donderdag 12 november 2009

Een zoete verleider (1)

Ik wist eigenlijk niet eens meer dat het nog bestond, was zelfs al vergeten dat het ooit bestaan had, maar toen ik het daar in de schappen van de zelfbediening zag staan werden mijn smaakpapillen op afstand geprikkeld en wist ik meteen weer hoe het smaakte. Tegen mijn gewoonte in het prijskaartje negerend, strekte ik mijn hand uit en plaatste het glazen potje nostalgie met trillende handen in mijn mandje. Het was ondenkbaar dat ik het daar zou laten staan; ik moest en zou het hebben, tegen elke prijs, Het wederzien na al die jaren was bijna ontroerend.

Eigenlijk is het een heel vies spul. Het kleeft, lijkt qua substantie het meest op een mengsel van gluton en boenwas, de geur is niet aantrekkelijk, de kleur doet denken aan de inhoud van een babyluier, en het bevat veel te veel suiker. Maar sommige dingen zijn zo vies dat ze juist daardoor weer lekker worden en dit is één daarvan. Thuisgekomen bracht ik meteen een dikke laag ervan aan op mijn boterham. Ik bracht een hap naar mijn mond en ja hoor……… het smaakte inderdaad precies zoals ik het mij kon herinneren. Alsof er een engeltje over je tong fietst. Eén smaakonderdeel sprong boven alles uit…… dat van karamel. Bebogeen, gemaakt door het bedrijf dat ook de gestampte muisjes maakt, het bestond dus nog steeds!

Een zoektocht over het Internet leerde mij dat er heel wat aandacht geschonken wordt aan dit mierzoete product. De reacties variëren sterk. Het is als met de humor van Paul of Youp, je smult ervan of je vindt het walgelijk, er is geen tussenweg mogelijk. En dan blijkt er ook nog eens een heel grote groep te zijn van Bebogeen-verslaafden. Heel wat mensen slagen er niet in thuis langs het keukenkastje te lopen zonder even snel een lepel in de pot te steken. Ze scheppen daaruit een flinke klodder van het zoete spul en brengen het naar de tong, om het daar dan langzaam te laten wegsmelten. Ze kunnen het echt niet meer laten en zijn net zo verslaafd aan dit kleverige spul als anderen aan andere genotmiddelen. Bij hen komt het overgrote deel van de inhoud van de pot niet via de natuurlijke weg, in een dun laagje op een boterham gesmeerd dus, maar linea recta met een lepel in de mond terecht.

De naam van het belegsel, Bebogeen, is ontstaan door....... nee wacht.... daarover de volgende keer.

(Deze tekst is een verkorte versie van een column die eerder verscheen in de PHCC-Nieuwsbrief.)