'Schrijven is mijn lust en mijn leven.' staat er als motto in de kop van mijn weblog.
Ik schrijf de stukjes dus voornamelijk omdat ik het zo heerlijk vind om te doen en.... je zou ook kunnen zeggen: omdat ik het gewoon niet kan laten. Ik zou de stukjes na het schrijven natuurlijk kunnen verfrommelen en weggooien. Of op de Delete-toets drukken. Ik doe dat niet. Misschien heeft iemand anders er nog iets aan..... denk ik dan en daarom zet ik ze maar op deze weblog.
Soms schenken mijn blogjes iemand een glimlach, een schaterlach, soms ook een traan, soms brengen ze ontroering, een herinnering, een herkennen teweeg, soms vormen zij een bemoediging, een troost. Dat is dan mooi meegenomen. Er zijn ook mensen die er niks aan vinden en er niets uithalen. Dat is een beetje jammer dan......
Hoe dan ook, ik ga er mee door in 2011.
Tot straks dus, in het volgend jaar.
vrijdag 31 december 2010
donderdag 30 december 2010
Kruimeldiefje.
Vorige week waren mijn kleinkinderen op bezoek, vier stuks in totaal, in de leeftijd van vier tot acht. Op een gegeven moment kwam kleinzoon de kamer binnen met twee euromunten die op het plankje in de gang lagen. Ik legde uit dat die daar lagen om aan de folderbezorgers te geven wanneer zij aanbelden om hun nieuwjaarsfooi in ontvangst te nemen. "Leg ze maar weer terug op dat plankje." vroeg ik en hij ging terug naar de gang om de munten terug te leggen.
Toen het hele stel zou vertrekken zag ik dat er nog maar één euro op het plankje lag. "Waar is die andere euro gebleven, jongens?' vroeg ik. Ze keken mij allevier met de meest onschuldige gezichtjes aan. Het was onmogelijk een dader er uit te pikken. Het kon zijn dat degene die de munten terug moest leggen er één achter gehouden had, maar het kon ook zo zijn dat hij ze wel had teruggelegd en dat één van de anderen er één had weggenomen. Nu lig ik niet wakker van die ene gepikte euro, maar ik raadde wel mijn zoon aan er toch nog even op door te vragen als ze in de auto zaten en de dader duidelijk te maken dat zo iets echt niet kan.
Een paar dagen waren ze er weer. Al snel kwam een van m'n kleindochters naar me toe en vroeg of ik die euro al weer gevonden had. Ik antwoordde dat dat niet zo was. 'Maar er liggen er nu wel twee op het plankje.' zei ze. Dat klopte. Ik zal waarschijnlijk nooit weten wie de euro heeft weggenomen en eigenlijk wil ik dat niet eens weten. Het belangrijkste is dat de dader, uit eigen beweging of onder zachte dwang van de ouders, heeft ingezien dat het verkeerd was iets van een ander weg te pakken en zijn of haar daad weer netjes gecorrigeerd heeft.
Toen het hele stel zou vertrekken zag ik dat er nog maar één euro op het plankje lag. "Waar is die andere euro gebleven, jongens?' vroeg ik. Ze keken mij allevier met de meest onschuldige gezichtjes aan. Het was onmogelijk een dader er uit te pikken. Het kon zijn dat degene die de munten terug moest leggen er één achter gehouden had, maar het kon ook zo zijn dat hij ze wel had teruggelegd en dat één van de anderen er één had weggenomen. Nu lig ik niet wakker van die ene gepikte euro, maar ik raadde wel mijn zoon aan er toch nog even op door te vragen als ze in de auto zaten en de dader duidelijk te maken dat zo iets echt niet kan.
Een paar dagen waren ze er weer. Al snel kwam een van m'n kleindochters naar me toe en vroeg of ik die euro al weer gevonden had. Ik antwoordde dat dat niet zo was. 'Maar er liggen er nu wel twee op het plankje.' zei ze. Dat klopte. Ik zal waarschijnlijk nooit weten wie de euro heeft weggenomen en eigenlijk wil ik dat niet eens weten. Het belangrijkste is dat de dader, uit eigen beweging of onder zachte dwang van de ouders, heeft ingezien dat het verkeerd was iets van een ander weg te pakken en zijn of haar daad weer netjes gecorrigeerd heeft.
woensdag 29 december 2010
Gewoon rot.
