Nu de winter maar blijft voortduren en de dikte van het ijs toeneemt, gaat het hart van de echte schaatsliefhebbers weer sneller kloppen. Zou hij er dan toch eindelijk weer eens gaan komen dit jaar, de Tocht der Tochten, de Elfstedentocht? Vol spanning wachten zij op de verlossende uitspraak van de rayonhoofden: 'It giet oan!'
De Twentse dichter Willem Willink heeft er een prachtig gedicht over geschreven. In bondshotel 'het Houten Zwaard' vertelt een oudere man hoe het er aan toeging bij de laatste, door hemzelf meegereden, Elfstedentocht:
Met honderd kranten op de borst,
bij meer dan honderd graden vorst,
in pegelval en windgestriem,
zo kluunden wij langs Bartlehiem.
Zo begint het. Het is een niet al te moeilijk gedicht dat in deze barre wintermaanden veelvuldig door mij geparodieerd wordt. Bijvoorbeeld als ik er op uit moet voor de boodschappen:
Met honderd krampen in mijn lijf
en alle ledematen stijf,
mijn neus en oren deden pijn,
zo fietste ik naar Albert Heijn.....
Voordat ik het weet is mijn 'tocht der tochten' volbracht en sta ik in de aangenaam verwarmde AH-winkel bij te komen.
Gisteren was een vriend van mij jarig. In de ijzige koude stapte ik op de fiets om hem daarmee te gaan feliciteren en onderweg dichtte ik:
Met honderd dikke truien aan
was ik die dag op pad gegaan.
Met veel gehijg en veel gesteun,
zo kwam ik aan bij mijn vriend Teun.
Mijn toverlantaarnvriendin Monique nam Wilmink's komische gedicht op een alleraardigste manier op in haar voorstellingen met de toverlantaarn, natuurlijk geïllustreerd met een paar erbij passende lantaarnplaten.
Zie voor het volledige gedicht van Wilmink en een impressie van de toverlantaarnvoorstelling mijn website, http://www.luikerwaal.com/elfsteden_nl.htm .