zondag 28 februari 2010

Website Genealogie.


Ik heb op deze weblog al een paar keer geschreven over de genealogie van mijn familie, die ik aan het samenstellen ben. Dat is niet iets wat je op een regenachtige zondagmiddag (zoals vandaag!) doet, daar ben je vele jaren mee bezig.

De laatste tijd heb ik er weer flink wat gegevens bij gevonden, voornamelijk dank zij het onvolprezen internet. Ik ben inmiddels aangeland in ca 1570 en het is niet te verwachten dat ik verder zal komen. In de breedte kan de genealogie echter nog best uitgroeien en dat zal dan ook zeker gaan gebeuren in de toekomst.

Het is inmiddels alleszins de moeite waard de gegevens op het internet te plaatsen en dat heb ik dan ook nu maar eens gedaan. Bekijk het resultaat van vele jaren noeste arbeid op http://www.genealogie.luikerwaal.com.

vrijdag 26 februari 2010

donderdag 25 februari 2010

Versleten.

Hoe onmisbaar is toch het oog van en vrouw in een mannenhuishouding! Ik gebruik voor het bereiden van mijn maaltijden net als de meeste mensen vaak een koekenpan. Ik heb ze in verschillende maten.

Als man denk je dan: zolang er nog een steel aan zit kan ik hem blijven gebruiken. Dat blijkt niet zo te zijn. Toen ik een keer een vriendin te eten had, merkte ze op dat de pan 'versleten' was en dat ik hem moest vervangen. Nooit geweten dat een pan kon verslijten, maar toch maar naar de Blokker gegaan en een nieuwe set aangeschaft. Meteen maar allemaal vervangen, van klein tot groot, want ik hou niet van halve maatregelen.

Wanneer zij mij er niet op attent gemaakt had, stond ik waarschijnlijk over twintig jaar nog eieren te bakken in die versleten pan. Daar moet je toch niet aan denken. Het is dus best zinvol af en toe eens een vrouw uit te nodigen bij je te komen eten.

woensdag 24 februari 2010

Het stoffigste museum.

Vandaag naar het Teylers Museum in Haarlem geweest. Wat een afgang; wat een teleurstelling! Het Teylers Museum is precies wat een museum niet moet zijn: een verzameling suffe, duffe, dooie, saaie, levenloze dingen achter glas, die je alleen mag bekijken met netjes de handjes op de rug: nergens aankomen, Jantje. Ik ben er heel veel jaren al eens eerder geweest en volgens mij is er al die tijd nog geen botje verschoven. Er ligt nog net niet letterlijk een dikke laag stof overheen, maar wel een figuurlijke.

Een elektrificeermachine die niks staat te doen is totaal niet interessant om te zien. Pas wanneer het apparaat tot leven komt, de machtige glazen schijven beginnen te draaien langs de koperen kammen en er tussen de grote messing bollen bliksemschichten heen en weer schieten, dan wordt het leuk. Niets van dit soort actie, laat staan interactie; geen knop om in te drukken, geen apparaat dat laat zien waar het voor gemaakt is. Slechts één woord is hier van toepassing: SAAI! Het Teylers Museum is het eerste en oudste museum van Nederland. Een museum dat eigenlijk zou moeten worden opgeborgen in..... eh ..... inderdaad, een museum.

dinsdag 23 februari 2010

Het kleinste bioscoopje (2)

In dat kleine bioscoopje in Alkmaar zagen we een paar dagen geleden ook het legendarische tekenfilmpje van het Bio-vakantieoord. Vroeger werd in veel bioscopen voor de aanvang van de hoofdfilm dit filmpje vertoond. Wanneer de 'gevleugelde' woorden van de kraai weerklonken: "Hé wat moet dat? Dat gaat zomaar niet. Eerst betalen!", zocht iedereen zijn portemonnee, want men wist dat even later de collectebus zou langskomen. Die werd gewoon aan een persoon op de eerste rij gegeven en daarna tot aan de achterste rij doorgegeven.

Het was niet zo vreemd dat hiervoor in de bioscopen gecollecteerd werd, want op 21 maart 1927 had de toenmalige Nederlandse Bioscoopbond, op initiatief van bioscoopexploitant Abraham Tuschinski en diens zwager Gerschtanowitz, de Stichting Bio-Vakantieoord opgericht,'voor alle gezindten'. Het doel was het opzetten van een vakantieoord in de buitenlucht voor stedelijke bleekneusjes wiens ouders het niet zo breed hadden.

Hier het laatste gedeelte van het filmpje.

maandag 22 februari 2010

Het kleinste bioscoopje (1)

Er zijn meerdere mensen die claimen het kleinste bioscoopje van Nederland in huis te hebben. Gisteren was ik met wat vrienden te gast in een theatertje dat die kwalificatie echt wel verdient. Er is plaats voor maar drie, hooguit vier stoelen, want het grootste deel van de ruimte wordt in beslag genomen door de enorme bioscoopprojector en de talloze originele films die daar opgeslagen liggen. Polygoon-journaals, cartoons, speelfilms, alles netjes in dozen en blikken. En dan is er nog natuurlijk het witte doek met, zoals het hoort, aan weerszijden stijlvolle, rode velours gordijnen.

