentwintig uur en dat cijfer is vrijwel altijd een dikke voldoende. Vaak een 8, soms een 9. Een 10 heb ik nog nooit gegeven, want ik denk net als veel schoolmeesters dat het altijd nog wel beter kan.

Natuurlijk.......

Ik ben dagelijks blij en gelukkig dat ik niet net zo als mijn buurvrouw al vele jaren lang aan een rolstoel gekluisterd ben, maar nog steeds zonder hulpmiddelen de ene voet voor de ander kan zetten. Lange wandelingen en fietstochten kan maken, genietend van de natuur om mij heen.

Dagelijks gelukkig dat ik niet geboren ben in een land waar een gek regeert die zich rijk en machtig maakt ten koste van de gewone man en vrouw in zijn land. Ik zie de blunders die onze regering maakt en soms mopper ik daar op, maar we zijn vrij en hebben iedere dag goed te eten.

Iedere dag ben ik weer blij met mijn kinderen en kleinkinderen. Zovelen van mijn leeftijd leven in totale eenzaamheid en ik heb nog zoveel lieve familie en, niet te vergeten, vrienden om mij heen.

Ja..... en natuurlijk ben ik blij dat ik niet als mijn lieve Ans het slachtoffer ben geworden van een afgrijselijke ziekte en veel te vroeg moest sterven. Ik leef nog. Haal adem. Beweeg.

Ja, doorgaans ben ik een zeer gelukkig mens. Maar soms, zoals nu, is er iets extra's. Na een herfstachtige zomer hebben we dan toch nog een 'oudewijvenzomer' gekregen, een periode van warm, zomers weer in september. En net zoals een snufje zout de smaak van de ingrediënten van een maaltijd versterkt en ophaalt is het dat heerlijk mooie weer dat mijn geluksgevoel nog net even sterker maakt.

Als ik dan op mijn fiets over de Hilversumse heide rij dan denk ik..... Eigenlijk, ja eigenlijk verdient deze dag toch wel een 10.

zondag 25 september 2011

Het is toch vreemd,

..... dat een zak gevuld met chips altijd wel ergens in een jaszak of rugtas past, maar dat er voor diezelfde zak, wanneer hij is leeggegeten, geen plaats meer is.



zaterdag 24 september 2011

Oudewijvenzomer.

'Zou het dan toch nog een oudewijvenzomer worden?' vroeg ik mij af toen ik gisteren na lange tijd weer eens door een zomers aandoend herfstbos kuierde.

Die benaming voor een mooie nazomer in september werd ooit bedacht door Joop den Tonkelaar. Hij was niet de allereerste, maar wel één van de eerste en in elk geval de meest populaire televisieweerman in die tijd. Dat kwam onder andere door de duidelijk herkenbare driedimensionale H's en L's die hij tekende voor de Hoge en de Lage drukgebieden. Het ging in die tijd, eind jaren 50, nog om de boodschap en niet om de presentator en dus kwam zijn gezicht nooit in beeld. Soms zag je in de linkerbovenhoek een heel klein plukje van zijn baard en dan wist je: dat is Joop. Ik kreeg, jaren later, aanmerkelijk meer van hem te zien, want ik had toen het genoegen hem en zijn familie jarenlang wekelijks te ontmoeten in de sauna.

De digitale borden met satellietbeelden waarmee de Willemijnen en Erwins van tegenwoordig ons van weersinformatie voorzien bestonden nog niet. Een paar kaarten van Nederland ter grote van een A3-tje, werden door de presentator thuis al voorbereid en in een rolletje meegenomen naar de studio, waar zij op een standaard met een driehoekig bovenstuk werden bevestigd. Door het omhalen van een hendeltje kon hij dan tijdens zijn praatje steeds de driehoek 120 graden laten draaien, waardoor de volgende kaart in beeld kwam. Met een lippenstift tekende hij er dan wat letters, zonnetjes, wolken en cijfers op.


Op een keer, wellicht op 1 april, verscheen toen Joop zijn laatste weerkaart voordraaide, de afbeelding van een naakte dame in beeld die daar bij wijze van grap door één van de cameramannen op getekend was. Dat bracht nog heel wat opschudding teweeg. Het was waarschijnlijk het eerste naakt op televisie, ver nog voor Phil Bloom.

Het werd gistermiddag al weer snel bewolkt, grauw en grijs. Niks zomer meer en zelfs geen oudewijvenzomer.

Joop is verleden tijd, nostalgie. Een icoon uit de tijd dat alles nog zo heerlijk simpel was en waarin, althans in onze herinnering, de zomers ieder jaar nog èchte zomers en de winters ieder jaar nog èchte winters waren.

vrijdag 23 september 2011

Een warm bad.