Kerstmis en Oudejaar zijn leuke feesten, maar niet voor iedereen. De laatste helft van december is vaak een afschuwelijke tijd voor mensen die op de een of andere manier alleen zijn komen te staan, voor zieken, voor ouderen. We leven echter in een tijd waarin verdriet en somberheid taboe zijn en de tv-reclame ons wijsmaakt dat iedereen mooi, lief, jong, gezond, leuk en boven alles 'gelukkig' hoort te zijn. Geluksgoeroes leren ons dat geluk maakbaar is, zoals dat heet. Wanneer iemand verdriet en ellende heeft dan is hij of zij een loser en zal diegene het wel aan zichzelf te wijten hebben. Wie een ernstige ziekte krijgt heeft altijd volgens een verkeerd voedselpatroon geleefd, wie trammelant met z'n kinderen heeft, heeft ze niet goed opgevoed, wie altijd tegenslag heeft zal in een vorig leven wel iets slechts hebben gedaan, van dat soort dingen. Geluk is tegenwoordig iets waar iedereen recht op heeft.
Terwijl soms het leven zomaar genadeloos toe kan slaan.
En je je dan gewoon rot voelt.
De mensen om je heen voelen zich daar niet prettig bij. Ze wijzen je op de vele lichtpuntjes die er toch ook nog zijn, de zon die nog achter de wolken schijnt of op het feit dat er velen zijn die het veel slechter hebben dan jij. Met een toegevelijke glimlach om de lippen zet je dan je clownsneus maar weer op.
'Hè.... zo ken ik je weer!'
Terwijl je maar één ding wilt: een arm om je heen en een stem die zegt: 'Ik snap heel goed dat je je zo klotig voelt. Ik voel met je mee.'
Terwijl soms het leven zomaar genadeloos toe kan slaan.
En je je dan gewoon rot voelt.
De mensen om je heen voelen zich daar niet prettig bij. Ze wijzen je op de vele lichtpuntjes die er toch ook nog zijn, de zon die nog achter de wolken schijnt of op het feit dat er velen zijn die het veel slechter hebben dan jij. Met een toegevelijke glimlach om de lippen zet je dan je clownsneus maar weer op.
'Hè.... zo ken ik je weer!'
Terwijl je maar één ding wilt: een arm om je heen en een stem die zegt: 'Ik snap heel goed dat je je zo klotig voelt. Ik voel met je mee.'
dinsdag 28 december 2010
Wolluis.
Al vaker schreef ik op deze blog over de orchideen in mijn vensterbank. Ooit waren zij de trots van Ans en later, toen ik de verzorging noodgedwongen over moest nemen, van mij. Niet dat ik aan die verzorging een dagtaak had, een kleine hoeveelheid water per week en heel af en toe wat pokon stelde hen al tevreden en ze beloonden mij met een verrassende, schitterende bloemenpracht, steeds weer opnieuw.
Tot de wolluis (Pseudococcus maritima) bezit van hen nam. Voor de gelukkigen die nog nooit met dit diertje kennis hebben gemaakt, het volgende:
Wolluizen kunnen een plaag vormen voor alle planten, maar ze hebben een duidelijke voorkeur voor de Phalenopsis. Op een gegeven moment ontdek je witte vlokjes en wolachtige ophopingen achter de bloemen, in de oksels van de stengel en tussen de bladeren. De milimeter grote diertjes die daarin verborgen zijn steken met hun monddelen in een plantencel, zuigen deze leeg en brengen, al dank voor het aangenaam verpozen, giftig speeksel terug in de cel. Er ontstaan verkleuringen en later bruine plekken. Wanneer je er niets aan doet wordt de plant al snel overdekt door deze plaag. Beschadiging bij jong blad geeft vervormingen. Er ontstaat ook honingdauw waardoor de plant plakkerig aanvoelt en glimt en op die manier weer extra gevoelig wordt voor schimmels en virussen. Het vrouwtje legt 300-500 eieren die na 10 dagen uitkomen, waarna het vrouwtje sterft. Als de eieren uitkomen zoeken de jonge beweeglijke luizen een goed plaatsje op de plant op om er van te gaan eten. De mannelijke wolluis vliegt ondetussen vrolijk van plant tot plant om de vrouwtjes te bevruchten zodat het feest nog lang kan doorgaan. Klaar ben je er mee!
Ze zijn te bestrijden met chemische bestrijdingsmidelen die erger zijn dan de kwaal, maar ook het regelmatig verwijderen van de witte vlokken met een penseel gedoopt in spiritus zou moeten helpen. De vlokjes lossen op in de spiritus en dan pas zie je de rose/bruinachtige diertjes die zoveel leed veroorzaken. Eén keer behandelen is onvoldoende. Je moet echt wekenlang iedere dag de penseel met spiritus ter hand nemen.
Het is een gevecht van de mens tegen nauwelijks zichtbare diertjes, van Goliath tegen David. Wie de strijd gaat winnen weet ik nog niet, maar de geschiedenis heeft geleerd het dat niet altijd de grootste is die wint......