Je beleeft hier de sensatie in de zaal te zitten en tegelijkertijd ook aanwezig te zijn in de cabine van de operateur, iets wat je elders nooit meemaakt. De operateur is de heer Barten uit Alkmaar, die dit vak vele jaren heeft uitgeoefend, al in de tijd dat er nog koolstaven werden gebruikt voor de verlichting. Dat hij dit vak altijd met liefde en toewijding heeft uitgevoerd is hem aan te zien. Hij legt geroutineerd de film in de projector en zou dit waarschijnlijk ook met zijn ogen dicht kunnen doen.

We krijgen beelden te zien van het eerste toverlantaarnmuseum in Sloten, een korte speelfilm, een Disneycartoon, het bekende filmpje van het bio-vakantieoord dat altijd voorafging aan de rammelende collectebus die werd doorgegeven, en dan.... speciaal op mijn verzoek, het onvergetelijke optreden van Freddie Frinton in de komedie 'Dinner for One', het verhaal van de adelijke dame die haar 90e verjaardag viert. Al haar vrienden zijn al weggevallen, maar er wordt nog wel voor hen gedekt en de butler neemt de rollen van de ontbrekende gasten over. De film werd tot voor kort ieder jaar rond Kerst en Oudejaar uitgezonden op de publieke tv-zenders. Ik heb haar al honderd maal gezien en iedere keer is het weer lachen, ook al weet je precies wat er gaat komen. De Nederlandse versie, met in de butlerrol Joop Doderer, is ook geweldig, maar miste wel het typisch Britse accentje.

Weinig mensen weten dat er ook een kleurenversie van deze film bestaat, in Cinemascope nog wel, en nog minder mensen hebben die gezien. Wij behoren nu tot die weinigen; dit is de zwartwit tv-versie:

zondag 21 februari 2010

Dag goeie, ouwe jas.

Hoe lang ik hem al heb, ik zou het niet durven schatten. Vele, vele jaren. Mijn goede, oude kamerjas. Hij was op sommige plekken aan het doorslijten, het ophangoogje was al lange tijd gebroken, de kleuren waren wat verlopen en hij was ongetwijfeld al jaren uit de mode.


Toen dan ook de vraag zich opdrong - nog een keer wassen of een nieuwe kopen? - koos ik voor dat laatste. Dat viel niet mee. Ik hecht nu eenmaal aan kleding en in het bijzonder aan versleten, afgedragen, niet meer kunnende, oude, maar o zo lekker zittende kleding en heb bovendien zoals de meeste mannnen een gezonde hekel aan het afsjouwen van kledingzaken op zoek naar iets nieuws, dus het kostte mij moeite afscheid te nemen van mijn geliefde kledingstuk. Nu wilde het toeval dat ik tijdens een bezoekje aan het dorp, volkomen onverwacht, ergens buiten, naast een winkeldeur, een paspop zag staan die precies de jas droeg die ik in mijn hoofd had als opvolger. Even passen, het was precies mijn maat, even pinnen en klaar! Dat maakt het verlies dan weer wat gemakkelijker te dragen.

zaterdag 20 februari 2010

De laatste sneeuwbal (2)

Vanmorgen zo tegen vieren werd ik wakker doordat ik dringend even naar de badkamer moest. 'Laat ik meteen maar even gaan kijken of het kabinet nog bestaat.' dacht ik. Ik verwachte terecht te komen in een serie herhalingen van voorgaande journaals, maar viel met mijn neus in de boter, d.w.z. midden in een live uitzending. Na zestien(!) uur vergaderen kwam de M.P. zijn boodschap vertellen. De sneeuwbal was, doordat de sneeuw niet meer pakte, met een doffe plof tegen het raam uiteengespat.

Gebrek aan wederzijds vertrouwen.... ja, dank je de koekoek. Daar hoefde je geen zestien uur over te vergaderen. Tijdens de kamerdebatten droop dat al van de gezichten van de verantwoordelijke ministers af. Ik vraag mij overigens wel af hoe deze mensen na zestien uur vergaderen in de kleine uurtjes nog een dergelijke verantwoordelijke beslissing kunnen nemen, maar ik begrijp zoveel niet. En zeker niet van de politiek.

vrijdag 19 februari 2010

Afwas.

Het klinkt misschien raar, maar een van de momenten waarop ik Ans het meeste mis, is tijdens de afwas. Een dikke veertig jaar lang deden wij die altijd samen, iedere dag, slechts onderbroken door de periode dat onze kinderen ingepland werden in het afwasrooster omdat wij vonden dat ook zij wel een kleine bijdrage aan de huishoudelijke werkzaamheden konden levereren. Een paar dagen in de week deden we de afwas dan beurtelings met één van onze zonen, de rest van de week weer samen.