Nadat ik alweer flink wat jaren geleden beweerd had dat het nu toch ècht de allerlaatste keer was geweest dat ik een presentatie over de toverlantaarn had gegeven, heb ik mij toch weer laten verleiden het nog één keer te doen, en zo stond ik een paar dagen geleden in een sfeervol zaaltje van de Huizer Bieb voor de zoveelste maal mijn verhaal te vertellen over de historie en de toepassing van één van de belangrijkste uitvindingen uit onze geschiedenis..... de Laterna Magica, de toverlantaarn.

Een verhaal? Ja, dat ook, maar meer dan dat is het een show. Beelden wisselen elkaar in een snel tempo af op het doek. We zijn getuige van een toverlantaarnvoorstelling waarin onthuld wordt waar de kindertjes nu ècht vandaan komen. We brengen een bezoek aan Circus Luikerwalo, waar een keur aan internationale artiesten haar kunsten vertoont, We laten ons betoveren door de magische figuren van de chromatroop, muzikaal begeleid door een knarsend buikorgeltje, en griezelen van het verhaal van de man die tijdens zijn slaap een muis verorberde. Ik zing, spring en maak allerlei vreemde 'stemmetjes'.

Tijdens de show vertel ik dat er vier ingrediënten nodig zijn voor een geslaagde toverlantaarnvoorstelling: de lantaarnist, de lantaarn, de plaatjes en.... toch wel het allerbelangrijkste, het publiek. Je kunt nog zo'n mooi verhaal houden of een spetterende show laten zien, wanneer je geen goed publiek hebt kun je het wel schudden. Ik had het dit keer getroffen met mijn publiek. Het leefde mee, lachte, en blies zonder gêne in de richting van het doek om de wieken van een windmolen in beweging te zetten en te laten draaien.

Ik had voor deze gelegenheid de show volledig opgepoetst en vernieuwd. Het zat me daarbij niet mee. Een aantal malen moest ik opnieuw beginnen doordat een programma vastliep of door andere oorzaken. Ondanks dat ik de presentatie klaar had liggen ging er toch weer veel, heel veel werk in zitten, want als je eenmaal begint met 'poetsen' dan ga je door. Het is eigenlijk gekkenwerk: menig plaatje dat slechts tien seconden op het scherm verscheen, kostte mij een uur of langer aan werk.

Maar dan komt het applaus, de complimentjes, de lovende woorden, de mensen die je vertellen dat ze er zo enorm van genoten hebben. Dat is toch heerlijk?! Dat is een lekker warm bad. Dan ben je al die dagen, weken, maanden van voorbereiding zomaar op slag vergeten.

vrijdag 12 augustus 2011

Mémé's Cake.

Vorige week was ik te gast bij een paar vrienden, Eén van hen, Jos, had voor bij de koffie een heerlijke traktatie klaargemaakt. Het was een mengsel van eieren, suiker, boter, cacao en, heel belangrijk, veel in stukken gebroken biscuitjes. Het scheen officieel Arretjes Cake te heten, maar ik herkende het meteen als Mémé's Cake.

Mijn grootmoeder van vaders kant mochten wij nooit 'oma' of 'grootmoeder' noemen omdat ze dat zo oud vond klinken. Wij noemden haar altijd 'mémé'. Ergens vonden we dat wel interessant, want iedereen op school had wel een oma, maar wie had er nu een mémé?! Mémé leefde in vrij grote welstand en deed nooit iets zelf. Ik vermoed dat ze nog geen ei kon bakken. Maar in één ding had ze zich gespecialiseerd en dat was het maken van een chocoladecake die eigenlijk geen cake mocht heten want er werd niets gebakken. Iedere keer dat ze bij ons op bezoek kwam had ze zo'n cake bij zich en altijd werd zij met veel gejuich ontvangen. Wij prezen haar met z'n allen de hemel in en zij glom dan van trots.

Ons enthousiasme was niet geveinsd; we vonden hem inderdaad heerlijk. Dat de zoete traktatie zo ongeveer alles bevatte wat slecht voor een mens is, suiker, boter, rauwe eieren, deerde nog niemand in de jaren vijftig en zestig.


Ook nu smaakte hij me weer heerlijk. Maar sorry Jos en sorry Arretje...... voor mij blijft die zoete lekkernij toch altijd Mémé's Cake heten.

donderdag 11 augustus 2011

Moe(deloos).

Ik heb het vandaag weer druk gehad. Druk, druk, druk zelfs. Wanneer ik zoiets zeg dan is dat geen loze kreet, dan is dat gewoon zo. Toch zijn de reacties op zo’n uitlating meestal een wat spottende lach of een keiharde ontkenning: ‘Hoe kan jij het nou druk hebben? Je bent met pensioen. Je werkt niet meer. Je hebt toch alle tijd van de wereld.’ Het is bekend dat mensen die nog in het arbeidsproces zitten altijd denken dat mensen met pensioen of zo niets meer omhanden hebben en blij zijn als ze even een brief naar de postbus kunnen brengen, maar tot mijn verbazing zijn er ook mensen die zelf ook al lang niet meer buiten de deur werken en toch ook niet kunnen of willen geloven dat een 65+er het druk, ja zelfs druk, druk, druk kan hebben.