Tot de wolluis (Pseudococcus maritima) bezit van hen nam. Voor de gelukkigen die nog nooit met dit diertje kennis hebben gemaakt, het volgende:
Wolluizen kunnen een plaag vormen voor alle planten, maar ze hebben een duidelijke voorkeur voor de Phalenopsis. Op een gegeven moment ontdek je witte vlokjes en wolachtige ophopingen achter de bloemen, in de oksels van de stengel en tussen de bladeren. De milimeter grote diertjes die daarin verborgen zijn steken met hun monddelen in een plantencel, zuigen deze leeg en brengen, al dank voor het aangenaam verpozen, giftig speeksel terug in de cel. Er ontstaan verkleuringen en later bruine plekken. Wanneer je er niets aan doet wordt de plant al snel overdekt door deze plaag. Beschadiging bij jong blad geeft vervormingen. Er ontstaat ook honingdauw waardoor de plant plakkerig aanvoelt en glimt en op die manier weer extra gevoelig wordt voor schimmels en virussen. Het vrouwtje legt 300-500 eieren die na 10 dagen uitkomen, waarna het vrouwtje sterft. Als de eieren uitkomen zoeken de jonge beweeglijke luizen een goed plaatsje op de plant op om er van te gaan eten. De mannelijke wolluis vliegt ondetussen vrolijk van plant tot plant om de vrouwtjes te bevruchten zodat het feest nog lang kan doorgaan. Klaar ben je er mee!
Ze zijn te bestrijden met chemische bestrijdingsmidelen die erger zijn dan de kwaal, maar ook het regelmatig verwijderen van de witte vlokken met een penseel gedoopt in spiritus zou moeten helpen. De vlokjes lossen op in de spiritus en dan pas zie je de rose/bruinachtige diertjes die zoveel leed veroorzaken. Eén keer behandelen is onvoldoende. Je moet echt wekenlang iedere dag de penseel met spiritus ter hand nemen.
Het is een gevecht van de mens tegen nauwelijks zichtbare diertjes, van Goliath tegen David. Wie de strijd gaat winnen weet ik nog niet, maar de geschiedenis heeft geleerd het dat niet altijd de grootste is die wint......
maandag 27 december 2010
Theelichtje en speeldoos (4)
Het verhaal dat Lida mij vertelde maakt voor mij de speeldoos natuurlijk veel waardevoller dan wanneer ik hem gewoon ergens in een winkel of zo had gekocht. Net als voor veel andere verzamelaars, zijn voor mij de verhalen achter de verzamelde voorwerpen vaak leuker en interessanter dan de voorwerpen zelf. Ik druk het af en berg het op ergens bij de speeldoos, zodat het erbij bewaard blijft.
Terwijl ik haar weer verder hielp met de computer ging de bel en werd er een pak bezorgd met een prachtige babypop. 'Als je wat terug zou willen doen dan zou je die pop voor me kunnen betalen,' stelde ze voor. 'Een gedeelte van het bedrag gaat ook nog naar de Kankerbestrijding, dus je steunt er ook nog een goed doel mee.' Dat vond ik eigenlijk wel een goed idee en dus betaalde ik de pop.
Het leuke van deze hele geschiedenis is natuurlijk dat ze ooit, heel veel jaren geleden, een pop heeft geruild voor die speeldoos en dat ze nu, een dikke zestig jaar later, diezelfde speeldoos weer heeft omgeruild voor.... een pop. Zou dat nu toeval zijn of wordt zoiets bestuurd door iemand die ergens daar boven allerlei leuke 'toevallige samenloopjes van omstandigheden' zit te bedenken en nu zit te grinniken omdat het ook deze keer weer zo goed gelukt is?
Terwijl ik haar weer verder hielp met de computer ging de bel en werd er een pak bezorgd met een prachtige babypop. 'Als je wat terug zou willen doen dan zou je die pop voor me kunnen betalen,' stelde ze voor. 'Een gedeelte van het bedrag gaat ook nog naar de Kankerbestrijding, dus je steunt er ook nog een goed doel mee.' Dat vond ik eigenlijk wel een goed idee en dus betaalde ik de pop.
Het leuke van deze hele geschiedenis is natuurlijk dat ze ooit, heel veel jaren geleden, een pop heeft geruild voor die speeldoos en dat ze nu, een dikke zestig jaar later, diezelfde speeldoos weer heeft omgeruild voor.... een pop. Zou dat nu toeval zijn of wordt zoiets bestuurd door iemand die ergens daar boven allerlei leuke 'toevallige samenloopjes van omstandigheden' zit te bedenken en nu zit te grinniken omdat het ook deze keer weer zo goed gelukt is?
zondag 26 december 2010
Theelichtje en speeldoos (3)
Dit is het verhaal van Lida, hoe zij aan die speeldoos is gekomen, zoals ze het aan mij vertelde. Een echt kerstverhaal:
In de jaren kort na de oorlog woonde ik in Rotterdam. Ik was een jaar of twintig. Een buurvrouw had mij geleerd hoe je een zelfgemaakt wiegje kon bekleden. Ik kocht twee kleine poppetjes die er samen in pasten en kleedde ze aan. Toen het geheel af was ging ik naar een lagere school in een achterstandswijk en vroeg aan het hoofd of er misschien een kind was, dat niets van Sinterklaas zou krijgen.