Vanaf het begin van ons huwelijk weigerden we de aanschaf van een afwasmachine. Eerst waren de afwasjes nog klein. Toen er kinderen kwamen werden ze weliswaar groter, maar het afwassen was en bleef altijd een geschikt moment om even samen te zijn en bij te kletsen. We wilden het niet missen, want doordat wij allebei een druk en eigen leven leidden, kwam het er de rest van de dag vaak niet van.

Zelfs in de begintijd van haar ziekte probeerde Ans het nog vol te houden. Krom van de pijn stond zij over de gootsteen gebogen, totdat ik haar met zachte dwang wegstuurde. Nu, na zo'n anderhalf jaar alleen afwassen, is het nog steeds vreemd dat zij niet meer naast me staat. Er zijn van die dingen waar ik niet meer aan kan wennen, vrees ik.

donderdag 18 februari 2010

De laatste sneeuwbal (1)

Vanmiddag volgde ik op de televisie de debatten rond 'Uruzgan'. De grote vraag die boven dit debat hangt is: 'Zal deze regering het einde van de week halen?' Op dat moment wordt er een sneeuwbal, gekneed van wellicht de laatste, nog met moeite bijeengeschraapte sneeuw van dit jaar, tegen mijn huiskamerraam geworpen. De sneeuw 'pakt' niet meer en de bal spat met een doffe plof uiteen als hij mijn raam raakt. Een voorteken? Morgen zullen we het weten.

woensdag 17 februari 2010

De mooie Adriana.

Hij had het al eens eerder geprobeerd, mijn grootvader Cornelis. Al eerder had hij de vader van de mooie, zeventienjarige Adriana om de hand van zijn dochter gevraagd, maar toen werd hij gewogen en te licht bevonden. Hij hield echter vol en op 3 mei 1908 stuurde hij nogmaals een brief naar de heer Hendrik Kubly, hoffourier aan het paleis van H.M. koningin Wilhelmina:

Hiermede neem ik de vrijheid U eens te herinneren aan mijn schrijven van verleden jaar, misschien zult U het zich niet meer herinneren, n.l. mijne bedoelingen met Uwe dochter. Daar ik mij nù in staat acht, om de hand Uwer dochter te kunnen vragen, zou ik gaarne de eer hebben daarover a.s. Zondag met U en Uwe vrouw te komen spreken. Hopende dat het U niet ongelegen is en U nù een gunstig antwoord voor mij gereed zal hebben, teeken ik.....

Ditmaal had hij succes. Hij kon op 9 sept. met zijn Adriana Jacoba trouwen. Helaas werd hij slechts 30 jaar oud, waardoor het huwelijk maar 9 jaar duurde. In die tijd kwamen er vier kinderen. Eén daarvan was mijn vader.

dinsdag 16 februari 2010

Toen was geluk..... (14)

Waar luisterden we zoal naar?
Het begon 's morgensvroeg al met de "Ochtendgymnastiek", gepresenteerd door Ab Goubitz ('Goeiemorgen luisteraars...staat u allen klaar?'), en wat later "De Groenteman" (tsja ja ja, wat zullen we eten?), "Moeders wil is wet" en nog veel meer. Naar 'Arbeidsvitamine' luisterde ook iedereen. Gewoon alleen maar plaatjes draaien achter elkaar, maar wel altijd op verzoek van een speciaal bedrijf. Veel jongens zoals ik hadden hun bandrecorder op scherp om zo hun muziekverzameling uit te breiden.

Vader luisterde in elk geval naar 'meester G.B.J. Hilterman' zoals hij altijd plechtig werd aangekondigd door de omroeper, met zijn 'De Toestand in de Wereld'. In nog geen tien minuten wist hij de meest complexe ontwikkelingen in de wereldpolitiek helder uiteen te zetten. Zijn stellige overtuigingen, die geen tegenspraak duldden, riepen nog wel eens kritiek op.

Iedere omroep had eenmaal in de week zijn eigen bonte avond. De AVRO zijn 'Bonte Dinsdagavondtrein' Het publiek werd echt per trein aangevoerd en vanaf station Hilversum met een fanfare naar de studio's gebracht. Hier kregen o.a. Snip en Snap, Toon Hermans, Willy Alberti en Rudie Carell hun eerste landelijke bekendheid.
De 'Showboat' was van de VARA. Hier trad Wim Sonneveld op als de orgeldraaier Willem Parel (Niet op reageren, Lena). Ook Tom Manders als Dorus trad hier op, samen met 'meneer' Cor Steyn (Als ik wist dat je zou komen). De KRO bracht 'Negen heit de Klok' met al belangrijkste medewerkers Alexander Pola en Jan de Cler. Sketches en liedjes werden begeleid door het Dansorkest van Klaas van Beek. Het zuilenstelsel stond nog sterk overeind. Iemand die bijvoorbeeld lid was van de NCRV luisterde vaak uit principe niet naar de VARA, ook al was die Willem Parel nog zo leuk. In de praktijk luisterden ze natuurlijk stiekem wel.

