woensdag 25 januari 2012

Poëzievertaalwedstrijd 2012 (1)

Ook dit jaar heeft de Bibliotheek van Huizen-Laren-Blaricum weer een poëzievertaalwedstrijd georganiseerd. Dit keer werd gekozen voor een uit het Engels te vertalen gedicht van de beroemde Schotse schrijver Robert Louis Stevenson, onder meer bekend van zijn boeken Treasure Island en The Strange Case of Dr. Jekyll and Mr. Hyde. De titel van het gedicht uit 1895 is 'Home no more home to me.'

Ik heb aan die wedstrijd meegedaan. Om de prijs, een dubbel-cd, hoefde ik het niet te doen want ik hèb al een cd, maar ik hou van taal en van schrijven en dichten, dus deed ik er met plezier aan mee. Het was geen gemakkelijke tekst, vond ik, en ik moet bekennen dat ik mij diverse malen in totale verwarring heb afgevraagd wat de auteur nou toch in hemelsnaam met bepaalde passages wellicht eventueel misschien mogelijkerwijs bedoeld zou kunnen hebben. Maar ik kwam er uit, d.w.z. er kwam een gedicht op papier dat hopelijk in voldoende mate de bedoelingen van de schrijver benadert, zodat Robert Louis zich niet om mij in zijn graf zal hoeven om te draaien.


Vanavond is de uitslag. Ik heb geen enkele illusie dat ik gewonnen heb, want dan had ik naar alle waarschijnlijkheid wel al een mailtje gehad waarin mij op bedekte wijze werd aangeraden vanavond bij de prijsuitreiking aanwezig te zijn. Toch vind ik het heel jammer er niet bij te kunnen zijn, want het belooft een erg leuke culturele happening te worden. Morgen lees ik het uitgekozen gedicht hopelijk wel op internet. Daarna verschijnt de door mij vertaalde versie op mijn blog.

Dit is het gedicht waar het om gaat:

Home no more home to me, whither must I wander?
Hunger my driver, I go where I must.
Cold blows the winter wind over hill and heather;
Thick drives the rain, and my roof is in the dust.
Loved of wise men was the shade of my roof-tree.
The true word of welcome was spoken in the door --
Dear days of old, with the faces in the firelight,
Kind folks of old, you come again no more.

Home was home then, my dear, full of kindly faces,
Home was home then, my dear, happy for the child.
Fire and the windows bright glittered on the moorland;
Song, tuneful song, built a palace in the wild.
Now, when day dawns on the brow of the moorland,
Lone stands the house, and the chimney-stone is cold.
Lone let it stand, now the friends are all departed,
The kind hearts, the true hearts, that loved the place of old.

Spring shall come, come again, calling up the moorfowl,
Spring shall bring the sun and rain, bring the bees and flowers;
Red shall the heather bloom over hill and valley,
Soft flow the stream through the even-flowing hours;
Fair the day shine as it shone on my childhood --
Fair shine the day on the house with open door;
Birds come and cry there and twitter in the chimney --
But I go for ever and come again no more.


Er zijn 24 Nederlandse versies van dit gedicht gemaakt. Ik zou ze allemaal wel willen lezen. Heel benieuwd wat de anderen ervan gebrouwen hebben.