zondag 31 januari 2010

Gewoon.....


Stond ik gisteren met een bosje rozen in de hand en realiseerde me te laat dat degene die het in ontvangst zou moeten nemen me verteld had dat ze het hele weekend niet thuis zou zijn. Daar sta je dan met je bloemen.

Ik bedacht dat het een mooie gelegenheid was mezelf eens een bosje bloemen cadeau te doen. Dat had ik nog nooit gedaan.

- Alsjeblieft.... een bosje bloemen....
- O,..... ze zijn prachtig! Precies mijn kleur....
- Ja, ik weet wel wat jij mooi vindt.
- Goh, dat had je nou niet moeten doen.
  Maar..... waarom krijg ik ze eigenlijk?
- Nou gewoon, omdat ik je zo aardig vind.
- (bloos)
  Dank je wel...... Erg lief van je....

zaterdag 30 januari 2010

Waar of niet waar? (1)


Vanmorgen ontving ik een mailtje van iemand die onaangenaam verrast was toen hij zag dat de buitenwereld alweer bedekt bleek te zijn met een dikke laag sneeuw. Net als ik vond hij het eigenlijk wel genoeg, zo langzamerhand. In plaats van daarover te kniezen, koos hij er echter voor van de nood een deugd te maken. Hij had vroeger van zijn oma gehoord dat je vuilgeworden tapijten omgekeerd in de verse sneeuw kunt leggen en dat dan, na een paar uur of zo, het tapijt weer als nieuw, en de sneeuw eronder vervuild zou zijn. Hij vroeg of ik daarvan wist en of het echt waar was.

Nu was ik natuurlijk bijzonder vereerd dat ik daarnaar gevraagd werd, zelf schat ik mijzelf niet zo hoog in als huishoudkundige, maar ik had geen antwoord klaar. Vaag herinnerde ik me ook wel zoiets, maar over de resultaten was mij niets bekend. Het boek 'Oma weet het beter' schreef er niets over. Het zoeken op internet leverde mij echter een groot aantal treffers op en verreweg de meeste waren positief. Enkelen wat minder.

Persoonlijk sluit ik mij aan bij de minderheid, zoals bij degene die schreef: '... dat is traditiegetrouw weer het moment waarop vele mensen hun tapijt omgekeerd in de sneeuw leggen en om zeep helpen. Het idee dat uw tapijt hierdoor schoon zou worden, behoort tot één van de vele Klazien-uut-Zalk wijsheden. Natuurlijk kristalliseert de toplaag van uw tapijt en lijken de kleuren op te frissen. En de sneeuw ziet veel minder wit dan vooraf! In werkelijkheid komt het vuil echt niet zo maar uit de polen naar beneden gedwarreld en trekt het vocht uit de sneeuw tussen het vuil waardoor het gaat “koeken”. Als u dan vervolgens het tapijt te snel terug legt en er bijvoorbeeld een tafel op zet, kan het vocht onder de tafelpoten niet weg. Hierdoor ontstaat rotte plekken in het tapijt en zullen er op den duur gaten ontstaan. Conclusie: Wilt u snel van uw tapijt af, leg het dan vooral in de sneeuw ....'

Dit verhaal klinkt heel aannemelijk: het is dus niet zo dat je tapijt grondig gereinigd wordt, het lijkt alleen maar zo. Maar degene die het beweerde was wel werkzaam bij een bedrijf dat zich bezig houdt met..... tapijtreiniging! Dat doet mij dan weer twijfelen. Waar of niet waar? Wie het weet mag het zeggen!

(c) foto: Charles Barten.

vrijdag 29 januari 2010

Plakboeken vol vrienden.

Verzamelen zit de mens in het bloed. Als kind plakte ik al plakboeken vol met lucifermerken, suikerzakjes, en foto's van filmsterren (Doris Day en Roy Rodgers!). Later volgden postzegels en speldjes en nog veel meer.

In de virtuele wereld van het internet verzamel je geen speldjes meer. Je verzamelt er vrienden. Zo veel mogelijk. Dat doe je, bijvoorbeeld, op Hyves. Voor degenen die het niet weten: Hyves is een z.g. sociaal netwerk die al sinds oktober 2004 online is. Iedereen kan zich daar gratis inschrijven en het doel daarvan is zo veel mogelijk vrienden te maken. Dat gaat heel gemakkelijk, je vraagt gewoon iemand je vriend te worden, je biedt jezelf aan als vriend, en al snel is je webpagina lekker gevuld met de pasfoto’s van al je vrienden. Je kunt ook het hele vriendenpakket van een andere vriend in zijn geheel overnemen, dus dat tikt lekker aan. Een aantal politici kon de verleiding niet weerstaan en meldde zich tegen de verkiezingstijd aan, om nog even snel te scoren bij het overwegend jeugdige publiek. J.P. heeft nu zo'n 190.000 vrienden. Hoe ver kan een politicus zinken?

Uiteindelijk is het toch zo dat je je handen mag samenknijpen wanneer je één vriend hebt. Als je er twee of drie of vier hebt, dan ben je al bijzonder begenadigd. Ik heb het dan wel over echte vrienden. Een Vriend met een hoofdletter. Een Toon Hermans-vriend, die met je lacht en met je grient. Eén die er ook voor je is als je je rot voelt, ziek en afhankelijk wordt of als je al je geld bent kwijtgeraakt. Inderdaad…… dan pas mag je zeggen: ik heb een vriend. Tsja heren politici, hoeveel houden jullie er dan nog over?

Ik heb een tijdje meegespeeld in de virtuele wereld Second Life. Daar loop je rond in de vorm van een avatar, een zelf ontwikkeld poppetje, en ook hier weer is het belangrijk dat je zo veel mogelijk vrienden maakt. Wanneer iemand je vraagt zijn of haar vriend te worden en je weigert dat vriendelijk maar beslist, dan wordt je dat meestal niet in dank afgenomen. 'Hoe kan je dat nou weigeren??!!' Als er al te veel op aangedrongen wordt, dan kun je maar het beste gewoon die zeurpiet of –truus toevoegen als je vriend (m/v), om hem of haar daarna tien minuten later, als je uit het zicht bent, weer van je lijst te verwijderen. Iedereen blij, iedereen tevreden. In die tien minuten heeft hij al weer een nieuwe vriend gemaakt en ben jij al lang vergeten.

In de virtuele internetwereld passen geen echte vrienden. In de virtuele wereld verzamel je vrienden als suikerzakjes of voetbalplaatjes, plakboeken vol. Fanatiek verzameld om binnen een korte tijd weer geruisloos te verdwijnen tussen het oud papier.

(Dit is een wat ingekorte versie van een column die eerder verscheen in de PHCC-Nieuwsbrief.)

donderdag 28 januari 2010

Taalvouten.

Vanmorgen kreeg ik een e-mail waarin mij werd gewezen op een paar taalfouten op mijn blog. Een paar berichten geleden had ik geschreven 'minder als', daar waar het 'minder dan' moest zijn. Ik ben altijd blij wanneer iemand mij op dat soort spellings- of grammaticale fouten wijst. Ik heb de taal lief en besteed veel zorg aan de teksten in mijn blogjes, maar desalniettemin glipt er toch nog wel eens een foutje doorheen. Een ervaring die iedereen die regelmatig schrijft zal herkennen: je leest je tekst tienmaal over en ziet de fouten niet, totdat iemand je er op wijst.