Het hoofd antwoordde mij dat het onmogelijk was om zo'n kind aan te wijzen, want dat zou op school maar scheve gezichten geven. Tijdens het gesprek herinnerde hij zich echter dat een klein meisje dat net op school was gekomen, bij het medisch schoolonderzoek tbc bleek te hebben. Ze woonde samen met twee oudere broertjes bij haar oma omdat haar moeder, die als prostitué werkte, hen niet kon verzorgen. Zij zou een jaar thuis moeten kuren en dat betekende in die tijd een jaar lang op bed liggen! Aangezien oma van een uitkering moest leven, vermoedde hij dat dat meisje wel erg blij zou zijn met de popjes.
Oma was zeer verbaasd en dacht dat ik van het Leger des Heils kwam. Ik mocht meteen boven komen en daar, in een bed voor het raam, lag..... Gonnie. Een klein ding, zes jaar oud, met prachtig rood haar. Haar enige vertier was het uitzicht op de Maas. Het wiegje met inhoud werd met blijdschap aanvaard en van oma moest ik als dank een leeg porseleinen parfumflesje meenemen, want ze zou niet gelukkig zijn geweest als ze mij niets terug had kunnen geven.
In de volgende maanden hoorde ik van haar oma hoe Gonnie uren met de popjes in bed zat te spelen en er tegen aan het praten was. Ik vond dat ik eigenlijk een grote pop voor haar zou moeten maken. De kleine popjes waren slechts 10 cm groot en daar viel niet veel aan uit te kleden. Gelukkig bleek oma nog een oude pop zonder kleertjes in een kast te hebben liggen en zowel mijn moeder als ik gingen aan de slag met het aankleden van deze pop. Natuurlijk moest er ook voor die pop een bedje komen. Een houten kersenkratje bleek precies de goede maat te hebben. Van een oud gordijntje maakte ik de bekleding en mijn vader timmerde er een hemeltje boven. Op eerste Kerstdag was het klaar en kon ik het naar Gonnie brengen.
Die vond het natuurlijk prachtig. Maar oma maakte zich meteen weer zorgen over het feit dat ze nu niets had om terug te geven. Toevallig zat Gonnie op dat moment in bed met een grote, ouderwetse speeldoos met 15 metalen platen. Die had ze ooit van een varend familielid gekregen. Toen oma maar bleef doorvragen en aandringen hoe ze mij bedanken kon, zei ik terloops: "Als u nu nog eens zo'n mooie speeldoos kunt krijgen, dan zou ik zoiets graag hebben." Onmiddellijk zei oma, tegen haar kleinkind: "Zeg Gonnie, jij hebt nu zo'n mooi cadeau gekregen, dan mag die juffrouw nu toch wel jouw speeldoos hebben, hè?" Dat was natuurlijk helemaal niet mijn bedoeling, omdat Gonnie toch al zo weinig speelgoed had. Maar toen nam oma mij mee naar de gang en vertelde me dat ze erg veel last had van het lawaai dat de beide broertjes met de metalen platen maakten en dat ze het ding daarom al eens eerder had weggegeven, maar dat ze hem weer had teruggekregen. Oma was niet jong meer en kreeg zware hoofdpijn van de herrie. Ze smeekte mij dus bijna om het ding mee te nemen. Gonnie vond het best, die had uiteindelijk veel meer aan de pop dan aan de speeldoos en zo moesten de broertjes de houten doos met de platen, voor mij naar mijn huis dragen.
Ik was er dolgelukkig mee en heb die hele Kerstdag al die platen zitten draaien. Er waren ook een paar Kerstliedjes bij. O du Froeliche, en Stille Nacht.
In de jaren kort na de oorlog woonde ik in Rotterdam. Ik was een jaar of twintig. Een buurvrouw had mij geleerd hoe je een zelfgemaakt wiegje kon bekleden. Ik kocht twee kleine poppetjes die er samen in pasten en kleedde ze aan. Toen het geheel af was ging ik naar een lagere school in een achterstandswijk en vroeg aan het hoofd of er misschien een kind was, dat niets van Sinterklaas zou krijgen.
Het hoofd antwoordde mij dat het onmogelijk was om zo'n kind aan te wijzen, want dat zou op school maar scheve gezichten geven. Tijdens het gesprek herinnerde hij zich echter dat een klein meisje dat net op school was gekomen, bij het medisch schoolonderzoek tbc bleek te hebben. Ze woonde samen met twee oudere broertjes bij haar oma omdat haar moeder, die als prostitué werkte, hen niet kon verzorgen. Zij zou een jaar thuis moeten kuren en dat betekende in die tijd een jaar lang op bed liggen! Aangezien oma van een uitkering moest leven, vermoedde hij dat dat meisje wel erg blij zou zijn met de popjes.