De bioscopen en straten waren leeg wanneer 'De Familie Doorsnee' op de radio was. De teksten waren van Annie M.G. Schmidt en de muziek van Cor Lemaire. 'In Holland staat een huis' zat vol liedjes die iedereen uit die tijd nog steeds moeiteloos kan meezingen, zoals 'Alie Cyaankali' en 'Will you have a cup of tea?'. De hoofdfiguren werden gespeeld door Cees Laseur, Sophie Stein, Kees Brusse, Lia Dorana, Hetty Blok en Jo Vischer Jr. De scènes werden aan elkaar gepraat door Wim Ibo.

Bijna net zo succesvol was de serie 'Koek en Ei'. Iedereen uit die tijd hoort nu in gedachten de herkenningsmelodie 'How do you like your eggs in the morning'. Ko van Dijk was hier de kantoorbediende Albert de Koning, Conny Stuart was zijn vrouw Jo, maar het meest populair waren toch wel de twee opa's, Joop Doderer als Opa Bobby (‘De pindakaas is op !’) en Johan Kaart als Opa Roel Spruyt (‘Nou zou ik wel eens een mok sterke thee lusten, maar dan ook een mok!’).

En dan had je natuurlijk de spannende hoorspellen. We zaten ademloos aan het toestle gekluisterd voor 'Sprong in het heelal' waarin de bemanning van ruimteschip Discovery de sprong waagt naar de rode planeet Mars. Nog spannender was natuurlijk 'Paul Vlaanderen', zonder twijfel het beroemdste radiohoorspel dat ooit in Nederland werd uitgezonden. Compleet met het geluid van voetstappen in het grint en natuurlijk de stemmen van Jan van Es als Paul, Eva Janssen als zijn vrouw Ina en Donald de Marcas als het hulpje Charlie.

maandag 15 februari 2010

Genealogie.

Vrijwel iedereen die begint met onderzoek naar zijn familie, hoopt toch wel een beetje te ondekken dat hij nog van adel is, of dat er bekende personen uit de geschiedenis in zijn familie voorkomen. In verreweg de meeste gevallen blijkt dat niet zo te zijn. Niet zo verwonderlijk, want het grootste deel van de mensheid bestaat nu eenmaal uit aardige, prima, goedwillende, maar 'heel gewone' mensen. Ook mijn voorvaderen waren van die heel gewone, hardwerkende mensen. Geen baronnen of graven, maar kuipers en timmerlieden. Geen Michiel de Ruyter of Aletta Jacobs, maar een Pieter de Roo en een Pleuntje van der Werve.

De oorsprong van mijn familie ligt in Schiedam. Tot omstreeks 1910 stond alles in Schiedam in het teken van de uit kleine bedrijven bestaande moutwijn-industrie. Op haar hoogtepunt, in 1883, waren 3500 Schiedammers hiervan afhankelijk en ook de meeste van mijn voorvaderen uit die tijd verdienden hun schamel inkomen voornamelijk in de jenever. Ik ontdekte nog een tweede tak van mijn familie in Schiedam en kwam er achter waarom die twee zo'n gescheiden bestaan leidden: die tak was Rooms en mijn eigen familie was, net als bijna de hele Schiedamse bevolking, protestants, Nederlands Hervormd om precies te zijn, en die twee geloofsuitingen verdroegen elkaar slecht.

Dieper gravend in het familieverleden ontdekte ik dat enkele generaties daarvòor hun brood verdienden op zee, in de scheepvaart, als schipper, of hooghbootsman. Ook dat komt overeen met de geschiedenis van Schiedam, want in de zeventiende eeuw moest de bevolking daar het voornamelijk hebben van de haringvisserij en de vrachtvaart. De jenever kwam pas later. Over één van mijn voorvaderen, geboren in 1644, lees ik in Notariële Bronnen van Schiedam:

Schipper Adriaen Adriaenz de Roo zat omstreeks 1683 in Turkse gevangenschap. Zijn echtgenoot Jannetje Jans bezocht op 5 sept. de notaris i.v.m. een machtiging tot ontvangst van verzekeringsgelden. Ariaen verklaart later, op 14 febr. 1698 op verzoek van Arien Teunisz Grobber, dat 'deze in 1682 als kok met hem meegevaren is naar St Tubes op het schip "De Aeckerboom" en dat op de terugreis hun schip door een kaper uit Tunis is veroverd en dat de voorn. Grobber eerst voor kort uit de slavernij is losgelaten.'