Nu is 'minder als' volgens de taalgidsen tegenwoordig al niet zo erg meer. Zeker in de spreektaal worden 'dan' en 'als' in zo'n geval beiden gebruikt en het is in de taal nu eenmaal zo dat wanneer een verkeerd woord of verkeerde uitdrukking maar vaak genoeg gebruikt wordt, het uiteindelijk goedgekeurd wordt. Taal is een levend iets. Maar officieel had mijn corrector natuurlijk helemaal gelijk..... het moet 'minder dan' zijn. Ik heb mijn fout dan ook ogenblikkelijk op mijn blog verbeterd.

Is het maken van taalfouten zo erg? Wanneer ik de verhalen moet geloven, besteedt men er op de scholen niet zoveel aandacht meer aan. 'Wanneer ze maar begrijpen wat je bedoelt' is de leuze en ook de leerkrachten zijn vaak nauwelijks op de hoogte wanneer ze een d, t of dt moeten schrijven.

Ach, in een e-mailtje dat er meestal 'even snel uitgeramd wordt', stoor ik me niet aan een foutje meer of minder, maar in een officiële brief van een bedrijf of overheidsinstelling wel. Een bericht op een weblog hangt daar een beetje tussenin. Af en toe een fautje mag dus, vind ik, als je maar begrijpt wat ik bedoel.....

woensdag 27 januari 2010

Hoera, pizza!


Hoera, ze zijn weer in de aanbieding bij de Boni, die overheerlijke Wagner pizza's met een dikke bodem. Voor maar één eurootje per stuk, dat is toch geen geld! Ik ga er straks meteen even een flink aantal van inslaan.

(c) afbeelding: folder Boni.

dinsdag 26 januari 2010

Toen was geluk..... (10)

Vodden.
De groentenboer, de bakker en de melkboer kwamen dagelijks aan de deur om te leveren; anderen kwamen juist wat halen, zoals de schillen- en de voddenboer. Ook in die tijd werd het huisvuil al gescheiden, alleen beseften we dat niet zo, want we deden het nog zonder plastic kliko-bakken. Het dagelijkse groenafval werd, ik geloof één keer per week, opgehaald door de schillenboer en werd voornamelijk als veevoer gebruikt; oud papier bracht de jeugd nog zelf weg naar de oudpapierinkopers. Veel leverde het niet op, maar voor kinderen was het een leuk extra zakcentje. Ook oudijzer kon je daar heen brengen.

Oude kleren hadden ook nog waarde. Regelmatig kwam, luid roepend of bellend, de voddenman door de straat en kocht voor wat dubbeltjes en kwartjes de overtollige kleding op. Die kleding werd overigens niet afgestaan voordat zij de naam 'vodden' volledig verdiende. Niet zelden had de pyjama van Jantje al een vorig leven achter de rug als overhemd van papa. Pas nadat ook zijn broertje het kledingstuk nog een aantal jaren gedragen had, werd het weggedaan, als er tenminste nog niet eerst poetsdoeken van gemaakt werden.

Plotseling dook een voddenman op die iets nieuws had bedacht: hij betaalde niet uit in contanten. De kinderen kregen in ruil voor de gebrachte lompen, een speeltje, variërend van een fluitje van een cent tot en met een heuse voetbal. Met een groot commercieel inzicht wist hij dat de kinderen alles in het werk zouden stellen om hun ouders er toe te bewegen nu eens eindelijk afstand te doen van die oude, afgedragen broek. Op zich zelf niet eens zo'n slecht idee, maar toen op een gegeven moment bleek dat sommige kinderen, in hun begeerte naar een tot dan toe onbereikbaar stukje speelgoed, er geen been in zagen vaders zondagse jas van de kapstok te halen en in te leveren voor een opwindtreintje, werd de politie ingeschakeld en was het snel afgelopen met de zaken van deze slimme ondernemer.

De rest van het huisvuil verdween in een zinken vuilnisemmer. Zo'n emmer was van zichzelf al behoorlijk zwaar en met het vuil er in werd hij natuurlijk nog zwaarder. Het buitenzetten van de vuilnisemmer was dan ook een vaste taak voor de man in huis. De vuilnismannen moesten zelf die emmer tillen en in de vuilniswagen legen. Erg vol was die emmer overigen meestal niet, want er was veel minder afval dan nu. Omdat er veel minder gekocht werd dan nu natuurlijk, maar er was ook veel minder verpakkingsmateriaal. Het meeste dat je bij de kruidenier kocht, werd verpakt in een eenvoudige papieren (punt)zak of een kartonnen doos.

zondag 24 januari 2010

Verademing.

Er gaat tegenwoordig zo veel en zo vaak iets mis in de contacten tussen consumenten en leveranciers, tussen burgers en overheidsinstellingen, tussen verzekerden en verzekeringen en noem maar op, dat het gewoon een verademing is wanneer er eens een keer iets goed gaat. Wanneer je in een winkel correct en vriendelijk geholpen wordt en ook nog service krijgt, bijvoorbeeld. Een zaak waar ze doen wat ze beloven. Eigenlijk gewoon zoals het overal zou moeten gaan, natuurlijk, maar helaas zo weinig gaat.

Dat overkwam mij, zoals ik gisteren al vermeldde, vrijdag toen ik in de winkel van de ECI aan het Spui een agenda kocht van Paulo Coelho. Terwijl in andere boekwinkels de agenda nog voor de volle prijs, € 14,95, werd aangeboden kon ik hier de agenda krijgen voor het ongelofelijk lage bedrag van € 3,49. Alleen, de agenda was niet in voorraad. 'Aha....' denk je dan, 'daar gaan we weer.... verzendkosten, administratiekosten, flauwekulkosten...., uiteindelijk betaal je dan toch nog de volle prijs.... en dan natuurlijk ook nog wachten tot we alweer ver in het voorjaar zitten....', maar neen, de agenda zou, zo verzekerde mij de verkoopster, de volgende dag al op mijn deurmat liggen. Geen verzendkosten, geen administratiekosten. Gewoon met een rekening van € 3,49.

Zoiets geloof je toch niet?! En het mooiste... de agenda làg inderdaad de volgende dag al op de deurmat. En de prijs wàs inderdaad slechts € 3,49 en geen cent meer. ECI, mijn complimenten. Dat is service!

zaterdag 23 januari 2010

Het leven is zo goedkoop!

Wat kan het leven toch ontzettend goedkoop zijn!

Gisteren ging ik samen met een vriendin naar de Hermitage in Amsterdam. We reisden met bus en trein.

De bus van Huizen naar Naarden-Bussum en terug kostte mij zes strippen en daarvoor betaal je € 3,04, maar omdat ik 65+ ben kan ik op een roze kaart reizen en dan kost deze reis mij slechts € 2,-. Ik had dus een voordeel van € 1,04.

De trein naar Amsterdam en terug kost € 8,10, maar ik kon op de voordeelkaart van mijn vriendin meereizen en verdiende daardoor 40% = € 3,20.

Bij aankomst namen we een kop koffie en die betaalde mijn vriendin. € 1,75 verdiend.

De twee toegangskaarten voor het museum waren mij toegestuurd door de loterij waar ik in meespeel. Gratis. Zo maar even 2 x € 15,- = € 30,- verdiend.

Ik betaalde de koffie met gebak tussen de middag bij de Bijenkorf. Dat kostte mij € 10,50. Terwijl ik wat later stond te wachten op mijn vriendin die wat Nespresso cupjes moest kopen, kreeg ik twee kopjes espresso aangeboden om te proeven t.w.v. ca € 4,-.

