Het gedicht ‘Wanneer….’ dat ik een paar dagen geleden op
deze Weblog publiceerde, ontstond vanuit de fascinerende gedachte dat alles wat
er in dit universum plaats vindt, gebeurt door een aaneenschakeling van op zich
ontzettend kleine toevalligheden. Ik paste deze gedachte toe op het feit dat,
dat ik hier nu op deze aarde rondwandel niet meer is dan een toeval waarvan de
kans dat het ging zoals het ging bijna gelijk is aan nul komma nul. Ik ging
hiervoor terug naar de avond van de twintigste oktober 1942 of daaromtrent toen
mijn ouders samen iets deden waaruit ik zou ontstaan.
Nu kun je bij dat soort gedachten natuurlijk ook veel verder
teruggaan. Een tiental jaren geleden heb ik de genealogie van mijn familie uitgezocht
en op schrift gesteld. Ik heb inmiddels de familiegeschiedenis kunnen terugvoeren tot ca.
1625 toen ene Arijen Cornelisz, die misschien vanwege zijn rode haren wel “ ’t
Rootje” werd genoemd, en zijn echtgenote Trijntje Davitdr hetzelfde
deden als mijn ouders in 1942 en daarmee een zoon op de wereld zetten. Wanneer zij dat
toen niet gedaan hadden dan had ik mijn genealogie nooit kunnen samenstellen.
Natuurlijk in de eerste plaats omdat ik er dan zelf niet geweest zou zijn, maar ook
omdat al die andere personen die tientallen bladzijden vullen, er ook niet
zouden zijn geweest. Als je zo’n lijst met mensen op papier ziet dan lijkt het
zo vanzelfsprekend dat zij ooit bestaan hebben, maar dat is het dus niet.
Nu was het in dit geval niet zo vreselijk erg geweest in het
licht van de wereldgeschiedenis, maar ik bedenk wel eens hoe het gegaan was
wanneer bijvoorbeeld mevrouw Hitler op het moment dat haar man ejaculeerde
eventjes gekucht had. Zeer waarschijnlijk was, door deze op zich slechts zeer
geringe trilling van haar onderbuik, dan niet zaadje Adolf, maar misschien zaadje Wilhelm of
zaadje Gertrud het eerst bij het eitje aangekomen. We zouden het nooit geweten
hebben welke gigantische impact dat zou hebben gehad op de wereldgeschiedenis.
Dat kleine kuchje van toen had het leven gered van miljoenen mensen. Niet te
bevatten zoiets.
Nu is het niet alleen het toeval dat de wereld heeft laten
worden zoals zij is. Het feit dat wij mensen nu rechtop lopen bijvoorbeeld is
voortgekomen uit de gedachte dat we aan twee poten (die we daarna benen zijn gaan noemen) eigenlijk wel genoeg hadden
om ons voort te bewegen en daardoor onze voorpoten als armen konden gaan
gebruiken. Die waren dan (letterlijk) handig bij het maken van gereedschappen
of om een pijl en boog mee te richten.
Toch…. terugkijkend op mijn eigen leven blijkt dat
grotendeels bepaald door kleine toevalligheden. Als het meisje waarmee ik had
afgesproken niet ziek was geworden dan had ik nooit het meisje dat later mijn
vrouw zou worden, gevraagd met mijn mee te gaan naar dat feestje. Wanneer ik
toen die advertentie niet had gezien in het Leidsch Dagblad dan was ik nooit bij
de televisie gaan werken en in Het Gooi terecht gekomen. Zo zijn er talloze ‘toevalligheden’
die mijn leven een totaal andere wending hadden kunnen geven wanneer zij anders
gegaan waren.
Het is dan zeer verleidelijk de hele gang van zaken toe te
schrijven aan een hogere macht. Veel mensen doen dat ook en schrijven alles wat
er gebeurt toe aan de bemoeienissen van een god, een universum, een
natuurkracht of een ‘iets’. Ik zou het echt niet weten of dat ook zo is. Het
maakt het leven wel een stuk gemakkelijker. Maar dat het leven niet gemakkelijk
is, daar was ik toch wel al achter. Daar moet ik dan maar gewoon mee zien te leven.