zaterdag 24 september 2011

Oudewijvenzomer.

'Zou het dan toch nog een oudewijvenzomer worden?' vroeg ik mij af toen ik gisteren na lange tijd weer eens door een zomers aandoend herfstbos kuierde.

Die benaming voor een mooie nazomer in september werd ooit bedacht door Joop den Tonkelaar. Hij was niet de allereerste, maar wel één van de eerste en in elk geval de meest populaire televisieweerman in die tijd. Dat kwam onder andere door de duidelijk herkenbare driedimensionale H's en L's die hij tekende voor de Hoge en de Lage drukgebieden. Het ging in die tijd, eind jaren 50, nog om de boodschap en niet om de presentator en dus kwam zijn gezicht nooit in beeld. Soms zag je in de linkerbovenhoek een heel klein plukje van zijn baard en dan wist je: dat is Joop. Ik kreeg, jaren later, aanmerkelijk meer van hem te zien, want ik had toen het genoegen hem en zijn familie jarenlang wekelijks te ontmoeten in de sauna.

De digitale borden met satellietbeelden waarmee de Willemijnen en Erwins van tegenwoordig ons van weersinformatie voorzien bestonden nog niet. Een paar kaarten van Nederland ter grote van een A3-tje, werden door de presentator thuis al voorbereid en in een rolletje meegenomen naar de studio, waar zij op een standaard met een driehoekig bovenstuk werden bevestigd. Door het omhalen van een hendeltje kon hij dan tijdens zijn praatje steeds de driehoek 120 graden laten draaien, waardoor de volgende kaart in beeld kwam. Met een lippenstift tekende hij er dan wat letters, zonnetjes, wolken en cijfers op.


Op een keer, wellicht op 1 april, verscheen toen Joop zijn laatste weerkaart voordraaide, de afbeelding van een naakte dame in beeld die daar bij wijze van grap door één van de cameramannen op getekend was. Dat bracht nog heel wat opschudding teweeg. Het was waarschijnlijk het eerste naakt op televisie, ver nog voor Phil Bloom.

Het werd gistermiddag al weer snel bewolkt, grauw en grijs. Niks zomer meer en zelfs geen oudewijvenzomer.

Joop is verleden tijd, nostalgie. Een icoon uit de tijd dat alles nog zo heerlijk simpel was en waarin, althans in onze herinnering, de zomers ieder jaar nog èchte zomers en de winters ieder jaar nog èchte winters waren.