Ik moest nog een agenda voor 2010 hebben en bij de ECI kon ik een heel mooie agenda van Paulo Coelho kopen van € 14,95 voor € 3,49. Ik verdiende met deze aankoop € 11,46. De agenda was niet in voorraad, maar hij werd opgestuurd en ik zou hem de volgende dag in huis hebben. Verzendkosten hoefden niet betaald te worden. Nog eens extra verdiend dus ca € 5,-.

We kwamen in een opheffingsuitverkoop van kleding terecht en daar kocht ik, helemaal naar mijn zin, een lekker zittende zomerbroek. Alles ging daar weg voor een tientje! De broek was normaal € 99,90, ik betaalde € 10,- en verdiende daarmee € 89,90.

Wanneer ik alles ga optellen, dan heb ik die dag € 30,89 uitgegeven en € 146,35 voordeel gehad.

Gisteren dus een heel fijne, aangename en interessante dag gehad, nog een leuke broek en een mooie agenda er aan overgehouden en dan dus ook nog eens € 146,35 - € 30,89 = € 115,46 verdiend. En dan klagen de mensen vaak dat het leven zo vreselijk duur is. Ik kan dan alleen maar zeggen: ga eens wat vaker uit!

vrijdag 22 januari 2010

Strippenkaart moet blijven.


Vandaag heb ik weer eens met het openbaar vervoer gereisd en ik deed dat met de goede oude strippenkaart. Zolang het nog kan blijf ik dat doen. Helaas kan het echter momenteel al op veel plaatsen niet meer en wordt je gedwongen een OV-chipkaart aan te schaffen en te gebruiken.

In feite was de OV-chipkaart al direct bij de lancering een doodgeboren kindje. Niet voor niets werd de invoering een lange tijd uitgesteld. In plaats van te luisteren naar alle klachten en zich af te vragen of de invoering nu wel zo verstandig zou zijn, gingen de plannen gewoon door en werd de ov-reiziger de chipkaart gewoon door de strot geduwd, of ze het nu wilden (slechts weinigen) of niet (de overigen). En waarom? Nog nooit heb ik iemand horen klagen over het strippenkaartsysteem. Het werkte eenvoudig, perfect en tot ieders tevredenheid.

Over die vermaledijde OV-chipkaart zijn heel wat minder mensen tevreden. Een kleine greep uit de klachten: te weinig en moeilijk te vinden oplaadpunten, foutmeldingen niet kunnen lezen, vergeten uit te checken, in- en uitcheck apparatuur werkt niet of niet goed, teveel afgeschreven kilometers, hoge kosten, slechte afhandeling van de klachten via een dure 09-lijn, slechte informatievoorziening.

Slachtoffer zijn in de eerste plaats ouderen en gehandicapten, maar ook alle andere reizigers lijden er onder. Wanneer je in gedachten de bus uitstapt en vergeet uit te checken blijft de teller doorlopen en wordt er ten onrechte een fors bedrag van je kaart afgeschreven.

Enkele ouderen- en reizigersorganisaties hebben zich gebundeld en vragen iedereen op onderstaande site een petitie te tekenen. Gevraagd wordt de strippenkaart te laten blijven totdat alle problemen zijn opgelost. Voor mij persoonlijk mogen ze dat gedeelte achter het woord 'blijven' ook nog wel weglaten.


Illustraties: www.strippenkaartmoetblijven.nl.

donderdag 21 januari 2010

Lappen.

Mijn kleinkinderen hadden als dank voor de lekkere pannenkoeken een flink aantal vertederende, maar ook zeer vieze vette, handafdrukjes achtergelaten op de ramen aan de achterkant. Daar was ik blij mee, want ik had nu een signaal. Een signaal dat ik nu echt niet langer kon wachten met het lappen van de ramen. Mannen hebben voor dat soort dingen namelijk een signaal nodig. Daar waar vrouwen gewoon de ramen gaan lappen omdat het wel weer eens tijd wordt of omdat het in hun schema staat of doordat hun hormonen het hun influisteren, weet ik veel, moet het bij mannen overduidelijk nodig zijn, en dan met de nadruk op 'overduidelijk'. Daar waar vrouwen zich vol afschuw afkeren van een raam, een aanrecht of een vloer, denkt een man al gauw: 'Hmmm. het valt eigenlijk nog wel mee, we kunnen best nog wat wachten.' Ook ik dacht nog even: 'Ach, het is toch juist leuk, die kleine knuistjes op de ramen,' maar ik besefte dat ik mezelf weer voor de gek hield. Het signaal was overduidelijk. Ik moest echt aan de slag.

Nu kennen mannen in het huishouden slechts twee standen: of ze doen iets niet (meestal) of ze doen iets Groots en Grondig. Een tussenweg is er niet. Ik trok er dus een hele ochtend voor uit en ging met een emmer en de bijbehorende accessoires aan de slag. Alle ramen, binnen en buiten, voor en achter, hoog en laag, kregen een beurt.

Voor perfectionisten, zoals ik, is het huishouden een ramp, want het resultaat van bv een schoonmaakbeurt, stelt altijd, ik herhaal, altijd teleur. Zo ook de ramen. Steeds blijft er wel weer een vlekje of een streepje zichtbaar. Vrouwen denken dan: gelapt is gelapt, voor mannen mòet dat vlekje weg, totdat hij ontdekt dat het aan de binnenkant van de thermo-ruiten zit. Zo'n vlekje is niet leuk voor een man, want hij moet na afloop trots kunnen zijn.

Ik ken een man die er niet over zal denken om in het huishouden ook maar één aardappel te koken. Er is één ding dat hij wel kan en dat is lekkere pizza's bakken. Dat doet hij dan ook regelmatig en hij wordt daarvoor door alle gezinsleden de hemel in geprezen. Een pizza, daar kun je trots op zijn, op een aardappel niet, dat is het verschil. Zo werkt dat bij mannen.

Nu ik na afloop een welverdiende kop koffie zit te drinken en dit blogje type, denk ik, turend door nog niet helemaal naar mijn zin zijnde, maar wel iets meer doorzichtig geworden ramen: 'Het was toch ergens goed voor. Ik heb weer een blogje voor vandaag.'

woensdag 20 januari 2010

dinsdag 19 januari 2010

Toen was geluk..... (9)

Leveranciers
Mijn oom Cor had een kruidenierswinkel. Eén keer in de week ging hij 's avonds bij zijn klanten langs om te 'horen'. Hij noteerde dan in een boekje wat men nodig had en bracht dat één of twee dagen later bij hen thuis (het z.g. 'brengen'). Overdag stonden hij en tante Nies natuurlijk in de winkel, deden de inkopen en hielden de administratie bij. Het was ook niet ongewoon dat er 's avonds nog werd aangebeld door mensen die nog wat nodig hadden. Kortom, het was hard werken voor een middenstander.

Zondags ging hij tweemaal naar de kerk en werkte niet. De sigarettenautomaat die buiten aan de voorgevel hing werd helemaal leeggehaald en op maandagmorgen weer gevuld. Wanneer verslaafden bij hem aanbelden omdat ze 'zonder zaten' was hij onverbiddelijk. Op zondag werd er niet verkocht. Punt uit.

Ik was altijd onder de indruk van de enorme 'rijkdom' die daar opgestapeld was, wanneer ik samen met mijn neefje in het magazijn achter de winkel mocht spelen. Dozen, kratten, tonnen vol artikelen waar gewone mensen er maar één of twee van haden thuis. Neefje kreeg weinig aandacht van zijn ouders vanwege de drukte, en was dus altijd dolgelukkig als ik kwam spelen. Tussen de pakken Radion en flessen Lodaline gaf ik goochelvoorstellingen voor zijn vriendjes. Een kruidenier verkocht overigens alleen kruidenierswaren. Voor groenten, brood of vlees moest je resp. naar de groentenboer, bakker of slager gaan. De kruidenier zou zelfs geen tijdschrift verkopen. Dat heette 'branchevervaging' en dat was een doodzonde. Je kwam daarmee aan de boterham van een andere middenstander.