Dat soort ontdekingen zijn toch wel de krenten in de pap, natuurlijk. Die maken van een droge, genealogische opsomming opeens een spannend jongensboek.

zondag 14 februari 2010

Orchidee (6)


Sorry hoor, ik had beloofd niet meer over mijn orchidee te schrijven, maar zij staat er momenteel zo schitterend bij, dat ik het toch niet kan laten. Bijna alle knoppen zijn uit nu; ik tel zestien mooie, grote bloemen en nog twee in de knop, teveel schoonheid om in één foto te vangen. En dat alles komt dan uit één klein groen puntje.....


Nu was het dan toch echt de allerlaatste keer, hoor.....

zaterdag 13 februari 2010

Lekkel gegeten.

Het is gelukt! Dank zij de 'Power of Positive Thinking' kon ik vanavond toch nog aanzitten aan het diner dat mijn vriend Teun gaf ter gelegenheid van zijn xx-ste verjaardag, bij de Chinees. En dat terwijl ik een paar dagen geleden nog niet uit mijn ogen kon kijken van de verkoudheid. Steeds hield ik mijzelf voor: -het gaat al de goede kant op... zaterdag ben ik beter..., en ja hoor... vanmorgen nergens meer last van.

Lekker gegeten, gezellige mensen, leuke gesprekken, daar knapt een mens weer van op!

vrijdag 12 februari 2010

Martinus en Maria.

Veertien jaar was het meisje Maria toen ze trouwde met een van mijn voorvaderen Martinus, die toen ook nog maar net zeventien jaren oud was. Ze moesten wel al zo jong gaan trouwen, toen in 1819, want de kleine Pieter kwam eraan.

Nu ik toch snipverkouden ben en verder weinig doen kan, ben ik maar weer eens in de genealogie van mijn familie gedoken. Dat ik leuk werk, vooral als je zoals ik de mazzel hebt dat bijna heel je familie uit Schiedam stamt. Het gemeentearchief daar biedt een volgens mij unieke service, een digitaal datasysteem waarin iedereen vrijuit kan zoeken naar zijn voorvaderen. Ook zijn er afbeeldingen van de originele aktes te bekijken en zelfs gratis te downloaden in een hires-kwaliteit. Dit maakt het mogelijk om de meeste van mijn werkzaamheden gewoon thuis, achter de computer, uit te voeren. Een geweldige luxe, want de meeste mensen moeten voor hun gegevens soms erg verre reizen maken.

Ja, die Martinus en Maria.... ze waren nog zo jong dat ze tenminste zestien kinderen op de wereld konden zetten. Tenminste, want alleen de kinderen die in Schiedam zijn geboren zijn mij bekend. Het kunnen er dus heel goed nog meer zijn geweest. Het valt meteen op dat er zes Pieters bij zijn. Dat betekent dat er zeker vijf al heel jong overleden of misschien wel doodgeboren zijn. Niet ongewoon in die tijd. Iedere keer kwam er weer een nieuwe Pieter, want er moest toch in ieder geval één kind vernoemd zijn naar zijn grootvader.

Al die kinderen, het heeft Martinus niet uitgeput. Hij is 69 jaar geworden en dat was, zeker voor die tijd, helemaal niet slecht. Hoe oud Maria is geworden weet ik (nog) niet.

donderdag 11 februari 2010

Verkouden.

Al maandenlang ben ik verkouden. Soms gaat het even een paar dagen wat beter, maar al gauw begint dat ellendige hoesten en proesten weer. Ik blijf dat houden, weet ik uit ervaring, tot eindelijk de lente weer losbarst. De Hollandse winters zijn niets voor mij. Ik haat ze.

Zaterdag geeft mijn vriend een diner. Daar wil ik heel graag naar toe en daarom probeer ik mij hardnekkig met positieve gedachten weer wat beter te laten voelen. -Het lijkt wel of ik nu toch echt wat minder hoest-, maar daar begin het weer en blaf ik er weer angstaanjagend op los. -Het lopen van mijn neus wordt nu echt minder- en hup, daar moet ik weer snel naar de tissue's grijpen. Echt opschieten doet het dus niet, maar we hebben nog anderhalve dag te gaan. Misschien gebeurt er een wonder..... Hatsjie.... hatsjie..... hatsjie!!!!

woensdag 10 februari 2010

Oudpapierdag.

Vandaag is het oudpapierdag in de wijk waar ik woon. Vrijwel iedereen zet braaf zijn blauwe klikobak langs de weg of brengt hem naar een verzamelpunt. Ik niet.

Jaren geleden stonden er containers bij de scholen, waar iedereen zijn oud papier in kwijt kon. Moeders namen het mee als ze toch hun kinderen naar school brachten, Anderen vulden hun fietstas en brachten het even weg, een prima systeem dat goed werkte. Maar toen kwam iemand op het idee alle huishoudens, naast de al aanwezige grijze en groene bak, nog een derde bak, een blauwe, te geven. Die bak werd je gewoon door de strot geduwd, want het was een negatieve optie, dat wil zeggen dat je iets altijd krijgt, tenzij je bezwaar aantekent. Een verfoeilijk systeem dat gelukkig in het commerciële verkeer inmiddels verboden is, want ja, hoe gaat dat.... iedereen heeft het druk, vindt het lastig, te veel moeite, enz. enz. en dus kreeg vrijwel iedereen een bak. Zelfs degenen die bezwaar hadden gemaakt.

