zondag 20 december 2009
Ventje.
Toen mijn moeder ruim zes jaar geleden begraven werd, kwam een nichtje van mij naar voren en zong terwijl zij zichzelf begeleidde op haar gitaar met een heldere, zuivere stem een kinderliedje dat oma vroeger vaak met haar gezongen had:
‘k Droomde gister van een ventje
en zijn buikje was van koek.
Van sukade was zijn neusje
en van chocola zijn broek.
Ventje liep op witte klompjes
en die waren van fondant.
En een wandelstok van suiker
hield hij in zijn rechterhand.
Weet je wat zijn oogjes waren:
kleine ronde stukjes drop
en hij had zowaar een hoedje
van rozijnen tulband op.
Droeg daarbij een heel kort jasje
en dat was van pannenkoek.
En dat stond hem toch zo netjes
bij zijn chocolade broek.
Hij stak zijn armpjes recht naar boven,
En sprak ‘nu ben ik een reus’.
En hij maakte van zijn handjes
Voor de grap een lange neus.
Toen ging hij een dansje maken.
En hij zong van tralala!
En tot slot kreeg ik een stukje
van zijn broek van chocola.
Dat zijn van die dingen die je nooit meer vergeet.....