Tussendoor-boodschappen deden wij bij de dichterbij gelegen kruidenierswinkel. Het was normaal dat je het 'liet opschrijven'. De winkelier hield de bedragen bij in een boekje en werd, als hij geluk had, om de paar weken betaald. Vaak lieten klanten het bedrag zo hoog oplopen dat de winkelier het wel uit zijn hoofd liet om de klant te weigeren, want dan was hij de openstaande schuld immers al in ieder geval kwijt. Ik herinner mij nu nog hoe ik op een keer voor mijn moeder een fles bleekwater moest halen. De kruidenier overhandigde mij een fles en zei: 'alsjeblieft, een fles chloor.' Ik protesteerde: 'Nee, ik moest bleekwater hebben.' Iedereen in de volle winkel begon ontzettend te lachen en ik werd vuurrood van schaamte. wist ik veel dat dat hetzelfde was.

Onze groenteboer kwam met een paard en wagen langs de deur. Op een gegeven moment was de zaak overgenomen door een knecht. Toen ik hem later weer eens zag had hij een houten poot. Net zo een als de piraten in een jongensboek. Echte protheses waren er waarschijnlijk toen nog niet en zeker niet voor een eenvoudige groenteboer. Toen ik mijn ouders naar de oorzaak vroeg kreeg ik, zoals altijd in dat soort gevallen, een ontwijkend antwoord. Mijn tere kinderziel moest ontzien worden. Later hoorde ik de waarheid. Saam, de groenteboer was gewend om zijn paard, wanneer het niet snel genoeg wilde doorlopen, met zijn geklompte voet een gemene trap in de flank te geven. Dat gebeurde vaak meerdere malen per dag. Totdat het beest het op een keer zat was en een even gemene trap teruggaf. Dat kostte Saam zijn onderbeen. Jammer dat mijn ouders het me toen niet eerlijk verteld hebben. Met zo'n 'eigen schuld, dikke bult verhaal' kan een kind immers heel goed leven?!

Ook de bakker en de melkboer kwamen dagelijks aan de deur. De slager niet, die had een winkel. Middenstanders in die tijd werden altijd uitgezocht op hun politieke of, meer nog, religieuze achtergrond, en niet op kwalitiet. Mijn moeder liep altijd te klagen dat de slager haar weer beduveld had, maar ja..... hij was bij hun kerk en zat altijd op de eerste rij, dus een andere slager nemen was geen optie.

maandag 18 januari 2010

Toen was geluk..... (8)

Padvinderij
Net als veel van mijn vriendjes was ik lid van de padvinderij, die toen gelukkig nog geen 'scouting' heette. Wij kwamen op zaterdagmiddag bij elkaar in ons clubhuis, een verbouwde garage die nu opgeslokt is door een gigantisch winkelpand van 'De Slegte', en onderwierpen ons daar aan de soms wat merkwaardige ceremoniën.

Zo moesten wij aan het begin van de bijeenkomst vanuit alle hoeken en gaten van het clubhuis naar het midden van de ruimte rennen en daar, op onze hurken in een cirkel rondom onze leidster gezeten, de yell aanheffen ‘Akela, wij doen ons best, wij dob, dob, dob, dob, dob!’ (dob=doen ons best). Waar we de rest van de middag mee vulden weet ik niet meer.

We droegen in die tijd nog een uniform, de jongeren, de ‘welpen’ hadden een groen petje op hun hoofd, de ouderen, de ‘verkenners’, een hoed met een brede rand zoals wij die verder alleen maar zagen in films over de Canadese bereden politie en zo. Bij de welpen hadden de leiders vreemde namen als ‘Chiel’, Baloe en ‘Baghera’, namen die kwamen uit het Jungleboek van Kipling. We droegen een driehoekige das om onze hals; iedere groep had zijn eigen kleuren, en zowel de welpen als de verkenners droegen 's zomers en 's winters altijd een korte broek, die bij de leiders, de hopmannen, vaak tot ver over de knieën viel. Dat stond nogal belachelijk, maar zou toch nog eens mode worden, toen ik ouder was. Ik heb echter altijd zeer beslist geweigerd mij zo’n kortlange ‘hopmanbroek’ aan te passen, mode of geen mode.


Ook de verkenners kenden zo hun rituelen. We moesten elkaar een hand geven met de linkerhand, en dat terwijl mijn schooljuffrouw jarenlang haar uiterste best had gedaan mij te leren schrijven met de rechterhand. Wij moesten ook regelmatig in het gelid aantreden, gewapend met een lange stok die, zo leerden wij, overal goed voor was. Je kon er hutten mee bouwen en..... eh....., bruggen mee bouwen, nou ja, ze waren erg nuttig in ieder geval.

De groep was opgedeeld in een aantal patrouilles met een patrouilleleider (PL) en een assistent-patrouilleleider (APL). De patrouilles droegen namen van vogels, zoals de Valken en de Merels. Mijn patrouilleleider heette Erik Zilverentand. Dat zou in deze ‘tussen-fantasie-en-werkelijkheid-wereld’ heel goed een zelfverzonnen naam kunnen zijn geweest, maar hij was echt.

Ook uit mijn verkennertijd herinner ik mij niet meer hoe wij de middagen vulden. Het zal wel geweest zijn met..... eh.... hutten bouwen. Of bruggen.

Ik herinner mij St. Jorisdag. Eén keer in het jaar kwamen alle padvindersgroepen uit de omgeving ’s morgens in alle vroegte, bij elkaar in de Burcht in Leiden, een cirkelvormige kasteelmuur op een heuvel midden in de stad. Daar stonden wij in het gelid opgesteld, hesen de vlag en hoorden ieder jaar weer het verhaal van Sint Joris Die De Draak Versloeg, de draak die het kwaad in de wereld vertegenwoordigde. Van ons werd verwacht dat wij hetzelfde deden, al moesten wij, vanwege een nijpend gebrek aan draken in die tijd, het kwaad op een andere manier te lijf gaan. We kregen ook een rode tulp uitgereikt die wij de hele dag moesten dragen, vastgespeld op ons hemd. We gingen die dag dus met uniform en tulp naar school. Ik weet nog dat ik mij nauwelijks durfde te bewegen uit angst dat de tulp zou knakken of zijn blaadjes zou verliezen.

Het padvindersuniform kon worden versierd met insignes. Die kreeg je niet zomaar, die moest je behalen. Tijdens een zomerkamp ging ik voor het insigne Houthakker. Ik hakte dermate mis dat het litteken in mijn linkervoet nu nog goed te zien is. Over het insigne Verzamelaar schreef ik al eerder. 's Avonds bij het kampvuur zongen wij prachtige liederen:

Mijn Julia is zo schoon, zo schoon als een sirene
Al heeft ze vuurrood haar en een paar kromme benen

Julia, Julia, Ju-li-a
Julia, Julia, Ju-li-a
Julia, Julia, Ju-li-a, en Julia is zo schoon.

Mijn Julia is zo schoon, ze heeft van die mooie haren
Van voren is het vlas en van achter is het garen.....
enz.