Oma was zeer verbaasd en dacht dat ik van het Leger des Heils kwam. Ik mocht meteen boven komen en daar, in een bed voor het raam, lag..... Gonnie. Een klein ding, zes jaar oud, met prachtig rood haar. Haar enige vertier was het uitzicht op de Maas. Het wiegje met inhoud werd met blijdschap aanvaard en van oma moest ik als dank een leeg porseleinen parfumflesje meenemen, want ze zou niet gelukkig zijn geweest als ze mij niets terug had kunnen geven.
In de volgende maanden hoorde ik van haar oma hoe Gonnie uren met de popjes in bed zat te spelen en er tegen aan het praten was. Ik vond dat ik eigenlijk een grote pop voor haar zou moeten maken. De kleine popjes waren slechts 10 cm groot en daar viel niet veel aan uit te kleden. Gelukkig bleek oma nog een oude pop zonder kleertjes in een kast te hebben liggen en zowel mijn moeder als ik gingen aan de slag met het aankleden van deze pop. Natuurlijk moest er ook voor die pop een bedje komen. Een houten kersenkratje bleek precies de goede maat te hebben. Van een oud gordijntje maakte ik de bekleding en mijn vader timmerde er een hemeltje boven. Op eerste Kerstdag was het klaar en kon ik het naar Gonnie brengen.
Die vond het natuurlijk prachtig. Maar oma maakte zich meteen weer zorgen over het feit dat ze nu niets had om terug te geven. Toevallig zat Gonnie op dat moment in bed met een grote, ouderwetse speeldoos met 15 metalen platen. Die had ze ooit van een varend familielid gekregen. Toen oma maar bleef doorvragen en aandringen hoe ze mij bedanken kon, zei ik terloops: "Als u nu nog eens zo'n mooie speeldoos kunt krijgen, dan zou ik zoiets graag hebben." Onmiddellijk zei oma, tegen haar kleinkind: "Zeg Gonnie, jij hebt nu zo'n mooi cadeau gekregen, dan mag die juffrouw nu toch wel jouw speeldoos hebben, hè?" Dat was natuurlijk helemaal niet mijn bedoeling, omdat Gonnie toch al zo weinig speelgoed had. Maar toen nam oma mij mee naar de gang en vertelde me dat ze erg veel last had van het lawaai dat de beide broertjes met de metalen platen maakten en dat ze het ding daarom al eens eerder had weggegeven, maar dat ze hem weer had teruggekregen. Oma was niet jong meer en kreeg zware hoofdpijn van de herrie. Ze smeekte mij dus bijna om het ding mee te nemen. Gonnie vond het best, die had uiteindelijk veel meer aan de pop dan aan de speeldoos en zo moesten de broertjes de houten doos met de platen, voor mij naar mijn huis dragen.
Ik was er dolgelukkig mee en heb die hele Kerstdag al die platen zitten draaien. Er waren ook een paar Kerstliedjes bij. O du Froeliche, en Stille Nacht.
zaterdag 25 december 2010
Kerstgroet.
maar rond de Kerst, zo'n week of twee,
dan komt ze altijd naar beneden
en haar trompetje neemt ze mee.
ze speelt een lied op luide tonen
en wie het horen wil die hoort.
'er is een kindeke geboren,
heel lang geleden, zegt het voort.'
ze vult het huis met blijde klanken
twee weken lang, dan is zij klaar
en gaat terug, de weg naar zolder.
ze roept nog snel: 'tot volgend jaar!'
vrijdag 24 december 2010
Theelichtje en speeldoos (2)
We raakten nog wat aan de praat over wat er met haar spullen zou moeten gebeuren wanneer zij er niet meer zou zijn. Al weer een flink aantal jaren geleden had zij mij een fraaie speeldoos laten zien met een vijftiental platen. Ik ben helemaal gek op speeldoosmuziek en natuurlijk is ook daar weer een duidelijke link naar mijn verzameling aanwezig. Ze zag toen wel hoe opgewonden ik werd bij het zien van dit prachtige antieke instrument en beloofde dat ik het zou krijgen na haar overlijden.
Ik kon het nu niet nalaten toch nog even te vragen of zij die speeldoos nog had. Ze knikte met een bijna plechtige glimlach rond de lippen en verdween naar een andere kamer, waaruit ze even later terugkwam met een stapel metalen platen in haar handen. Ze gaf ze aan mij en ik zag dat der een plakker op zat met mijn naaam en adres. Even later haalde ze de speeldoos op en ook daar zat een plakker op. Ik voelde me blij maar ook wat ongemakkelijk, zoals het voelt wanneer je met iemand praat over de dingen die je zult krijgen wanneer die persoon er niet meer is. 'Wanneer je beloofd dat ik zo af en toe nog eens naar de muziek mag komen luisteren bij jou thuis, mag je hem nu al meenemen.' zei ze. Ik was even sprakeloos. Binnen enkel minuten waren zo maar onverwacht een prachtig theelichtje en een fraaie speeldoos mijn eigendom geworden.