Ik ben zo langzamerhand verschrikkelijk moe geworden van het steeds maar weer moeten uitleggen dat het toch echt waar is: ik hèb het druk, iedere dag weer. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. En kom nu niet aan met kulverhalen dat het wel tussen mijn oren zal zitten of dat ik overdrijf. Ik ben de hele dag bezig. Niet altijd met belangrijke, bijzondere of uiterst nuttige zaken, maar wel altijd bezig.
Ik heb veel liefhebberijen en een brede belangstelling. Ik ben creatief en vind het leuk dingen te maken. Ik hou van schrijven en doe dat veel en vaak. Ik heb de fijne kanten van de computer ontdekt en gebruik talloze toepassingen die mij niet alleen plezier bieden, maar ook nog nuttig en handig zijn. Ik onderhoud een paar websites die niet alleen mezelf, maar ook heel veel anderen tot nut zijn. Ik hou van wandelen, winkelen en lezen. Ik ben ook nog een sociaal wezen die contacten onderhoudt met vrienden en familie. En ja…. Ik ben ook nog huisman. Al die dingen, en nog veel meer, zijn te veel om op één dag te doen. Ik moet keuzes maken. Ik moet vroeg opstaan en mezelf aan het eind van de dag met zachte dwang naar bed sturen. Iedere dag heeft, om het zo maar eens te zeggen, voor mij te weinig uren.

Eigenlijk ben ik best blij met deze situatie. Het woord ‘vervelen’ komt in mijn woordenboek niet voor. Ik doe wel eens niks, maar dan is het gewoon even lekker niks. Het lijkt me verschrikkelijk om de hele dag te zitten labbekakken achter de spreekwoordelijke geraniums tot de dag eindelijk weer voorbij is en je van jezelf naar bed mag.

Wat mij soms boos maakt is dat zo veel mensen mij niet gewoon willen geloven, op mijn woord. Ik ben toch geen leugenaar of fantast! Ik ben daar ontzettend moe van geworden. Moedeloos. Ik heb me dan ook voorgenomen nooit meer tegen iemand te zeggen dat ik het druk heb. Ik heb gewoon geen zin meer om steeds weer hun spottende glimlach te moeten weerstaan en hen steeds weer iedere keer te moeten overtuigen. Alleen mensen die zelf ook de dag tot aan de nok toe gevuld hebben geloven en begrijpen mij. Het zij zo. Ik hòef die anderen niet te overtuigen. Ik kan mijn tijd wel beter gebruiken. Misschien krijg ik het dan ook nog eens een ietsje minder druk.

dinsdag 28 juni 2011

Noodweer bij de N.S.

Een paar herfstbladeren op de rails, een klein beetje vorst, een flinke onweersbui, er is niet zo heel veel nodig om het spoorverkeer in Nederland totaal te ontwrichten.

Gisteren was er voor vandaag erg slecht weer voorspeld en de N.S. kondigde al meteen aan dat om die reden de dienstregeling zou worden aangepast. 'O, wat aardig,' denk je dan, 'de N.S. zet wat extra treinen in om er zeker van te zijn dat al haar reizigers, ondanks het vreselijk slechte weer, toch nog op tijd en op een comfortabele wijze naar huis kunnen gaan.' Maar neen. Voor de N.S. betekent dit dat het treinverkeer sterk wordt ingekrompen. Daarmee laat ze dus haar klanten doodleuk in het noodweer op het perron staan.

Maar dan blijkt het ontzettend mee te vallen met dat noodweer. ANWB en KNMI krabbelen terug. 'De N.S. zal nu haar noodplan ook wel intrekken.' denk je dan,'Het is nu immers niet nodig meer. De treinen kunnen dus gewoon weer gaan rijden volgens de normale dienstregeling.' Maar neen, dat ligt niet zo simpel. 'De reizigers zouden daardoor in de war raken,' zegt de N.S. 'Het is beter om een eenmaal genomen besluit maar gewoon te handhaven. Dan weet de reiziger tenminste waar hij aan toe is.'

'Ben ik nu gek?' denk je dan.'Hoeveel aanpassingsvermogen heeft een mens nodig om zich aan te passen aan een normale situatie?????!'

Het is duidelijk: de N.S. projecteert haar eigen onvermogen adequaat in te spelen op een veranderde situatie op haar klant, de reiziger, die zij weer eens, ondanks de bijna tropische hitte van vandaag, doodleuk in de kou laat staan.

maandag 27 juni 2011

Bokma, Bokma, Bokma, Bokma.