Afbeelding: toverlantaarnplaat uit een serie over de kleine Tommy die padvinder werd. Meer lantaarnplaten over de padvinderij op www.luikerwaal.com/scouting1_nl.htm .

zondag 17 januari 2010

Orchidee (5)

Minstens een half jaar geleden verscheen er plotseling weer een klein, groen puntje aan een eigenlijk al bijna opgegeven plant. Dat puntje werd een stengel, er kwamen knoppen, zijtakjes, grote bloemknoppen en tenslotte verscheen de eerste bloem. Ik heb van de verschillende stadia foto's gemaakt en heb ze op deze weblog laten zien.





Inmiddels zijn bijna alle knoppen opengegaan en die anderen komen nog wel. Ik ben wel een beetje trots op 'Mijn Orchidee'. Het is toch wat anders of je een plant een half jaar lang wekelijks wat water en soms wat pokon geeft en iedere dag met veel aandacht en belangstelling haar ontwikkeling volgt, dan dat je gewoon een pot met een plant op de markt koopt en deze in de vensterbank neerzet. Ziet er misschien wel net zo mooi of nog mooier uit, maar je hebt er niets mee. Met deze wel:


Een beetje gek ben je natuurlijk wel als je zo met een plant omgaat, maar ik heb gelukkig, aan de hand van de reacties, gemerkt dat ik niet de enige ben. Dus durfde ik er wel over te vertellen in een serie blogjes. Maar wees gerust, dit was echt de laatste aflevering hoor.

zaterdag 16 januari 2010

Gedichtje voor Ans (6)


Zaterdagmorgen.

straks steekt gewoon
het voorwiel van je fiets
om't hoekje van de schuur en weet ik:
aah fijn, je bent weer thuis,
weer thuisgekomen van je werk.

en even later sta je op het plaatsje
en zet je fiets tegen de schuurmuur aan
met tassen bordevol geladen;
je bent nog naar de markt gegaan
en toen ook nog naar albert heijn.

je draagt een donkerbruine jas
die met die lekker dikke voering
de capuchon bedekt haast al je haar
je wangen zijn vuurrood gekleurd
en op je bril zit zelfs een beetje ijs.

je laat je niet weerhouden
door kou of wind of regen.
wat je moet doen dat doe je toch gewoon....
daar moet je niet om zeuren.
zo simpel zit jouw leven in elkaar.

de handschoenen gaan uit
je blaast je vingers warm
en gaat de tassen legen
en ik denk met een trots gevoel
maar meer nog met veel warmte:

- dat is Mijn Vrouw -




en dan vervaagt het beeld



en zie ik slechts een kale muur.


geen fiets, geen tassen en geen vrouw.


een kale, kale muur.







dat is al wat er overblijft.

een kale muur.


vrijdag 15 januari 2010

Sterretjes.

Doordat ik de afgelopen dagen vanwege een hevige verkoudheid de deur niet uit kon en van pure ellende veel tijd horizontaal moest doorbrengen, kon ik veel televisie kijken. Dat doe ik anders heel weinig, gewoon geen tijd er voor, maar wanneer je ziek bent, ben je blij met alles wat afleidt.

Ik zag deze dagen dus ook heel wat reclameblokken aan mij voorbijgaan en ontdekte al snel dat in vrijwel alle, misschien zelfs wel echt in alle blokken, een man optrad die mij er op wees dat sterretjes in de voorruit van je auto heel vervelend zijn.


Nou zal dat mij een zorg zijn, want ik heb geen auto, laat staan één met sterretjes in de voorruit, maar daar gaat het nu niet om. Ik zat, of eigenlijk lag, me steeds meer af te vragen wat al die reclame wel zou moeten kosten en of die man die die sterretjes repareerde dat geïnvesteerde geld er ook ooit uit zou kunnen krijgen. Wanneer je bijvoorbeeld reclame maakt voor één of andere pc-tractor, dan hoef je er maar één of twee te verkopen om de kosten er al weer uit te hebben, maar hoeveel sterretjes moet je wel niet repareren om ook maar een klein beetje uit de kosten te komen?! Veel kan hij nooit overhouden aan zo'n reparatie, want iedere keer wanneer een klant zijn portemonnee trekt maakt hij een een afwijzend gebaar. Zo van: 'Ach joh, ben je gek. Als jij mij een keer kunt helpen dan doe je dat toch ook?'

Ik weet niet precies wat zo'n reclame kost. Allerlei factoren, als het moment van uitzending, de programma's er omheen en zo, spelen een rol, maar enig onderzoek leerde mij dat het redelijk is de prijs van één keer uitzenden op zo'n € 15.000 in te schatten. Gemiddeld. Reken dat eens uit over de hele dag en over meerdere zenders, want ik ontdekte al snel dat de reclame ook op meerdere netten, soms zelfs tegelijkertijd, vrijwel synchroon, werd uitgezonden. Nou zal die man handig genoeg zijn geweest om een aardige korting te bedingen, maar dan nog! Waarschijnlijk moet hij nu heel vroeg opstaan en kan hij er pas heel laat weer induiken omdat hij de hele dag aan het sterretjes repareren is om die veelcijferige nota van de STER te kunnen betalen. Hoewel......., hoeveel mensen zouden er nu vandaag bijvoorbeeld rondrijden met een sterretje in hun voorruit? De meeste mensen komen toch 's avonds, aan het eind van de rit, gewoon thuis zònder sterretje?! Misschien moet die man nog wel zijn zoontje inschakelen, die, aan de kant van de weg met zijn katapult continue steentjes schiet tegen de voorruiten van nietsvermoedende passanten, om nog een beetje aan klanten te komen.

Nou ja, al met al een interessant onderwerp om je mee bezig te houden wanneer je met een suffig, duf, half verdoofd, dichtgeslibt verkoudsheidhoofd lijdzaam op de bank ligt te wachten tot het allemaal weer voorbij zal zijn.

donderdag 14 januari 2010

Wat is erg?

Niet met elkaar te vergelijken natuurlijk, maar toch.... Ik voel me nog steeds flink ziek, maar wanneer je net naar het journaal hebt gekeken en de beelden hebt gezien van die verschrikkelijke aardbeving in Haiti, dan durf je toch eigenlijk niet meer over je verkoudheid te schrijven.

Duizendenden, mogelijk tien- of honderduizenden mensen kwamen om het leven of verloren hun dierbaren. De hoofdstad Port-au-Princeis is bedolven onder het puin waaronder waarschijnlijk nog talloze mensen liggen. Chaos alom. Schreeuwende mensen: 'De wereld vergaat!' Straten die bezaaid liggen met doden en gewonden. Mensen die zomaar opeens echt alles kwijt zijn.

Daar moet ik het vandaag dan maar gewoon bij laten.

woensdag 13 januari 2010

Snipverkouden.

Hoe fijn het is om niet verkouden te zijn, voel je pas wanneer je wel verkouden bent. Dat geldt natuurlijk ook voor allerlei andere mankementen. We gaan er altijd maar gewoon van uit dat de machinerie van ons lichaam naar behoren werkt en pas wanneer dat niet meer het geval is, valt het ons op, bijvoorbeeld hoe fijn het is om niet verkouden te zijn.

Enfin.... ik ben dus momenteel verkouden en niet zo'n klein beetje ook. Hoesten, proesten, blaffen, niezen, snotteren, tranen die over de wangen stromen. De pakjes Kleenex zijn niet aan te slepen. Pas maar op want de virusjes springen van het scherm! Naast een dikke laag sneeuw is er dus nu ook nog die vaatdoek-achtige conditie die mij binnen houdt. Het Nova Zembla-gevoel is compleet.

Maar wat hoor ik? Voetstappen in de sneeuw. gelukkig.... er wordt mij een pannetje soep aangereikt. Erwtensoep! Er is weer mondvoorraad voor vandaag.