'Weet je nog hoe ik er aan gekomen ben?' vroeg ze me en langzamerhand herinnerde ik me het verhaal dat ze me jaren geleden verteld had. Omdat het eigenlijk een soort kerstverhaal is, plaats ik het later, op Tweede Kerstdag.
Ik kon het nu niet nalaten toch nog even te vragen of zij die speeldoos nog had. Ze knikte met een bijna plechtige glimlach rond de lippen en verdween naar een andere kamer, waaruit ze even later terugkwam met een stapel metalen platen in haar handen. Ze gaf ze aan mij en ik zag dat der een plakker op zat met mijn naaam en adres. Even later haalde ze de speeldoos op en ook daar zat een plakker op. Ik voelde me blij maar ook wat ongemakkelijk, zoals het voelt wanneer je met iemand praat over de dingen die je zult krijgen wanneer die persoon er niet meer is. 'Wanneer je beloofd dat ik zo af en toe nog eens naar de muziek mag komen luisteren bij jou thuis, mag je hem nu al meenemen.' zei ze. Ik was even sprakeloos. Binnen enkel minuten waren zo maar onverwacht een prachtig theelichtje en een fraaie speeldoos mijn eigendom geworden.
'Weet je nog hoe ik er aan gekomen ben?' vroeg ze me en langzamerhand herinnerde ik me het verhaal dat ze me jaren geleden verteld had. Omdat het eigenlijk een soort kerstverhaal is, plaats ik het later, op Tweede Kerstdag.
Theelichtje en speeldoos (1)
Toen ik Lida, een wat oudere, goede kennis van mij, weer eens aan het helpen was met haar computerproblemen, vertelde ze mij terloops dat ze de vorige dag met de ouderenbond een bezoek had gebracht aan het Ambachtenmuseum in Terschuur. Daarin is echt van alles ondergebracht, je kunt het zo gek niet verzinnen. 'Ik denk dat ik een oud theelichtje dat ik hier nog heb staan er ook maar eens naar toe breng,' zei ze, 'daar zitten wat porseleinen tegeltjes in, waar het licht doorheen schijnt als er een lampje in brandt.' Ik sprong bijna overeind uit mijn stoel. 'Die tegeltjes dat zijn lithofanen,' riep ik uit, 'en ik ben al jaren op zoek naar zo'n theelichtje met lithofanen voor mijn verzameling toverlantaarns. Daar heeft het duidelijk mee te maken. Je moet dus dat theelichtje niet naar dat museum brengen, maar aan mijn verzameling schenken.' Lida vond het leuk dat ik zo enthousiast reageerde en haalde voorzichtig het theelichtje uit een kastje. Het zag er nog prima uit, alle vier de tegeltjes waren aanwezig en ze waren nog heel ook, en het mooiste van alles.... ik kreeg het van haar. Ik was natuurlijk dolgelukkig met deze nieuwe aanwinst voor mijn verzameling.
Veel van deze theelichtjes zijn weggegooid omdat mensen die het in handen kregen het geheim van die witte porseleinen plaatjes niet kenden, Ik ken het wel en heb dus meteen een kaarsje in het theelichtje gezet. Het was een betoverend gezicht, dat flakkerende vlammetje achter de wat rozig doorschijnende plaatjes porselein dat nu de schitterende afbeeldingen onthulde die daarin verborgen lagen.
Veel van deze theelichtjes zijn weggegooid omdat mensen die het in handen kregen het geheim van die witte porseleinen plaatjes niet kenden, Ik ken het wel en heb dus meteen een kaarsje in het theelichtje gezet. Het was een betoverend gezicht, dat flakkerende vlammetje achter de wat rozig doorschijnende plaatjes porselein dat nu de schitterende afbeeldingen onthulde die daarin verborgen lagen.
donderdag 23 december 2010
Een kunstwerk aan de muur (3)
'Machu Picchu' heet het schilderwerk van Ivan Mijatovic dat ik nu aan de muur heb hangen. Ik moet bekennen dat die titel me helemaal niets zei, maar met wat geGoogle kwam ik er achter dat Muchu Picchu de naam van een stad is, in Peru. Een stad van de oude Inca's die nooit door de Spanjaarden is ontdekt en daardoor ook niet vernietigd werd. Er is dan ook in deze stad nog veel van de oude Inca-beschaving terug te vinden. De naam betekent letterlijk Oudeman Hoogte.
