zaterdag 10 december 2011

Weg met Het Buikje! (10)

Wanneer ik mij 's morgens in alle vroegte op mijn fietsje naar de sportschool begeef zie ik hen zitten bij de oude haven. Langs de waterkant, ineengedoken, verpakt in dikke kleding en zittend op een krukje waarop een normaal mens het nog geen tien minuten zou uithouden. In hun handen, of vaker op een standaard naast hen, rust een lange stok. Bewegingloos staren ze naar iets dat, voor mij onzichtbaar, daar ergens op het water moet drijven.

'Is dat leuk?' vraag ik mij dan af. Je moet thuis toch wel een verschrikkelijk slecht huwelijk hebben wil je al die ontberingen, kou, regen, verveling, prefereren boven de knusse warmte van een gezellige huiskamer. Die vissen vinden het vast ook niet leuk. Denken ze een lekker hapje te kunnen scoren, worden ze met bruut geweld aan een lijntje uit hun element gesleurd. Plaatsvervangend voel ik even de pijn van een scherpe haak door mijn bovenlip.

Even later zit ik op de roeitrainer. Bijna automatisch maak ik de lange slagen die mij geen meter verder brengen. Hoewel? Mijn conditie gaat wel degelijk vooruit. Had ik in het begin halverwege de twee kilometer al moeite het vol te houden, nu plak ik er zo maar nog een kilometertje tegenaan en ga daarna nog een stukje stevig 'wandelen'. Als ik in mijn benen knijp voel ik stevige spieren, mijn bovenarm bolt toch echt al zichtbaar wanneer ik mijn arm buig en mijn buikje, ach..... alleszins acceptabel, zal ik maar zeggen.

Om de verveling tijdens het roeien te verdrijven, laat ik mijn fantasie de vrije loop. Ik zit in een klein bootje in de oude haven. Behendig stuur ik het sloepje in de richting van de kade waar een rijtje sombere mannen vreugdeloos in het water zit te staren. Vanuit de gedachte in deze donkere dagen voor de Kerst wat vreugde te brengen aan hen die het moeilijk hebben, ben ik er als parttime medewerker van het Leger des Heils op uit gestuurd om deze mensen enige troost en warmte te bieden. Op het campinggazje voorin mijn bootje staat een grote pan te pruttelen waaruit onmiskenbaar de geur van warme erwtensoep opstijgt.

'Soep mannen?' roep ik opgewekt wanneer ik hen dicht genoeg ben genaderd. Vol verlangen steken ze hun koude handen uit. 'Gggggggrrraaaag' bibbert er eentje. Een ander probeert op te staan, maar valt krachteloos terug op zijn stoeltje. Het zal voor hem toch niet te laat zijn? Vol mededogen reik ik hen de kommen aan, tot aan de rand gevuld met een goed bereidde snert. Zo een waar een lepel gemakkelijk in overeind blijft staan. Even zie ik wat glans verschijnen in hun doffe ogen. 'Hoe is het toch in hemelsnaam zover met deze kerels kunnen komen?' vraag ik mij af. Begerig slurpen ze de kommen leeg.

'Als jullie er over willen praten........?' moedig ik hen aan en dan komen de verhalen los. Het verhaal van de man die zijn vrouw met zijn beste vriend aantrof in bed. Het verhaal van de man die na dertig jaar trouwe dienst zo maar door zijn werkgever op straat werd geschopt. Het verhaal van..............

Maar dan geeft de display op mijn roeitrainer aan dat het genoeg is geweest voor vandaag. Ik heb mijn kilometertjes weer gemaakt. De haven ligt ver achter mij. Brrrrrrr...... ik heb het er koud van gekregen. Gauw nog even lekker een saunaatje pikken.