De flessen van Bokma zijn robuust en daardoor behoorlijk zwaar. 650 gram leeg en gevuld met water, of met jenever, een kilo zwaarder, 1650 gram oftewel 1,65 kilo. Dat gewicht moest ik in mijn rugtasje meesjouwen gisteren, tijdens mijn wandeling, en ik vond dat niet prettig.

Ik ben nu een zestal weken aan het afvallen en ben in die tijd 6,6 kilo kwijtgeraakt. Dat zijn 6,6:1,65= precies vier volle flessen Bokma! Dat wil dus zeggen dat ik nu tijdens mijn wandelingen het gewicht van vier flessen Bokma minder mee hoef te sjouwen als anderhalve maand geleden. Dan had ik gisteren toch eigenlijk niets te klagen, met die ene fles.




zondag 26 juni 2011

Schat, staat de Bokma koud?

Precies het goede weer voor het maken van een stevige wandeling. Toen ik mijn tas inpakte ontdekte ik dat ik nergens een pet-fles had liggen die ik, met drinkwater gevuld, zou kunnen meenemen. Het enige bruikbare in huis was een lege Bokma-fles die al klaar stond om te worden afgevoerd naar de glasbak. Hoewel die fles van zichzelf al zo'n 650 gram weegt en gevuld met water dus 1650 gram, moest ik hem wel meenemen. Er was geen andere keus.


Voordat ik deze foto maakte heb ik wel zes keer om me heen gekeken of er niemand aan kwam en voordat ik de fles aan de lippen zette wel tien keer.

dinsdag 14 juni 2011

Wandelen met plezier.

Er zijn veel redenen om NIET te gaan wandelen:

- Het zou wel eens kunnen gaan regenen.
- Ik heb er eigenlijk geen tijd voor.
- Ik heb overal pijn in mijn lijf.
- Ik heb niemand die gezellig met me mee wandelt.
- Ik ben al zo moe.
- Ik ben bang voor al die kriebelbeestjes in het bos.
- Ik ben lui geboren en dat gaat nooit meer over.
en zo zou ik er heel gemakkelijk nog wel 20 kunnen verzinnen.

Er is slechts één reden om WEL te gaan wandelen.
- Het is zo ontzettend verschrikkelijk leuk en lekker wanneer je eenmaal bezig bent en voelt dat je bloed weer door je lijf gaat stromen en je weer tot leven komt!

Vandaag de Zes-bergenroute gelopen, langs en over de zes bergen rondom Huizen. De Woensberg, Tafelberg, Trapjesberg, Sijsjesberg, Eukenberg en Aalberg. Een wandeling van 16 km, die wel erg mooi is, maar, omdat hij wat verouderd is, wel wat verbeteringen behoeft. En dat ga ik doen. Ik maak er gewoon een alternatieve zes-bergenroute van.

maandag 13 juni 2011

Weegdag.

Het is vandaag tweede pinksterdag,
Het is vandaag maandag........... maar..... bovenal......
Het is vandaag weegdag!

Dit vereist enige verklaring. Omdat mijn buik zich weer eens ontwikkeld had tot buitensporige proporties ben ik weer eens aan het lijnen gegaan. Wanneer ik bij het naar bed gaan in de spiegel keek dacht ik: 'Wie is in hemelsnaam die rare dikke vent met die afschuwelijke dikke pens, daar in de kamer?'.

Ik doe dat lijnen altijd rigoureus. De drie maaltijden blijf ik gewoon nemen, net als anders, maar daar tussendoor snoep ik niets. En al ik zeg 'niets', dan is dat ook helemaal niets. Geen dropje, geen koekje, geen plak kaas uit de koelkast, geen gelik uit de chocoladepasta-pot. Niets. Een andere manier kan ik niet aan. Het is bij mij alles of niets. Wanneer ik één klein stukje chocola zou nemen dan schieten bij mij de remmen los en eet ik het hele bonbonbloc achter elkaar op. Helemaal!

Vier weken ben ik nu bezig en vooral in het begin vlogen de kilo's er af. Om precies te zijn, bijna zes kilo is er nu af. Omdat je gewicht toch een beetje schommelt moet je niet iedere dag op de weegschaal gaan staan. Beter is één keer per week en altijd op dezelfde tijd. Bij mij is dat op maandag dus. Meteen na het opstaan, na de ochtendplas en schoon aan de haak.

Het viel zowaar niet tegen vanmorgen. Weer een dikke pond, 600 gram er van af. Het gaat dus wat minder snel als in het begin, maar dat is normaal en ik moet tevreden zijn. Ik herken mezelf weer als ik mijn blote lijf in de spiegel bekijk. Ik kan mijn zomerkleren, waar ik kort geleden met geen mogelijkheid nog in paste, weer aan en de lovehandles zijn zo goed als verdwenen. Een klein, goedaardig en aandoenlijk mannenbuikje is nog over. Daar valt mee te leven.