Tegen verkoudheid is niets te doen. Het enige is gewoon maar gaan zitten wachten tot het over is. Dat doe ik dan maar en ik neem mij voor om, zo gauw ik mij weer helemaal lekker voel, dit even heel bewust tot mij door te laten dringen en er even goed van te genieten.

dinsdag 12 januari 2010

IJspret.

Een Elfstedentocht is aan mij niet besteed. Sneeuwval wordt door mij slechts op Eerste Kerstdag gewaardeerd, ijs vind ik lekker, zomers met een amaretto- of mangosmaakje, en koude wordt door mij alleen goed verdragen in combinatie met een stevig opgestookte sauna.

Schaatsen heb ik nooit goed geleerd. Ik probeerde het als kind wel ieder jaar, maar wanneer ik de eerste slagen een beetje onder de knie had, begon het weer te dooien. Er waren natuurlijk ook andere oorzaken. Ik had toen al een geweldige hekel aan kou en vond het gewoon niet plezierig, dat gekleum op het ijs. De schaatsen die ik had waren nog van die houten Friese doorlopers (Nooitgedagt), die je met oranje banden strak om je voeten moest binden. Deed je ze te los dan zwikte je, deed je ze te vast dan lagen je tenen even later als een paar ijsklompjes in je schoenen. Slechts enkelen hadden 'Noren' waarbij de schaatsen vastzaten aan de schoen.

Dat oefenen deed je toen met een houten keukenstoel die je voor je uitschoof. Leren de kinderen tegenwoordig nog schaatsen? Ik denk het niet. Volgens mij binden ze de ijzers onder en zoeven weg. Fietsen hoef je ze immers ook niet meer te leren. Het zit gewoon al in hun genen wanneer ze geboren worden. Net als computeren.

Direct achter onze achtertuin lag een sloot waarop ik oefende. Op die sloot waren de riolen van de huizen aangesloten. De plek waar de doorgetrokken uitwerpselen in de sloot belandden bleef natuurlijk altijd broos en dun. Toen ik een keer aan de kant wilde klimmen deed ik dat uitgerekend via die plek. Ik zakte door het ijs en verdween rechtstandig diep in de daaronder verzamelde prut. Daarna heb ik nooit meer geoefend. Ik kan dus nog steeds niet schaatsen. Ik voel het niet als een gemis.

maandag 11 januari 2010

Nog eentje.

Nou, eentje dan nog...... Nog één gedichtje in de stijl van Wilmink's befaamde Elfstedengedicht:

Met kromme vingers van de jicht
schreef ik mijn honderdste bericht.
Maar kijk eens vrienden, het valt mee:
ik ben nu al bij honderdtwee!


zondag 10 januari 2010

It giet oan!

Nu de winter maar blijft voortduren en de dikte van het ijs toeneemt, gaat het hart van de echte schaatsliefhebbers weer sneller kloppen. Zou hij er dan toch eindelijk weer eens gaan komen dit jaar, de Tocht der Tochten, de Elfstedentocht? Vol spanning wachten zij op de verlossende uitspraak van de rayonhoofden: 'It giet oan!'

De Twentse dichter Willem Willink heeft er een prachtig gedicht over geschreven. In bondshotel 'het Houten Zwaard' vertelt een oudere man hoe het er aan toeging bij de laatste, door hemzelf meegereden, Elfstedentocht:


Met honderd kranten op de borst,
bij meer dan honderd graden vorst,
in pegelval en windgestriem,
zo kluunden wij langs Bartlehiem.


Zo begint het. Het is een niet al te moeilijk gedicht dat in deze barre wintermaanden veelvuldig door mij geparodieerd wordt. Bijvoorbeeld als ik er op uit moet voor de boodschappen:

Met honderd krampen in mijn lijf
en alle ledematen stijf,
mijn neus en oren deden pijn,
zo fietste ik naar Albert Heijn.....


Voordat ik het weet is mijn 'tocht der tochten' volbracht en sta ik in de aangenaam verwarmde AH-winkel bij te komen.
Gisteren was een vriend van mij jarig. In de ijzige koude stapte ik op de fiets om hem daarmee te gaan feliciteren en onderweg dichtte ik:

Met honderd dikke truien aan
was ik die dag op pad gegaan.
Met veel gehijg en veel gesteun,
zo kwam ik aan bij mijn vriend Teun.


Mijn toverlantaarnvriendin Monique nam Wilmink's komische gedicht op een alleraardigste manier op in haar voorstellingen met de toverlantaarn, natuurlijk geïllustreerd met een paar erbij passende lantaarnplaten.

Zie voor het volledige gedicht van Wilmink en een impressie van de toverlantaarnvoorstelling mijn website, http://www.luikerwaal.com/elfsteden_nl.htm .

zaterdag 9 januari 2010

Feest vandaag!

Het is vandaag een beetje feest. Vandaag verschijnt het honderdste blogbericht op mijn weblog.

Dinsdag 20 oktober van het vorige jaar ben ik begonnen; eerst met twee berichten per dag, om het een beetje snel gevuld te krijgen, later met één bericht per dag. Geen dag overgeslagen. En nu zijn het er dus al


Waarom ik het doe, iedere dag zo'n stukje schrijven? Het antwoord is simpel: omdat ik het leuk vind. Ik hou van taal, ik hou van schrijven, en het houdt mijn geest scherp. Een beetje de reden waarom andere senioren dagelijks kruiswoordpuzzels oplossen of scrabbelen. Iedere dag een half uurtje hersengymnastiek.

Ik schrijf dus in de eerste plaats voor mezelf. Ook voor jou hoor, maar of mijn stukjes veel of weinig gelezen worden en wat 'men' ervan vindt is niet zo belangrijk voor mij. Natuurlijk vind ook ik het leuk zo af en toe eens een complimentje te ontvangen, maar één van de weinige prettige dingen van het ouder worden is dat je je steeds minder aan hoeft te trekken van het oordeel van anderen. Je bent er dan achter gekomen dat je nu eenmaal niet iedereen tevreden kunt stellen. Of jij een stukje van mij wel of niet leuk/goed/mooi vindt zegt bovendien vaak meer over jou dan over mij of mijn stukje. Er zijn wat mensen waarvan ik weet dat ze er vrijwel dagelijks van genieten, er zijn er die er niks aan vinden en een hele hoop die daar tussenin zitten. Prima, toch....?

Wanneer je je door de oordelen van anderen laat leiden zet je geen letter meer op papier en datzelfde geldt eigenlijk voor je hele leven. Wanneer je je voortdurend iets aantrekt van wat anderen van je vinden, wanneer je iedereen wilt behagen en niemand wilt teleurstellen, durf je al snel geen stap meer te doen. Ik ga in ieder geval nog even gewoon zo verder met mijn blogje. Op naar de volgende honderd!

(c) afbeelding: anoniem, van het internet.

vrijdag 8 januari 2010

Toen was geluk..... (7)

Mijn herinneringen aan de jaren vijftig. De tijd dat geluk heel gewoon was.....

Verzamelen.

Zilverpapier.

Zilverpapier was op de één of andere manier belangrijk voor de arme kindertjes overzee, die toen nog gewoon 'negertjes' mochten heten. Die hadden altijd honger. Je nam het zilverpapier, tot een grote bal samengepropt, mee naar school, waar het werd verzameld. Ook de flessendoppen van melkflessen moest je bewaren. Ik weet nog dat uit de bak waarin die doppen verzameld werden, altijd een beetje zure lucht kwam. Wat de kindertjes er mee deden is mij altijd onduidelijk gebleven. Ze zullen het wel niet opgegeten hebben. Wij aten thuis nog regelmatig negerzoenen en niemand die daar toen moeilijk over deed.

