Ik heb een nare eigenschap. Nou ja, wel meer dan één, maar ik zal ze hier nu niet allemaal belichten. Ik kan geen gezichten onthouden. Zelfs mensen die ik regelmatig ontmoet en al jarenlang ken, kan ik zo maar voorbij lopen op straat. Niet uit onvriendelijkheid, maar ik herken ze domweg niet. Die eigenschap heeft mij natuurlijk al ontzettend vaak in zeer vervelende en pijnlijke situaties gebracht. Te dikwijls wordt er dan gedacht: 'Hij wil me zeker niet zien....', maar dat is echt niet waar, want ik vind het juist zo leuk om zo maar een bekende op straat tegen het lijf te lopen en daar even een gezellige babbel mee te hebben. Ik ben dan ook altijd blij wanneer ze mìj aanspreken. Dan herken ik ze wel weer. Soms na verloop van tijd.
Die lastige eigenschap brengt ook nog met zich mee dat ik geen film kan volgen waarin laten we zeggen een stuk of vijf mensen een belangrijke rol spelen. Al na een klein kwartiertje zit ik mij vertwijfeld af te vragen: 'Wie is dat nu toch ook alweer in hemelsnaam, heb ik die al eerder gezien?' Een erg prettige film voor mij om naar toe te gaan was de film die ik vorige week nog zag, 'Jacky'. Daarin speelden drie vrouwen de hoofdrol en verder waren het alleen maar onbelangrijke bijfiguren. Twee waren zussen, vaak een probleem voor mij, maar wat een geluk, de één had donker haar en de andere was blond; de derde was hun moeder en dus duidelijk een heel stuk ouder. Dat lukte dus prima om die drie uit elkaar te houden, maar veel moeilijker moet het niet worden.
Ik schaamde mij een beetje voor die eigenschap, want soms voelt het wat dom, maar gelukkig kwam ik door een boek waarin Het Brein behandeld wordt er achter hoe het komt. Het probleem wordt veroorzaakt door letsel aan een gebied van de hersenen dat de gyrus fusiformus (spoelvormige winding) heet en dat verantwoordelijk is voor de gespecialiseerde taak van gezichtsherkenning. Een heel klein stukje binnen in mijn hersenen doet dus zijn werk niet goed. Daar kan ik ook niks aan doen. Maar als ik nu het verwijt krijg: 'Je wilde me zeker niet zien?' kan ik altijd antwoorden: 'O sorry.... ik sukkel nogal met mijn gyrus fusiformus.' Ik wijs dan vaagjes naar mijn voorhoofd en kreeg een keer als antwoord: 'Ja, mijn ogen gaan ook sterk achteruit de laatste tijd.'