Natuurlijk stopt het hier niet en ga ik gewoon lekker op deze voet verder. De tomeloze vreetpartijen van weleer zijn voorgoed voorbij. Ik zal nu weer heel goed een gebakje kunnen eten op een verjaardag, maar het ongebreidelde snaaien en graaien en schranzen, daar begin ik niet meer aan. De prijs is me te hoog.

Nu de rest van de conditie nog. Ik heb nu een dikke drie jaar, vanaf het begin van de ziekte van Ans, maar wat lopen labberkakken en dat is niet goed. Bewegen moet een mens, en dat ga ik nu weer doen. Ik heb al plannen voor het lopen van het Waterkeringpad, een fraaie route over dijken en door weilanden naar Amsterdam. Niet in één keer hoor. Ik doe het in twee etappes, de eerste naar Muiden, dan neem ik de bus terug, en doe de volgende dag Muiden-Amsterdam.

Daarna begint het echte werk en ga ik meerdaagse wandelingen maken op de Veluwe en zo. Met overnachting bij VodF. Ik ga de nieuwe wandelsokken die ik jaren geleden al heb aangeschaft, nu eindelijk eens uit, nee, niet uit het vet, maar uit de verpakking halen.

Ter voorbereiding heb ik vanmiddag mijn vaste rondje door het bos in de buurt maar weer eens gelopen, dit keer, om in de stemming te komen, met echte wandelschoenen en -sokken aan. Een uur stevig doorstappen. Aan de randen van het bos kom je dan nog wat hondenuitlaters tegen, maar verderop loop je vrijwel alleen. En dat komt goed uit, want ik heb nog al eens de neiging uit volle borst te gaan lopen zingen wanneer ik zo aan het genieten ben en het geluid dat ik dan produceer klinkt eigenlijk maar één iemand aangenaam in de oren.
Mijzelf.

Soms heeft het wel voordelen wanneer je gehoor wat achteruit gaat.

vrijdag 13 mei 2011

Vrijdag de dertiende.

Tekst volgt.

Tekst geplaatst op 13 juni 2011.

Van verschillende kanten werd mij op een ietwat ongeruste toon gevraagd waarom die twee blogjes, deze en de daar aan voorafgaande, maar niet ingevuld werden. Het doet mij deugd dat er toch nog mensen zijn die met een zekere regelmaat deze weblog volgen en ook nog eens bezorgd worden wanneer ik een tijdlang niets publiceer.

De verklaring hiervoor is eenvoudig. Ik heb maar één lijf en een dag duurt helaas maar 24 uur, waarvan ik noodgedwongen ook nog eens een groot deel verslaap. Als ik het één doe, kan ik het andere niet doen.

Ik wilde wat over vrijdag de dertiende schrijven. Volgens velen een ongeluksdag. Onzin natuurlijk. Voor mij is het juist een geluksdag, maar dat is niet zo verwonderlijk, want voor mij is iedere dag een potentiële geluksdag. Het is maar wat je er zelf van maakt.

Omdat ik het juist die dag weer eens ontzettend druk had 'reserveerde' ik voor die dag alvast maar een leeg blogje, met de bedoeling het later nog eens in te vullen. Helaas kwam ik daar ook in de weken daarna niet toe.

En dat over die jonkvrouw? Ook dat komt nog wel eens een keer....

woensdag 11 mei 2011

In memoriam: W.A. Wagenaar


Een paar weken geleden, op 27 april 2011, overleed prof. dr. Willem Albert Wagenaar. Hoewel we wisten dat hij al geruime tijd ernstig ziek was, kwam zijn overlijden toch als een grote schok.

Prof. dr. W.A. Wagenaar bekleedde een groot aantal functies bij verschillende universiteiten. In 2006 ging hij met emeritaat. Collega's en studenten roemden hem om zijn scherzinnigheid en bevlogenheid. Hij was vooral een bijzonder aimabel man, met veel gevoel voor humor. We zagen hem regelmatig op het televisiescherm wanneer hij vanwege zijn grote deskundigheid op het gebied van het menselijk geheugen betrokken was bij de afhandeling van welbekende strafzaken.

In de 'Wereld van de Toverlantaarn' genoot hij vooral bekendheid vanwege de onnavolgbare toverlantaarnvoorstellingen die hij met hulp van wat familieleden regelmatig gaf in het sfeervolle theater dat hij in zijn villa in Zeist had ingericht.


Bij degenen die het voorrecht hadden zo'n voorstelling een keer bij te kunnen wonen liet deze altijd een onvergetelijke indruk achter. Daarnaast was hij een bevlogen verzamelaar van toverlantaarns en aanverwante objecten. In de loop der jaren wist hij een imposante verzameling op te bouwen.

Het is nog even niet te bevatten: Willem Albert is niet meer. In onze herinneringen zal hij nog lang blijven voortleven.

dinsdag 10 mei 2011

Oud Valkeveen.