Rolstoel.
Soms verspreidde zich het gerucht dat je bijvoorbeeld doppen van bierflesjes of verpakkingen van sigaretten moest gaan sparen. Wanneer je dan bijvoorbeeld duizend doppen of doosjes had verzameld dan kon je die naar de fabrikant sturen die er voor in ruil een rolstoel aan een invalide schonk. De doorzetters wachtte een koude douche. Niks inruilen. Niks rolstoel. De fabrikant wist van niets (of zou hij zelf het gerucht verspreid hebben om de verkoop te stimuleren?).

Sigarenbandjes.
Je kon ook voor jezelf verzamelen. Letterlijk alles kon je verzamelen. Postzegels, suikerzakjes, lucifermerken en sigarenbandjes. Wanneer je geen zin meer had in verder verzamelen dan plakte je de postzegels of sigarenbandjes op een oud theeschoteltje, deed er een laagje blanke vernis overheen en je had weer een leuk cadeautje voor Sinterklaas of moederdag. Te gebruiken als asbak, bonbonschaaltje of zo maar.... als schoteltje.

Filmsterren.
Een ander geliefd verzamelobject waren de plaatjes van filmsterren die bij de mierzoete, roze plakjes kauwgum verpakt zaten. De meest geliefde mannelijke ster was de cowboy Roy Rodgers; de vrouwelijke ster waar ieder meisje zich mee wilde identificeren was Doris Day (…zat op de plee, rijmden we dan altijd).

Insigne verzamelaar.
Toen ik bij de padvinderij zat haalde ik het insigne verzamelaar. Ik beduvelde de boel. Met de postzegelverzameling van mijn vader toog ik naar het huis van de hopman. Mijn vader ging mee, waarschijnlijk deels omdat hij bang was dat de hopman stiekem een van zijn zegeltjes zou inpikken, deels omdat hij het toch niet helemaal vertrouwde, zijn zoon op visite bij zo’n oudere man in een kortlange broek. Ik kreeg, dus volkomen onterecht, mijn insigne verzamelaar uitgereikt, want de verzameling waar ik mee pronkte, was niet de mijne.

Ach, ik heb het vele jaren later nog goedgemaakt toen ik toch nog echt met verzamelen begon. Postzegels konden mij niet boeien. Daarom verzamel ik nu...... toverlantaarns….!

donderdag 7 januari 2010

Opa's bollen.


Dit jaar bakte ik voor het eerst weer oliebollen met oudejaar (zie 31 december). Ik was er zelf wel tevreden over, maar dat zegt natuurlijk niet zo veel.

Gisteren belde mijn schoondochter en vertelde me dat kleindochter Sophie de oliebollen die zij overal kreeg toegestopt met een vies gezicht opzij schoof. 'Alleen die opa heeft gebakken,' zei ze, 'die zijn lekker.'

Een groter compliment kun je toch niet krijgen. Ik krijg nu alweer zin in het bakken van volgend jaar. Dan komen er ook appelflappen bij. En een heel mooie, perfect gevormde, goudbruin gebakken, extra luchtige oliebol speciaal voor Sophie!

woensdag 6 januari 2010

Driekoningen.

Vandaag is het Driekoningen; in de christelijke traditie een feest waarbij herdacht wordt dat de drie wijzen of koningen uit het oosten een bezoek brachten aan de pasgeboren Jezus in de stal. (Die geboorte wordt gevierd met Kerstmis, dat schijn je tegenwoordig altijd even voor veel jongeren en allochtonen te moeten uitleggen.)

Voor veel mensen is Driekoningen een afsluiting van alle decemberfeestelijkheden. Nieuwjaarswensen hoeven dan niet meer, de kerstversiering gaat het huis uit. Volgens sommigen brengt het na Driekoningen nog kerstversiering in huis hebben zelfs ongeluk.


Ik heb, voor alle zekerheid, het kerststukje op de salontafel, dat ik kort voor de kerst weer van verse hulst- en dennentakjes voorzien had, vandaag dan ook maar weer ontmanteld en opgeborgen op zolder.......


...... tot volgend jaar!

dinsdag 5 januari 2010

Spam.

Wanneer je op het internet een beetje aan de weg timmert, en dat doe ik nogal met mijn toverlantaarnsite, handel op marktplaats.nl, weblog en nog wat zaken, valt vroeg of laat je e-mailadres in handen van het spamtuig. 'Tuig' bedoel ik hier niet als in 'vliegtuig' maar als 'tuig' in 'tuig van de richel', want dat is het. Spammers verpesten voor een groot deel het plezier dat je met internet kunt beleven en richten veel schade aan. Wanneer je een beetje pech hebt, en dat had ik, komt je adres terecht op een cdrom, die door het tuig onderling verhandeld wordt. Zonder maatregelen ontvang ik dan ook nu minstens honderd spamberichten per dag!

Ik heb natuurlijk wèl alle maatregelen genomen om de ontvangst van spam te voorkomen. Strakker kan ik de filters niet aantrekken, want dan loop ik de kans ook mijn 'goede' mailtjes niet meer te ontvangen. Er slippen dus dagelijks gemiddeld nog wel een stuk of acht spamberichten doorheen.

Ik kan mij nooit voorstellen dat een beetje zinnig mens ingaat op al die rare aanbiedingen met penisverlengende middelen, paarse pilletjes, goedkope rolexen, hypotheken, medicijnen en noem maar op, maar kennelijk gebeurt dat. Een beetje spammer verstuurt dagelijks miljoenen spamberichten en als er maar een klein percentage ontvangers reageert dan kan hij daar al heel goed van leven.

Het rare was nu dat rond de kerst- en oudennieuwdagen de ontvangst van spam minimaal was. Er gingen dagen voorbij zonder ook maar één spambericht. Soms een enkele, dan weer niets. Hoe komt dat nou toch, vroeg ik mij af. Is het spamtuig massaal op vakantie om het 'verdiende' kapitaal op te maken aan het eind van het jaar? Hebben zij toch nog een beetje gevoel en willen ze de mensen met die feestelijke dagen niet lastig vallen? Zitten zij ook met hun gezin gezellig rond de kerstboom en eten zij oliebollen met oudjaar? Hoe dan ook, mijn postbus bleef soms akelig leeg. Zo leeg dat ik mij niet prettig begon te voelen en mij af ging vragen of alles nog wel goed werkte. Er gebeurde iets dat ik mij nooit had kunnen voorstellen: ik begon uit te kijken naar die spamberichten, hoopte dat er weer eens ééntje in mijn box zou zitten.

Ik kan gerust zijn. Het spamtuig is er weer. Alles werkt dus als normaal. Normaal is tegenwoordig bijvoorbeeld een oudejaarsavond met rellen, vernielingen, opstootjes, autobranden, verhinderen dat politie, brandweer en ambulancepersoneel hun werk kunnen doen, molesteren van voorbijgangers, vuurwerk in brievenbussen en het uitvechten van oorlogen tussen etnische groeperingen. Er zijn dingen waar wij kennelijk maar mee moeten leren leven. Spam is daar één van.

maandag 4 januari 2010

Toen was geluk..... (6)

Mijn herinneringen aan de jaren vijftig. De tijd dat geluk heel gewoon was.....

