Erik, mijn personal coach, bijna anderhalf maal zo lang als ik en een hoofd zo glad als een biljartbal, zat al achter de balie op me te wachten. Er liep een jonge vrouw voorbij. 'Zo Erik,' riep ze olijk in zijn richting, 'naar de kapper geweest?' 'Jaja,' antwoordde Erik, en toen de olijkerd buiten gehoorafstand was, 'die grap krijg ik zes keer per dag te horen.'
Net als gisteren moest ik weer plaatsnemen op zo'n bijzondere weegschaal. Ik kende de cijfers al. Ook de bloeddruk werd gemeten. Toen begon het echte werk en liepen we naar de apparaten die de grote zaal vulden. We gingen daar, volgens een bepaald plan, langs een stuk of zes machines en Erik noteerde de resultaten. Ik begon er gaandeweg zelfs een beetje plezier in te krijgen. Het deed me aan een kermis denken, waar je van de ene attractie in de andere rolt. Hier echter geen rupsbanen, spookhuizen, space shuttles en dat soort dingen, maar vernuftig samengestelde apparaten om de spieren te trainen. De resultaten waren niet slecht, maar Erik had alles niet al te zwaar ingesteld, omdat het de eerste keer was.
Het enige apparaat waar ik echt moeite mee had was dat ding voor de buikspieren. En daar ging het natuurlijk juist allemaal om. Daarvoor had ik mij in deze kermis gestort. Dat wordt dus nog flink oefenen de komende weken.
Als beloning voor mijn doorzettingsvermogen trakteerde ik mij nog op een lekkere sauna na afloop. Daar zal ik de beslist vaker gebruik van gaan maken. Lekker het luie zweet er uit werken.
Wel knap vermoeiend allemaal. Dus ga ik nu even lekker plat op de bank.