Oud Valkeveen...... het bestaat al zo lang ik mij kan herinneren. Vroeger, toen ik nog een kind was, was het al een geliefde bestemming voor schoolreisjes. Waarschijnlijk was het toen nog niet veel meer dan een grote speeltuin. Met z'n allen in de bus, luidkeels en eindeloos het lied 'Ik heb een potje met vet' zingend en snoepen tot je er kotsmisselijk van werd. En natuurlijk op de terugreis, wanneer we de straat inreden waar onze school aan lag, allemaal wegkruipen tussen de banken zodat onze ouders een lege bus zouden zien ariveren en zich, zo verwachtten wij, halfdood zouden schrikken.

Zondag waren mijn zoon en vier kleinkinderen op bezoek. Ze zouden naar Oud Valkeveen gaan, hier vlak in de buurt, en vroegen of ik zin had om mee te gaan. 'Waarom niet?' dacht ik. Even later viel ik van de ene verbazing in de andere. Na het passeren van de toegangspoort kwam ik in een andere wereld terecht. De grote speeltuin was uitgegroeid tot een waar pretpark. Hoewel.... zelf noemen ze het een Speelpark en die benaming past meer bij deze kind- en oudersvriendelijke plek. Het park ziet er schoon en zeer overzichtelijk uit. Ouders kunnen gezellig gaan zitten brunchen aan een van de picknicktafels in het centrum of lekker lui aan het strand van het Gooimeer gaan liggen bruinbakken, terwijl de kinderen veilig hun gang kunnen gaan. Alles werkt en bij alle attracties is iemand van de Crew aanwezig die de boel in de gaten houdt.


De kinderen trokken mij mee van atractie naar atractie. Een klimvulkaan, een glijbaan, een schommelvliegtuig, een draaimolen, een bijenmolen, botsauto's, een oldtimerbaan, een pirateneiland, boemeltreintje, trampolines, een kinderboerderij en zelfs een heuse achtbaan. Van de meeste atracties genoot ik alleen als toeschouwer, maar ik fietste wel op de waterfiets over het grote meer, reed mee in een botsautootje dat bestuurd werd door een kleindochter en klom zelfs in een wagentje van de doodenge achtbaan. Ik voelde me weer een dagje lang jong en op schoolreisje. Geweldig, wat een dag!!!

dinsdag 29 maart 2011

Een pad door het riet.

Ik trek mijn wandelschoenen aan
al opgewekt en blij
Ik weet niet waar ik heen zal gaan
de wereld is van mij.


Dat zong ik uit volle borst toen ik vanmorgen opstond en meteen al in de gaten had dat het weer een mooie, zonnige dag zou gaan worden. Een dag om een heerlijke wandeling te gaan maken. Een paar uur later reed ik op de fiets naar Naarden/Bussum, op weg naar het beginpunt van het Laarzenpad, aan de zuidrand van het Naardermeeer. 'Vergeet uw laarzen niet' stond er bij de route vermeld, 'want het kan er flink drassig zijn', maar ik verwachtte dat die laarzen, na zo'n lange periode van droogte, niet nodig zouden zijn en dat klopte ook.

Het is een erg mooie wandelroute. Grootdeels tussen het riet en moerasbosjes door, over smalle bruggetjes, over graskades en weilanden en ook nog langs een tweetal vogelobeservatiehutten met een fraai uitzicht over het Naardermeer en haar populatie.


Er gaan tijdens zo'n wandeling heel wat gedachten door mijn hoofd, maar één steeds terugkerende gedachte is:

'Wie ben ik, dat ik zo van al dat moois mag genieten?!'

donderdag 24 maart 2011

Een pad door een bos.

Door de komst van een tweede Ivan-schilderij moest het 'Een pad door een bos met herder en schapen' dat al vele jaren lang op de plek boven de bank hing, het veld ruimen.


Ik wilde het oneervol afvoeren naar zolder, maar Lucille maakte mij attent op de naam van de schilder, A. Sleeswijk. Wie is dat? Een Gooische schilder? Dat zou gezien het onderwerp niet zo gek geweest zijn. In dat soort gevallen biedt internet meestal uitkomst. Na wat gegoogle werd mijn duidelijk dat die Sleeswijk toch niet zo'n dertien-in-een-dozijn-schilder was geweest als ik verondersteld had. Schilderijen van hem waren voor rond de € 1500 geveild en waren in het bezit van verzamelaars. Er was een schilderij van hem bij Kunst & Kitsch geweest. En... ik vond op een site een schilderij van hem dat opvallende overeenkomsten vertoonde met het mijne. Het mijne was breder en toonde aan weerskanten daardoor meer van het bos. Er waren op dat andere schilderij geen schapen aanwezig, bij mij wel. De plek waar de schilder gestaan had was overduidelijk op beide schilderijen dezelfde. Wat kon dat betekenen? Was het schilderij op de site een voorstudie voor mijn schilderij??? Andersom kon ik mij nauwelijks voorstellen, want de toevoeging van de schaapjes en het verbreedde formaat was een duidelijke verbetering.