De Inca's konden de stad slechts te voet bereiken over een steil pad tijdens een tocht die meerdere dagen duurde. Aangenomen wordt dat met de bouw van de stad werd begonnen rond 1440, In 1911 werd de stad herontdekt. De onderzoeker professor Hiram Bingham, schreef in zijn boek "De ontdekking van Machu Picchu": 'Plots stond ik voor de muren van ruïnes en van huizen, de beste kwaliteit Incabouwkunst. De muren waren moeilijk te zien, daar ze in de loop der eeuwen gedeeltelijk waren overwoekerd door bomen en mos, maar in de schaduw van bamboe-bosjes en dicht vervlochten klimplanten waren hier en daar muren zichtbaar van witte granieten blokken, die met grote precisie waren uitgehouwen en waren samgengevoegd. Er waren schitterende tempels en koninklijke huizen te zien, een groot plein en tientallen huizen. Het leek wel een droom'. In 2007 werd Machu Picchu tot een van de "zeven nieuwe wereldwonderen" gekozen via de website new7wonders.com.
Wanneer je met deze wetenschap gewapend het schilderij bekijkt, zie je direct dat de schijnbaar zonder betekenis in een dik relief aangebrachte patronen een weergave zijn van de oude stad. Een plattegrond waarin de verschillende stadsdelen duidelijk zijn te herkennen: een woonzone met middenin een groot plein, een militaire zone en een godsdienstige zone. Ook zijn er oude Inca-motieven in terug te vinden.
Misschien is dat ook wel een van de leukste dingen van kunst, dat je er niet alleen tegenaan kunt kijken, maar er ook helemaal diep in kunt wegduiken. Wanneer je er tegenaan kijkt is kunst een dichtgeslagen boek, waarvan je het omslagontwerp kunt bewonderen, de kwaliteit van het papier enigzins kunt beoordelen, of de letters van de titel kunt bekijken. Maar als je het boek openslaat dan wordt het pas echt leuk. Dan kun je er in gaan lezen en er steeds weer nieuwe dingen in ontdekken.
Veel meer interessante wetenswaardigheden op http://www.infoperu.com/nl/view.php?lang=nl&p=81, Machu Piccha, de Magische Stad.
De Inca's konden de stad slechts te voet bereiken over een steil pad tijdens een tocht die meerdere dagen duurde. Aangenomen wordt dat met de bouw van de stad werd begonnen rond 1440, In 1911 werd de stad herontdekt. De onderzoeker professor Hiram Bingham, schreef in zijn boek "De ontdekking van Machu Picchu": 'Plots stond ik voor de muren van ruïnes en van huizen, de beste kwaliteit Incabouwkunst. De muren waren moeilijk te zien, daar ze in de loop der eeuwen gedeeltelijk waren overwoekerd door bomen en mos, maar in de schaduw van bamboe-bosjes en dicht vervlochten klimplanten waren hier en daar muren zichtbaar van witte granieten blokken, die met grote precisie waren uitgehouwen en waren samgengevoegd. Er waren schitterende tempels en koninklijke huizen te zien, een groot plein en tientallen huizen. Het leek wel een droom'. In 2007 werd Machu Picchu tot een van de "zeven nieuwe wereldwonderen" gekozen via de website new7wonders.com.
Wanneer je met deze wetenschap gewapend het schilderij bekijkt, zie je direct dat de schijnbaar zonder betekenis in een dik relief aangebrachte patronen een weergave zijn van de oude stad. Een plattegrond waarin de verschillende stadsdelen duidelijk zijn te herkennen: een woonzone met middenin een groot plein, een militaire zone en een godsdienstige zone. Ook zijn er oude Inca-motieven in terug te vinden.
Misschien is dat ook wel een van de leukste dingen van kunst, dat je er niet alleen tegenaan kunt kijken, maar er ook helemaal diep in kunt wegduiken. Wanneer je er tegenaan kijkt is kunst een dichtgeslagen boek, waarvan je het omslagontwerp kunt bewonderen, de kwaliteit van het papier enigzins kunt beoordelen, of de letters van de titel kunt bekijken. Maar als je het boek openslaat dan wordt het pas echt leuk. Dan kun je er in gaan lezen en er steeds weer nieuwe dingen in ontdekken.
Veel meer interessante wetenswaardigheden op http://www.infoperu.com/nl/view.php?lang=nl&p=81, Machu Piccha, de Magische Stad.
woensdag 22 december 2010
Een kunstwerk aan de muur (2)
Lucille vond het prachtig en mailde terug dat de 'kleine' op mij wachtte. Samen met vriend Teun, die toevallig bij mij op bezoek was, ging ik de kleine, grote Iwan ophalen en het werd een feestelijke, vrolijke, opgewonden, prettige, en dus alleszins gemakkelijk bevalling. Er had zich een aangename opwinding van mij meester gemaakt en Lucille vond het leuk en fijn een kunstwerk uit te lenen aan iemand die er duidelijk zoveel plezier aan beleefde.
Een half uurtje later hing het bij mij aan de muur......