Afgezien van het feit dat door deze bak het aanzien van de woonwijk nog verder verloedert, zijn al die plastic bakken natuurlijk een enorme aanslag op het milieu. Temeer daar, om ze op te halen, ook nog twee keer een zware vuilniswagen door de wijk moet rijden. Twee keer? Ja, want de eerste keer worden er altijd zoveel bakken vergeten dat een tweede rit noodzakelijk is. Een aanslag op het milieu die nooit goed gemaakt kan worden met het papier dat wordt verzameld.

Ik heb zorg voor het milieu en verzamel daarom mijn papier nog steeds in een kartonnen doos, formaat 6-wijnflessen, en deponeer die één keer per maand, bij gebrek aan andere mogelijkheden, in de blauwe bak van iemand anders. Plaats zat, want de meeste zijn nog niet tot de helft gevuld.

Straks moeten we ook plastic gescheiden gaan aanbieden. Krijgen we dan nog een bak erbij???? Het lijkt me een prima idee dat iedereen op de eerste plastic-inzameldag zijn blauwe klikobak gaat inleveren. Opgeruimd staat netjes!

dinsdag 9 februari 2010

Toen was geluk..... (13)

Kristalontvanger.
De ouders van een van mijn schoolvriendjes waren zo christelijk dat zij geen radio in huis duldden. Dat was niet leuk voor hem want hij kon dan nooit met zijn vrienden meepraten over bijvoorbeeld de spannende hoorspelen 'Paul Vlaanderen' en 'Sprong in het Heelal.' die de anderen regelmatig beluisterden. Hij was dan ook dolgelukkig toen ik voor hem een klein radiootje in elkaar knutselde, een eenvoudige 'kristal-ontvanger'. Verbinding maken met een zender gebeurde met behulp van een stukje kristal dat in een plastic buisje gemonteerd was. Wanneer je een klein metalen veertje op de juiste plek tegen dat kristal drukte, kwam de zender door. Dat was niet handig wanneer je, zoals hij, daarmee onder de dekens moest, want de geringste beweging was al voldoende om de verbinding te verbreken. Het was dan ook een hele verbetering toen ik dat kristal kon vervangen door een vaste diode, die niet ingesteld hoefde te worden. Als antenne gebruikte je een zo lang mogelijke metaaldraad, als 'aarde' fungeerde een draad die verbonden was met de koperen waterleidingsbuis. Het moeilijkste van het hele project was die twee draden voor zijn ouders te verbergen. Luisteren gebeurde door een koptelefoon die je in de dump gekocht had. Er waren nog maar twee zenders, Hilversum 1 en Hilversum 2 en iedereen was daar tevreden mee. Je kon imers toch maar naar één tegelijk luisteren?!


Paul Vlaanderen en het Conrad mysterie.

maandag 8 februari 2010

Pissoir.

Het mooiste pissoir ter wereld bevindt zich in de stad Groningen. De beroemde architect Rem Koolhaas en de meesterfotograaf Erwin Olaf ontwierpen in 1996 een heel bijzonder openbaar toilet in de vorm van een yinyang-symbool. Het gebouwtje is opgebouwd uit staal en melkglas en maakt een transparante indruk. De openingen in het stalen dak hebben de vorm van grote waterdruppels. De wanden zijn bedrukt met foto's in de kleuren paars en aquamarijn. De afbeeldingen tonen spaarzaam geklede mensen, behangen met parels en diamanten. Zij visualiseren de eeuwige strijd tussen de geslachten, man en vrouw. Vooral 's avonds, wanneer het pissoir van binnen verlicht is, ziet het er allemaal prachtig uit.


Jaren geleden maakte ik met Ans een wandeling door de binnenstad van Groningen en ontdekte het fraaie kunstwerk min of meer toevallig. Natuurlijk moest ik meteen naar binnen, hoewel de fysieke noodzaak daartoe op dat moment ontbrak. Aan het eind van de wandeling ben ik nog speciaal even teruggegaan; toen was het wel nodig. Het is een sensatie hier handelingen te verrichten die bij ieder ander kunstwerk ondenkbaar zijn. Ik zal niet vertellen hoe het er van binnen uitziet, want dan is de verrassing weg voor de mannen die het ook eens willen bezoeken. Mannen ja, want hier levert de strijd tussen de geslachten 1-0 op voor de mannen. Vrouwen moeten zich maar elders zien te redden.

(c) foto: Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen.

zondag 7 februari 2010

Many happy returns!


