Mijn herinneringen aan de jaren vijftig. De tijd dat geluk heel gewoon was.....
Kaarten.
Een spelletje dat bij jongens en meisjes populair was, werd gespeeld met sigarettendoosjes. Niet alle doosjes waren daarvoor geschikt. Je had in die tijd Amerikaanse sigaretten zoals Player, Roxi, Lexington, Lucky Strike en Hunter, en Engelse Virginia sigaretten, zoals Chief Whipp (op ieders lip), Golden Fiction en Miss Blanche. De verpakking van de Amerikaanse, van gewoon papier, waren waardeloos voor ons, maar de kartonnen doosjes van de Engelse sigaretten waren een gewild spelobject.
Wanneer je de voor- en achterkanten doormidden knipte dan had je een soort speelkaart. Er bestonden ook tien-stuks verpakkingen; die hoefde je niet doormidden te knippen, want die hadden al het juiste formaat. De spelregels waren erg eenvoudig: beide spelers maakten van hun kaarten een stapeltje met de onbedrukte kanten boven. Nu legden de spelers om de beurt een kaart met het merk naar boven op een stapeltje tussen hen in. Degene die een kaart van hetzelfde merk op de kaart van de ander legde, had gewonnen en werd eigenaar van alle neergelegde kaarten. Daar ging je dan mee door totdat de ander blut was en op zoek moest gaan naar nieuwe weggeworpen sigarettendoosjes.
Verjaardagen.
Het was in de jaren vijftig ook heel gewoon dat je bij verjaardagen en zo, overal bekertjes met sigaretten neerzette voor de gasten. En je zorgde er wel voor dat niemand zich beledigd hoefde te voelen omdat zijn merk er niet bij was. Ook voor hààr waren er sigaretten. Vrouwen begonnen aarzelend aan iets dat een inhaalslag zou gaan worden; ook zij staken er wel eens één op. Maar alleen binnenshuis. Op straat zou je een echte dame beslist nooit zien roken.