woensdag 16 januari 2013

O die iPad!

De iPad van Apple is erg duur, heel snel, ziet er gelikt uit en heeft eigenlijk maar één nadeel: je kunt er niks mee.

Nou niks is wel wat overdreven, want de foto's die er op staan worden perfect weergegeven, de filmpjes die er op staan worden haarscherp en zonder stotteren vertoond, de eBooks laten zich prettig lezen, de muziek klinkt acceptabel, er zijn  heel veel mooie apps verkrijgbaar, alleen......... het probleem is: hoe krijg je die foto's, films, boeken en muziek er op? Ja, kopen via iTunes, dat gaat heel gemakkelijk, maar ik bedoel al die zelfgemaakte filmpjes en andere producten. Op mijn oude (Android)tablet was dat een piece of cake, een fluitje van een cent. Gewoon even de usbstick met foto's in de usbpoort stoppen, de bestanden van de stick naar het tablet slepen en klaar was Kees, eh... Henc.

Apple moet gedacht hebben: waarom zou je het heel simpel doen wanneer het ook verschrikkelijk moeilijk kan? Je zoekt op de iPad dus tevergeefs naar een usbpoort en ook naar een gleuf waar zo'n handig SD-kaartje uit je fotocamera in past. Vanaf de eerste iPad die van de productieband kwam was iedereen daar verbijsterd over, maar de vierde versie die ik heb, heeft die slimme poorten nog steeds niet. Die poorten hadden het toch al zo prijzige apparaat misschien een dubbeltje duurder gemaakt in de productie. Dat dubbeltje zou ik heel graag betaald hebben, want dan had ik mijn iPad bijvoorbeeld kunnen kunnen gebruiken voor het laten zien van foto's en filmpjes van mijn kleinkinderen aan mijn kennissen.

Ik ben geen dummy op het gebied van computers. Zo'n dertig jaar geleden was ik één van de eersten die er één in huis had. Bij de computerlessen op mijn werk was ik het hele boek al door toen de anderen nog met het tweede hoofdstuk zaten te worstelen. Ik heb vele jaren lang iedereen om mij heen geholpen met de meest lastige computerproblemen. Zelfs met deze staat van dienst is het het mij echter nog niet gelukt een filmpje op de iPad te krijgen. Ook boeken en tijdschriften hielpen mij niet verder. Nergens vind ik een stap-voor-stap handleiding 'Hoe zet ik een filmpje op mijn iPad?'. Zoek het zelf maar uit. Dat heb ik vele uren lang geprobeerd, maar ik kom er niet uit. Ik word daar wanhopig, gefrustreerd, boos, beschaamd en verdrietig van. De iPad is mijn Waterloo geworden.

woensdag 9 januari 2013

Alles kan.

alles kan
behalve een scheet
op een plankje timmeren
had opa hem geleerd
en vanaf die dag
wist hij één ding zeker:
hij zou de eerste zijn
die het gelukt was
een scheet
op een plankje te timmeren.

dat viel nog lang niet mee
want scheten zijn
zoals bekend
vluchtig van aard
en moeilijk om te vangen
en steeds wanneer hij dacht
- hé hé, een scheet -
was die weer weg
voordat hij zelfs nog maar
een hamer in de hand kon nemen.

pas heel veel jaren later
was het hem
dan toch gelukt
een flinke scheet te vangen
en met wat forse hamerslagen
werd de scheet
- het was een heel erg vieze -
genageld aan het houten plankje
dat hij voor dat doel
voortdurend bij de hand had.

natuurlijk wilde hij dat feit
vol trots nu
aan de mensheid tonen maar
helaas.......
wanneer hij iemand vroeg
het wereldwonder te aanschouwen
dan draaiden zij zich al van ver
vol walging en
vervuld van afschuw om en
niemand die nog maar een stapje
dichterbij wenste te komen.


en dus leren opa's
hun kleinkind nog steeds
dat alles kan........
behalve......
een scheet op een plankje timmeren.


