Kerstmis en Oudejaar zijn leuke feesten, maar niet voor iedereen. De laatste helft van december is vaak een afschuwelijke tijd voor mensen die op de een of andere manier alleen zijn komen te staan, voor zieken, voor ouderen. We leven echter in een tijd waarin verdriet en somberheid taboe zijn en de tv-reclame ons wijsmaakt dat iedereen mooi, lief, jong, gezond, leuk en boven alles 'gelukkig' hoort te zijn. Geluksgoeroes leren ons dat geluk maakbaar is, zoals dat heet. Wanneer iemand verdriet en ellende heeft dan is hij of zij een loser en zal diegene het wel aan zichzelf te wijten hebben. Wie een ernstige ziekte krijgt heeft altijd volgens een verkeerd voedselpatroon geleefd, wie trammelant met z'n kinderen heeft, heeft ze niet goed opgevoed, wie altijd tegenslag heeft zal in een vorig leven wel iets slechts hebben gedaan, van dat soort dingen. Geluk is tegenwoordig iets waar iedereen recht op heeft.
Terwijl soms het leven zomaar genadeloos toe kan slaan.
En je je dan gewoon rot voelt.
De mensen om je heen voelen zich daar niet prettig bij. Ze wijzen je op de vele lichtpuntjes die er toch ook nog zijn, de zon die nog achter de wolken schijnt of op het feit dat er velen zijn die het veel slechter hebben dan jij. Met een toegevelijke glimlach om de lippen zet je dan je clownsneus maar weer op.
'Hè.... zo ken ik je weer!'
Terwijl je maar één ding wilt: een arm om je heen en een stem die zegt: 'Ik snap heel goed dat je je zo klotig voelt. Ik voel met je mee.'