Vandaag is mijn toverlantaarnvriendin M. te D. jarig. Het is jammer dat D. voor mij erg ver weg ligt van H. en dat ik geen paard heb, anders was ik haar beslist vanmorgenvroeg een aubade gaan brengen om haar te feliciteren met dit heuglijke gebeuren. Nu doe ik dat dan maar met deze prachtige toverlantaarnplaat. Ook leuk!

zaterdag 6 februari 2010

Toen was geluk..... (12)

Foxhole radio.
De allereerste echte radio die ik zelf bouwde was een foxhole-ontvanger. Dat was eigenlijk gewoon een kristalradio waarbij het kristal was vervangen door een gebruikt(!) scheermesje, een veiligheidsspeld en een potloodpunt. Verder had je eigenlijk alleen nog maar een wc-papier-rol, een paar punaises en wat koperdraad nodig. Het bouwschema stond in het jeugdblad Arend, onderdeel van het christelijke weekblad De Spiegel, waar ik op geabonneerd was. Voorop stond een bijzonder spannende strip over Daan Durf. de piloot van de toekomst. De radio was zo genoemd omdat zij, volgens zeggen, vaak gebruikt werd in de loopgraven (fox holes) van de Amerikaanse militairen tijdens WO II.


Het geheel werd gebouwd op een houten plankje. Daar prikte je met twee punaises een scheermesje op vast. Hoe roestiger dat mesje was, hoe beter. Een veiligheidsspeld werd verbogen zodat hij met de punt over het scheermesje kon glijden, maar eerst moest er nog aan die punt een staafje grafiet uit een potlood worden bevestigd. Dat was een lastig karweitje. De spoel maakte je van koperdraad uit een oude transformator, gewikkeld om een kartonnen wc-rol. 120 wikkelingen, dus een geduldwerkje en als de spoel na 80 wikkelingen uit je hand viel of als je de tel kwijt was, kon je weer opnieuw beginnen. Met wat draadjes werden de onderdelen aan elkaar gekoppeld en, het allerbelangrijkste, vastgemaakt aan een goede antenne en aardleiding (een waterleidingbuis). Met een klein hoofdtelefoontje kon je dan luisteren naar de twee Nederlandse zenders. Vaak naar allebei tegelijk, doorelkaar heen, maar dat gaf niet. Je had toch maar je eigen radio gemaakt!

vrijdag 5 februari 2010

Verwendag.

Gisteren dus een dag naar de sauna geweest. Voor mij is dat altijd een feest, of meer nog, een complete vakantie. Even een dag helemaal er tussenuit en jezelf verwennen, even een dag volop genieten. Het is zo heerlijk om in deze tijd van het jaar, terwijl het kwik nauwelijks boven de nul graden komt, lekker bloot buiten te lopen alsof het middenzomer is, om het luie zweet uit je poriën te drijven, om de kick van een ijskoud dompelbad te ondergaan, om de bubbles van het bubblebad tegen je lijf te voelen beuken, je huid te scrubben tot zij aanvoeld als een Nivea babyvelletje, dobberend in een lekker ruikend kruidenbad te luisteren naar de zachte muziek. Dat allemaal afgewisseld met wat geluier op een zachte ligbank, met een boekje en een glaasje.

Onder het motto 'als we het doen, doen we het goed' hadden we een arrangement genomen, compleet met lunch- en dinerbuffet. Het gevaar van een buffet is dat je maar blijft opscheppen, want het ziet er allemaal zo ontzettend lekker uit. Glaasje wijn erbij natuurlijk. Lekker ijs toe. Dus maar weer even niet op de weegschaal gaan staan voorlopig.

donderdag 4 februari 2010

Vandaag.

Vandaag heb ik geen blogje.
Vandaag heb ik vakantie,
Lekker een dagje naar de sauna,
Mmmmmmmmmmmmmmmmm...........

woensdag 3 februari 2010

Toen was geluk..... (11)

Radiootje spelen.
Radio was nog een magisch medium. Op een gegeven moment stond in de krant hoe je je eigen radio-omroepje kon beginnen. Heel veel jongens deden dat. Het ging niet echt draadloos maar wel een beetje.

Je moest daarvoor de ene draad van de luidsprekeruitgang van een versterker verbinden met een waterleidingbuis en de andere met de stroomloze bus van het stopcontact. Dan moest je zoveel mogelijk vriendjes in de buurt zo gek zien te krijgen dat zij hetzelfde deden met een luidspreker. Wanneer je dan via je versterker plaatjes ging draaien, konden zij de muziek op hun luidsprekers beluisteren. Wanneer zij tenminste op dezelfde groep van de elektriciteit zaten, meestal een deel van de straat.

Vooral in het Noorden, waar veel werklozen woonden, had je talloze 'radiostations' die op die manier hele dagen en avonden een programma verzorgden. Het was wel een linke bezigheid, want als je per ongeluk het verkeerde busje van het stopcontact pakte, dan klonk er geen zoetgevooisde muziek uit je luidspreker, maar wel een vreselijke knal, gepaard met veel rook en vuurwerk. Dat was niet leuk, vooral niet omdat die luidspreker meestal even geleend was van pa. Het is mij een keer overkomen.