Heel bijzonder is de ogenschijnlijk simpele manier waarop Sleeswijk met een paar vluchtige penseelstreken de schapen en herder heeft neergezet.

Ik heb de foto's en verdere gegevens naar een deskundige gestuurd en hoop er gauw wat meer van te horen.

woensdag 23 maart 2011

Toevalskunst?

Bestaat er toeval? Was het toevallig dat ik vorige week naar een lezing over kunst in de bibliotheek ging? Was het toevallig dat na afloop Lucille Willemsen van de Kunstuitleen nog het een en ander vertelde over een schilderij dat, was het toevallig, de dag daarvoor door iemand die het geleend had was teruggebracht?


Terwijl Lucille er nog voor stond zag ik natuurlijk al meteen wie het schilderij achter haar gemaakt had en toen zij een paar passen opzij deed wist ik al meteen zeker: dàt schilderij wil ik bij mij aan de muur. Ik had al een maand of drie geleden een ander schilderij van Ivan Mijatovic geleend.*) Ik was weliswaar van plan dit schilderij over enige tijd te verruilen voor een andere 'Ivan', maar de komst van dit nieuwe schilderij kwam wat te vroeg; ik was nog helemaal niet uitgekeken op het eerste en wilde het nog niet kwijt. Er was natuurlijk nog een andere oplossing: de eerste laten hangen en de tweede er gewoon bij nemen. Het kon immers, vermoedde ik, heel goed boven de bank hangen?!


Gisteren kwam Lucille het 1 meter bij 1 meter grote schilderij persoonlijk brengen. Ik had een bord naast de deur gehangen met de tekst 'WELKOM IN IVANOPOLIS' Met wat feestelijk vertoon werd het schilderij dat daar al hing, een herder met schaapjes, door mij van de muur gehaald en vervolgens hing Lucille de Ivan ervoor in de plaats. Het was meteen goed. niet te hoog en niet te laag en het schilderij kwam op die plek prachtig uit. Ook de combinatie van de twee schilderijen was perfect. Het kijken naar het eerste schilderij stemde mij al heel gelukkig, het zien van beide schilderijen, die elkaar zo goed aanvullen en versterken, geeft mij nu meer dan een dubbel geluksgevoel.

(Machu Picchu. Zie ook mijn blogs van 21, 22, 23 december 2010)

maandag 21 maart 2011

Kwetsen.

Een hele tijd geleden alweer startte ik een tweede webblog en noemde die 'Hencs Vrije Blog'. De bedoeling was daar de stukjes op te plaatsen die mogelijk door sommige lezers als kwetsend zouden konden worden beschouwd. Ik heb nu eenmaal soms nogal uitgesproken meningen en opvattingen op het gebied van politiek, religie, seks en andere min of meer gevoelige zaken en sommigen daarvan zouden anderen kunnen kwetsen. Erg groot is deze tweede weblog niet geworden, want ach...... zo heel veel kwetsende dingen schrijf ik nu ook weer niet. Ik heb daarom het besluit genomen deze weblog te stoppen en de stukjes die er nu op staan geleidelijk over te plaatsen naar mijn 'gewone' blog. Uiteindelijk kan iemand die voelt aankomen dat hij of zij wellicht misschien eventueel gekwetst zou kunnen worden, altijd stoppen met lezen.


Ik hecht er grote waarde aan open en bloot voor mijn opvattingen uit te kunnen komen. Bedenk dat het nimmer mijn bedoeling is wie dan ook onnodig pijn te doen, te beledigen of hoe dan ook te kwetsen. Wanneer dit onverhoopt toch een keer gebeurt, dan betreur ik dat ten zeerste.

zondag 20 maart 2011

Heel vervelend (1)

Mensen die je met een brede glimlach aankijken - zo van: 'wat istie lief hè....' - terwijl hun hond in het bos tegen je aanspringt en met zijn bemodderde poten je nieuwe jas vervuilt.

zaterdag 19 maart 2011

Straatkonijn (4)

De verhouding tussen Gijs, ons straatkonijn, en mij lijkt een ietsje te zijn bekoeld. Omdat ik hem toch wel erg vaak aantrof in mijn voortuintje en zag hoe hij de daar aanwezige planten en struiken wel heel erg lekker scheen te vinden, zag ik mij genoodzaakt zijn maaltijden toch maar eens op een niet al te brute wijze te onderbreken en hem van mijn grondgebied te verjagen. Ik deed dat niet graag, want het is natuurlijk hartstikke leuk hem van zo dichtbij gade te kunnen slaan, maar ik wil toch ook niet straks een kaalgevreten tuin hebben. Dat is mij dat regelmatige, maar toch altijd vrij kortstondige vermaak nu ook weer niet waard.