(Ingesproken door de auteur, Henc de Roo)

 Tweelinggedicht bij het gedicht 'Alles kan.' van Roxane van Iperen.

zondag 6 januari 2013

Puist-op-de-bil.

Al een paar dagen wordt mijn linkerbil ontsiert door een grote puist. Erger nog dan het esthetische aspect is het vervelende feit dat het zeer pijnlijk is, vooral wanneer ik op mijn billen zìt, en laat dat nu juist zijn waar billen in de eerste plaats voor geschapen werden.

Dan zit je daar dan, met je puist-op-de-bil, en wat gebeurt er? Een vreemd natuurverschijnsel. Dan is daar opeens de zon! Dan kun je natuurlijk, ondanks puist-op-de-bil, niet binnen blijven zitten, al is het maar omdat er een elektrische fiets in de schuur staat die van tijd tot tijd eens bereden moet worden vanwege de accu. Toch maar gauw naar buiten dus.

De fiets- en wandelpaden zijn al meteen weer druk bevolkt met mensen die allemaal één ding gemeen hebben: een blijde, vrolijke uitdrukking op het gezicht. Eindelijk....... het kan weer! Genieten! En al die blijde, gelukkige gezichten maken dan dat je zelf ook blij en gelukkig wordt. Je vergeet even de puist-op-de-bil, totdat je er door een oneffenheid op je pad weer heel pijnlijk aan herinnerd wordt. Auwwwww.


Wie mooi wil gaan moet pijn doorstaan en wie blij wil worden kennelijk soms ook, dus ik maak toch nog maar aardig wat kilometertjes. De volgende tocht wordt echter vast wel weer groter, zonder die ellendige puist-op-de-bil.

vrijdag 4 januari 2013

Vertrouw nooit een dichter.

Ik was eigenlijk zeer verbaasd toen ik van verschillende kanten nogal geschrokken reacties kreeg op mijn laatste gedicht, Eenzame Kerst. Begrepen mijn lezers dan niet dat men de gedichten op mijn weblog meestal niet al te serieus en zeker niet als autobiografisch moet opvatten?!

Een paar maanden geleden schreef ik al dat ik begonnen was met het maken van tweelinggedichten. De dichteres Roxane van Iperen, ook bekend als de Pleitschrijver, stuurt wekelijks een gedicht aan degenen die zich daarvoor opgegeven hebben. Ook aan mij. Ik vond het een leuke en interessante opgave voor mijzelf daar dan iedere week een tweelinggedicht bij te schrijven. Geen eeneiige tweeling. Wel hetzelfde onderwerp, maar dan vanuit een geheel andere invalshoek. De laatste keer stuurde zij me, niet zo vreemd in deze tijd van het jaar, het gedicht Eenzame Kerst. Zij had daar zoals gewoonlijk weer heel wat ingewikkelde zinnen en woorden en moeilijke zinsconstructies voor nodig. Ik wilde het, ook zoals gewoonlijk, heel simpel houden en kreeg in een flits de ultime uitbeelding van een Eenzame Kerst door. Het werd het kortste gedicht dat ik ooit schreef en waarschijnlijk ook ooit zal schrijven. Ik kon volstaan met slechts één leesteken. Een punt.

Kennelijk trof ik met die ene, enkele punt wel heel goed de sfeer van een Eenzame Kerst, want verschillende mensen werden erdoor geraakt en betuigden mij hun medeleven. Ten onrechte, maar ik kan het zien als een compliment en dat doe ik dan ook maar.

Toch maar even voor de duidelijkheid: verreweg de meeste proza in mijn blogs is autobiografisch, zij het soms een tikkeltje aangedikt terwille van het effect. Mijn poëzie daarentegen is vrijwel nooit autobiografisch, behalve de gedichten die te maken hebben met Ans; die komen regelrecht uit mijn hart. Ingewikkeld hè?