Er waren meer nadelen: Het systeem werkte niet erg ver en natuurlijk zaten er ook wel eens andere jongens op dezelfde draad, zodat je dan verschillende platen door elkaar heen hoorde. Dat moest je dus een beetje zien te coördineren. Erg lang heeft dit radiootje spelen niet geduurd. Gelukkig maar, want wanneer je met een aardleiding in je ene hand, met de andere het 'hete' pootje van het stopcontact beetpakte, dan was de kans dat je hetzelfde zou overkomen als die luidspreker, behoorlijk groot!

dinsdag 2 februari 2010

Waar of niet waar? (2)


Rhinotillexe is de wetenschappelijke naam voor het verwijderen van neusslijm uit de neus met een vinger, zeg maar neuspeuteren. Als je dat vaak doet, dan wordt het dwangmatig neuspeuteren, oftewel rhinotillexomanie. Het consumeren van het verwijderde neusslijm heet mucofagie en wordt algemeen als onfatsoenlijk gezien, maar desalniettemin veelvuldig in de praktijk gebracht. (Al die moeilijke woorden ter inleiding dienen om dit nogal onsmakelijke bericht een wetenschappelijk tintje te geven.)

In maart 2007 presenteerde het tijdschrift GezondNU een hygiëneonderzoek onder een respresentatieve groep van meer dan 500 Nederlanders. Het onderzoek begon met wat onschuldige, inleidende vragen, maar spitste zich al snel toe op het neuspeuteren. Ruim 91% van de Nederlanders doet het, bleek uit de enquête, en bijna de helft peutert zelfs dagelijks een of meerdere keren in zijn (of haar) neus.

Waar laat men de opbrengst? GezondNU schrijft:
.... de meerderheid deponeert dit in een zakdoek. Vrouwen overigens vaker (68%) dan mannen (46%). Echt schaamteloos zijn degenen die toegeven er een balletje van te draaien en dat weg te schieten. Dit is een behoorlijk populaire balsport onder mannen (28%) maar ook vrouwen bezondigen zich eraan (9%). Ruim 8% van de mensen geeft aan de neusinhoud meestal op te eten. .... Weinig populair zijn de opbrengst afvegen aan de kleding (2%) of onder stoel of bank smeren (1%).

Er zit een gevaar aan het neuspeuteren, volgens sommige internetberichten. Bij één op de drie mensen is in de neusholte de staphylococcus-bacterie aanwezig, die onder meer de beruchte MRSA-infectie kan veroorzaken. Bij een onderzoek naar de aanwezigheid van deze bacterie op pinautomaten bleek ruim tien procent besmet. Anderen zeggen weer dat je alleen met neuspeuteren de neus echt goed schoonmaakt en dat het opeten van het neusslijm het immuun-systeem versterkt. Doen dus.

Waar of niet waar? Wie het weet mag het zeggen!

(c) foto: Tijdens het bloemendefilé op Soestdijk peutert W.A. uitgebreid in zijn neus. Spaarnestad Photo, Ger Dijkstra, 1970.

maandag 1 februari 2010

Watersnoodramp 1953.

In de nacht van 31 januari op 1 februari werd een groot deel van Nederland getroffen door de watersnoodramp van 1953. Een combinatie van springtij en een zware noordwesterstorm stuwde het water van de Noordzee op tot een fatale hoogte. Grote delen van de provinties Zeeland, Brabant en de Zuid-Hollandse eilanden kwamen onder water te staan, waarbij bijna 2000 mensen, en natuurlijk ook talloze dieren, de dood vonden.

Zaterdagavond 31 januari stond er al een zware noordwesterstorm. Er werd al gewaarschuwd voor hoogwater. Helaas werden deze waarschuwingen door velen niet gehoord. Tussen 4 en 6 uur braken er overal dijken door en stroomden grote gebieden onder.


Ik woonde in Leiden. Daar was het veilig, hoewel het water toch ook wel angstig dichtbij kwam: ook in Rotterdam werd een recordhoogte van het water gemeld en delen van Rotterdam-Zuid kwamen onderwater te staan.

Ik was nog maar negen jaar, maar herinner me die 1e februari nog goed. Iedereen luisterde de hele dag naar de radio om maar niets van het nieuws te hoeven missen. Herman Felderhof, Goos Kamphuis, Jan de Troye en Arie Kleijwegt hielden ons voortdurend op de hoogte. Veel nieuws bereikte ons ook via de radio-amateurs in het rampgebied. De meeste indruk op mij maakte de voorpagina van onze krant, die dagen achtereen voorzien was van een brede, zwarte rouwrand. Heel Nederland was in de rouw.

Met behulp van de eerste massale geldinzamelingsactie 'Beurzen open, dijken dicht', gepresenteerd door Johan Bodegraven op de radio, werd zo'n 138 miljoen gulden bij elkaar gebracht voor de getroffenen.