Hoe maak je een straatkonijn duidelijk dat hij wat mij betreft van harte welkom is in de voortuin van de buren, maar niet op die paar vierkante meter die bij mijn huis horen? Gijs zal het niet begrepen hebben. Hij keek mij in ieder geval heel verwijtend aan toen ik hem met enig handgeklap verjaagde en wanneer ik nu 's morgens de gordijnen open, zie ik hem ook niet meer zitten aan de overkant van de straat.

vrijdag 11 maart 2011

Gelukkig.



Ik prijs mij gelukkig dat ik heb geleerd niet alleen anderen te vergeven, maar ook mijzelf.

donderdag 10 maart 2011

Wat een genot, wat een plezier.

Er zijn natuurlijk heel veel mannen die met plezier en vlijt de huishouding runnen, maar ik behoor daar niet toe. Ik ben daarin niet de enige, want ik zie maar al te vaak om me heen hoe alleenstaande mannen er een zootje van maken en hun huis compleet laten verloederen. Een dikke laag stof op de meubels, het sanitair in een dergelijk vervuilde staat dat je liever klapt dan daar je plas te gaan doen, deurknoppen die te vies zijn om beet te pakken, van die dingen.

Toen ik er bijna drie jaar geleden alleen voor kwam te staan, kon ik in het begin nog wel de discipline opbrengen om alles goed te onderhouden. Ik lag op mijn knieën de badkamertegels te boenen, lapte de ramen en maakte de koelkast schoon. De laatste tijd echter, ik moet het bekennen, werden dergelijke werkzaamheden steeds minder frequent door mij uitgevoerd. De kamer stoffen en zuigen, de was draaien, mijn bed opmaken, dat ging allemaal nog wel, maar al dat schrobben en boenen stelde ik zo lang mogelijk, te lang eigenlijk, uit.

Sinds vanmorgen heb ik voor al die vervelende karweitjes een hulp in de huishouding. Wat een luxe, wat is dat heerlijk! Ik zat lekker ontspannen uitgebreid te kleppen door de telefoon met een vriendin terwijl er boven in de badkamer iemand voor mij aan het werk was. Mijn eerste indruk is dat ik het ontzettend met haar getroffen heb. Ik heb nog wel een beetje last van schuldgevoel; ik ben het niet gewend een ander voor mij te laten werken, maar aan de andere kant geniet ik er van met volle teugen. En aan verveling kom ik echt nog niet toe. Er blijven nog genoeg dingen over om te doen. Leuke dingen.

woensdag 9 maart 2011

Wolluis (2)


Helaas, helaas, ik heb de strijd verloren. De wolluis, een diertje dat je nauwelijks met het blote oog kunt waarnemen, heeft gewonnen. Nu is het natuurlijk wel zo dat zij met zeer velen waren en ik in m'n eentje; dat vijzelt mijn gevoel van eigenwaarde weer wat op. Het was gewoon een ongelijke strijd.

Bijna dagelijks ging ik de witte vlokjes te lijf met een penseel en een kommetje spiritus. Steeds wanneer ik weer wat hoop begon te krijgen dat ze de strijd hadden opgegeven, kwamen ze toch weer terug. Vier orchideeën had ik al in de loop van de tijd weggegooid; vandaag heb ik alle moed verzameld en ook de laatste vier in de kliko gedeponeerd. Best wel pijnlijk, want de orchideeën waren mijn trots. Ze schonken mij een geweldige bloemenpracht, vele jaren lang.

Wat nu? Eerst maar even alles grondig schoonmaken, vensterbank, ramen, gordijnen, en dan, als ik zeker weet dat er zich geen enkele wolluis meer verscholen heeft in een hoekje of gaatje, voorzichtig weer een enkele orchidee aanschaffen. Wanneer dat goed gaat, kunnen er meer volgen. De vensterbank is wel erg kaal geworden.

zondag 6 maart 2011

Straatkonijn (3)


Gijs, ons straatkonijn, maakt voor het nuttigen van zijn maaltijden zeer vaak gebruik van mijn voortuin. Wat hij daar precies eet weet ik niet, maar zolang hij maar van mijn dure buxushaagje afblijft, vind ik het best. Nu schijnen buxussen vergiftig te zijn en zo'n beest heeft dat soort dingen ingeprogrammeerd, dus ik denk dat hij er geen blaadje van zal nemen. Kennerlijk blijft er genoeg voor hem over dat wèl interessant is, want ik zie die kaken in dat kleine bekkie van hem voortdurend op en neer gaan.

Om wat terug te doen voor al die gratis bij mij genuttigde maaltijden zit hij elke dag 's morgens aan de overkant van de straat op mij te wachten tot hij gezien heeft dat ik weer gezond en wel ben opgestaan. Dat is een prettig idee, al vraag ik mij wel af wat hij zal doen wanneer ik eens een keer niet mijn bed uit kom. 112 bellen???