Stereo-uitzendingen.
De eerste stereo radio-uitzendingen vonden niet plaats zoals nu, via één zender op de FM, die had je nog niet, maar waren alleen op de middengolf te beluisteren. We hadden nog maar twee zenders toen, Hilversum 1 en Hilversum 2. Het ene stereokanaal werd op de ene Hilversum, het andere op de andere uitgezonden. Wanneer je de muziek in stereo wilde horen had je dus twee radio’s nodig. De meeste huishoudens hadden er maar één, dus moest je samenwerken met de buren. De twee radio's moesten natuurlijk wel zoveel mogelijk met elkaar overeenkomen, wat geluidskwaliteit betreft, en liefst van hetzelfde type zijn.

Eén van de eerste stereo-uitzendingen, misschien wel de allereerste, was die van de Matheus Passion, rond de Paasdagen. Op een keer leende ik met een stel vrienden en vriendinnen een tweetal grote luidsprekerboxen van de jeugdvereniging waar we lid van waren. We plaatsten ze aan weerszijden van het grote tweepersoonsbed van mijn ouders, trokken de kabels door naar mijn slaapkamer, waar we ze aansloten op het kastje van de draadomroep. Daarvoor moest het kastje worden geopend zodat we de draden rechtstreeks konden verbinden met de contacten. Het werkte prima, alleen de draaischakelaar voor hard en zacht was op die manier buiten werking, zodat we alles maar op één geluidsvolume konden beluisteren: knoerthard. Gelegen op het bed van mijn ouders hebben we geluisterd naar Bach’s Passion. De bassen van het 'Kommt ihr Töchter, helft mir klagen' drongen door tot in je maag. Ik geloof niet dat we de Mattheus helemaal uitgeluisterd hebben, maar het was wel een onvergetelijke ervaring.

zondag 3 januari 2010

Toen was geluk..... (5)

Mijn herinneringen aan de jaren vijftig. De tijd dat geluk heel gewoon was.....

Draadomroep.
In veel huishoudens was de draadomroep aanwezig, waarmee de programma's van de radiozenders via een kabel door de PTT werden thuisbezorgd.

Het signaal liep via een kastje aan de muur met twee draaischakelaars, die je met een klikkend geluid kon verdraaien. De ene schakelaar was voor de zenders, de tweede voor het volume. Alleen de Nederlandse zenders waren altijd aanwezig. Nou ja, altijd....? Na het spelen van het Wilhelmus om 24:00 uur werd het stil. Ieder fatsoenlijk mens lag dan immers toch al te slapen?! Op de overige twee kanalen waren wisselende uitzendingen uit het buitenland te beluisteren, concerten, sportverslagen, enz. Op kanaal 3 was populaire muziek te horen, op 4 klassiek. De uitzendingen moesten worden beluisterd via de bijgeleverde eenvoudige luidspreker in een grijs bakelieten kastje, die je eveneens huurde van de PTT.

Een advertentie van de PTT uit 1955 zegt hierover: - .... met draadomroep heeft u geen last meer van storingen door trams, stofzuigers, enz. Een draadomroepaansluiting brengt Hilversum I en II en de beste uitzendingen uit het buitenland via de beschermde muzieklijnen van PTT in uw huiskamer. ... U geniet ervan alsof u zelf in de studio zit. - Tsjaa.... ook toen al waren de advertenties mooier als de werkelijkheid. Alsof u in de studio zit, jaja!!! En dat via die simpele luidspreker! Maar in vergelijking met de middengolfuitzendingen op de radio was de geluidskwaliteit niet slecht. Ik had zo’n kastje op mijn kamer en werd daarom door veel van mijn vrienden benijd.

zaterdag 2 januari 2010

Milieuramp.


............ en dan vragen ze mij de verwarming een graadje lager af te stellen !!!

(c) foto: Charles Barten.

Toen was geluk..... (4)

Mijn herinneringen aan de jaren vijftig. De tijd dat geluk heel gewoon was.....

Kromzwaarden.
We legden heel grote spijkers op de treinrails, vlak voordat de trein eraan kwam. Nadat de trein er overheen gedenderd was, waren de spijkers zo plat als een dubbeltje en leken ze op een echt ridderzwaard. Wanneer je de spijker van te voren wat verboog, dan kreeg je een prachtig Turks kromzwaard. Hoe groter de spijker, hoe beter het effect natuurlijk. Het was vaak wel even zoeken wanneer de trein gepasseerd was, want de zwaarden werden meters ver weg geslingerd. Dat was maar goed ook, want wanneer je ze te snel beet pakte dan kon je lelijk je vingers branden aan het gloeiend hete metaal. Wij maakten die zwaarden altijd onderweg naar school, vlak bij de spoorbomen.

Spoorbomen.
Spoorbomen werden in die tijd altijd nog met de hand bediend, door een spoorman. Automatisch beveiligde spoorwegovergangen bestonden nog niet. Dat wij daar toch zo onze gang konden gaan kwam doordat bij deze bomen het wachtershuisje erg ver weg was geplaatst. De man die de bomen bediende moest namelijk ook ook de wat verderop gelegen spoorbrug openen en sluiten en het werd kennelijk belangrijker gevonden dat hij de vaarweg kon overzien, dan dat hij de spoorbomen, waar toch iedere dag vele tientallen schoolkinderen doorheen moesten, goed in de gaten kon houden. Dat bleek een verkeerde visie.

Op een dag stond ik op mijn fiets voor de gesloten bomen te wachten. De trein passeerde en de bomen gingen omhoog. Ik ging op de trappers staan en trok op. Een ijselijke gil achter mij deed mij stoppen. Op een metertje of twee schoot de trein van de andere kant langs mijn voorwiel voorbij. Ietsje meer snelheid, een paar meter minder rijweg, geen vrouw die gilde, of de bomen een seconde eerder omhoog en deze blog zou nooit geschreven zijn.

Ik fietste gewoon naar huis en weet eigenlijk niet eens of ik het wel thuis verteld heb. Er was nog geen claimcultuur en je beschouwde zoiets gewoon als een ongelukje dat kon gebeuren. De spoorman zal wel genoeg gestraft zijn voor zijn onoplettendheid: hij zal waarschijnlijk de eerste minuut wel niet in de richting van zijn bomen hebben durven kijken.

vrijdag 1 januari 2010

Goede voornemens.

Allereerst iedereen natuurlijk de beste wensen!

Ik heb slechts één goed voornemen dit jaar, en dat is in zo'n kort mogelijke tijd die decemberkilo's weer zien kwijt te raken. Tien kilo te zwaar ben ik, tien pakken melk! Mijn overhemden zitten te strak, mijn broekriem heeft te weinig gaatjes.

Ze komen er zo gemakkelijk en ongemerkt aan, die grammetjes, maar om ze weer te laten verdwijnen moet je zoooooooooooooooo verschrikkelijk veel moeite doen. Eerst nog even opmaken wat er in huis is.... de bollen en de appelvlappen, de kaasjes, koekjes, nootjes, ijsjes, chips en chocola. En dat dagelijkse glas wijn voordat ik ga slapen, moet ik ook maar laten staan. En daarna alles wat lekker, en dus slecht voor mij is, gewoon in de supermarkt laten liggen.

Dat vooruitzicht stemt mij niet vrolijk. Wat een ellende zeg, om zo het nieuwe jaar te moeten beginnen! Er komen nog wat verjaardagen aan, die wintermaanden vind ik toch al niet zo gemakkelijk door te komen, mijn maag rammelt nu alweer, het water loopt me in de mond wanneer ik alleen maar aan al dat lekkers dènk....

Misschien is het toch beter nog even te wachten. 1 februari, bijvoorbeeld, is toch ook een mooie datum?!