......en het viel beslist niet tegen. Iedere keer dat ik er langs loop, kijk ik er even naar en geeft het mij een blij gevoel.
Een half uurtje later hing het bij mij aan de muur......
......en het viel beslist niet tegen. Iedere keer dat ik er langs loop, kijk ik er even naar en geeft het mij een blij gevoel.
dinsdag 21 december 2010
Een kunstwerk aan de muur (1)
Tijdens de Glühwein-borrel van de Kunstuitleen in Huizen keek ik weer eens rond tussen de daar uitgestalde kunstwerken. Veel daarvan zijn gemaakt door mij goed bekende kunstenaars uit Huizen en omgeving. Ik vind niet alles mooi, maar veel ervan wel. Mijn oog bleef rusten op een groot schilderwerk van Ivan Mijatovitch, een schilder die ik persoonlijk ken en wiens werk ik altijd tijdens de jaarlijkse Atelierroute volop, uitgebreid bewonder. Zijn schilderijen doen mij iets, de felle kleuren, de techniek, de vaak erg dik aangebrachte verflagen.... De laatste keer had ik lang naar dit werk van hem, Machu Picchu, staan kijken en had zelfs overwogen het te kopen. Ik had nog wel wat twijfels. Zou het passen in mijn huiskamer, kwam het goed uit op de toch niet al te grote muur? A thing of beauty is a joy forever, jawel, maar op een gegeven moment wil je toch wel weer eens tegen iets anders aankijken misschien.
's Avonds in bed drong het pas goed tot me door dat dit natuurlijk een prachtige kans was zo'n mooi schilderij bij mij aan de muur te krijgen. Voor een luttel bedrag per maand kon ik het huren en in het onwaarschijnlijke geval dat het toch tegen zou vallen, kon ik het zo weer vervangen. Nu is het met dat soort dingen vaak zo dat wanneer je eenmaal een besluit hebt genomen, het ook zo snel mogelijk ten uitvoer wilt brengen. De volgende morgen belde ik meteen Lucille van de Kunstuitleen en vroeg haar met klem Ivan even een paar dagen voor mij vast te houden. Ik kon pas na het weekend naar de Praxis en moest daar nog wat ophangmateriaal kopen. Maandagavond stuurde ik haar het volgende gedicht:
eerst naar de winkel gaan
en kopen wat je nodig hebt
of nodig denkt te hebben.
de boor erbij, het waterpas,
een schroevendraaier, hamer, tang, plamuurmes.
dat is wel wat je hebben moet
om het karwei echt goed te kunnen klaren.
hard werken, spanning, twijfel, vrees.
zal het nu wèl, of zal het niet zo goed gaan?
hangt het niet scheef, zit het goed vast?
is het precies geworden zoals ik het wilde hebben?
en als het klaar is allemaal
dan rest er nog maar slechts één ding.......
het ongeduldig eind'loos wachten.
het lijkt waarachtig wel of ik
een kamer inricht voor de nieuwe baby.
enfin...... het is nu klaar.
dus laat de kleine nu maar komen.
welkom straks
kleine, grote Ivan!
ik wacht op je.......
kom nu maar gauw.
's Avonds in bed drong het pas goed tot me door dat dit natuurlijk een prachtige kans was zo'n mooi schilderij bij mij aan de muur te krijgen. Voor een luttel bedrag per maand kon ik het huren en in het onwaarschijnlijke geval dat het toch tegen zou vallen, kon ik het zo weer vervangen. Nu is het met dat soort dingen vaak zo dat wanneer je eenmaal een besluit hebt genomen, het ook zo snel mogelijk ten uitvoer wilt brengen. De volgende morgen belde ik meteen Lucille van de Kunstuitleen en vroeg haar met klem Ivan even een paar dagen voor mij vast te houden. Ik kon pas na het weekend naar de Praxis en moest daar nog wat ophangmateriaal kopen. Maandagavond stuurde ik haar het volgende gedicht:
eerst naar de winkel gaan
en kopen wat je nodig hebt
of nodig denkt te hebben.
de boor erbij, het waterpas,
een schroevendraaier, hamer, tang, plamuurmes.
dat is wel wat je hebben moet
om het karwei echt goed te kunnen klaren.
hard werken, spanning, twijfel, vrees.
zal het nu wèl, of zal het niet zo goed gaan?
hangt het niet scheef, zit het goed vast?
is het precies geworden zoals ik het wilde hebben?
en als het klaar is allemaal
dan rest er nog maar slechts één ding.......
het ongeduldig eind'loos wachten.
het lijkt waarachtig wel of ik
een kamer inricht voor de nieuwe baby.
enfin...... het is nu klaar.
dus laat de kleine nu maar komen.
welkom straks
kleine, grote Ivan!
ik wacht op je.......
kom nu maar gauw.
maandag 20 december 2010
Gedichtje
Abonneren op:
Posts (Atom)