Er is nu veel veranderd. Vrijwel alle 'armen' van vandaag leven in rijkdom als je het vergelijkt met de levensomstandigheden die in Jansen's boek worden beschreven. Wat echter niet veranderd is, is de vaak mensonterende wijze waarop zij worden bejegend door de overheid en de 'Sociale' instellingen. Nog steeds moeten zij daar hun hele leven blootleggen voor een vreemde, ieder tientje dat op hun girorekening is bijgestort verantwoorden, verklaren hoe ze een paar dagen met vakantie konden gaan. Ze moeten gelaten een vergaande betutteling en bevoogding ondergaan, want ook nu zijn ze nog overgeleverd aan de luimen van een ambtenaar of geitenwollensokkenfiguur. Ieder verkeerd antwoord kan hun uitkering beknotten of zelfs laten stoppen. Ze moeten zwijgen wanneer hen onrecht is aangedaan. Er kan immers zomaar een 'boete' worden opgelegd waar geen enkel verweer tegen mogelijk is, zoals ik zelf heb kunnen ervaren toen ik voor een paar jaar in de WAO belandde.
Het is verschrikkelijk als je lot in handen komt te liggen van mensen die alle menselijkheid verloren hebben. Die handelen als kille robots volgens de 'regels zijn regels' methode. Ik kon het, met het gevaar van sancties, toch niet nalaten hun vernederend gedrag te beantwoorden met de uitspraak: 'Ik hoop dat jullie ooit nog eens aan de andere kant van het loket terechtkomen.'