vrijdag 16 maart 2012

Never the twain shall meet.

Zou het zo kunnen zijn dat een aantal mensen als wandelaar wordt geboren en een ander aantal niet? Zou het kunnen zijn dat de ene groep nooit de andere en de andere nooit de ene zal kunnen begrijpen omdat hun belevingswereld in deze zo totaal verschillend is?

Gisteren was het opeens een prachtige lentedag. Dus snel op de fiets naar Bussum Zuid gereden en daar begonnen met de Ankeveense Plassen wandeling van de NS. Eerst de fraaie bossen en heide van de Franse Kamp doorkruist en daarna via de landgoederen Bantam en Boekesteijn richting Ankeveen. Na de Stichtse Kade kom je dan uit bij de Dammerkade en dat is eigenlijk, na een smal toegangspaadje, een breed graspad, een oude legakker uit de tijd dat hier nog turf werd gestoken, met aan beide zijden het water van de uitgestrekte plassen.


Hier ging ik vroeger, in de tijd dat ik halve dagen werkte, bijna dagelijks heen om daar in alle rust te wandelen, te zonnen en......... te zwemmen. Ik kan het me nauwelijks nog voorstellen, want hoelang is het al niet geleden dat ik heb gezwommen in buitenwater?! Het is daar zo mooi dat ik ooit had besloten straks mijn as daar te laten uitstrooien. Inmiddels heb ik een andere plek bedacht, maar het blijft daar schitterend. Na de plassen ben ik een heel eind de Vecht gevolgd, langs de woonboten, eerst langs de verkeersweg en daarna, de andere kant weer op, over een zeer smal en stil weggetje, ook weer met woonboten. Dan komt er een heel lang stuk door de polder, over een smal kerkenpaadje. In de verte zie je de skyline van Weesp al liggen, die slechts langzaam dichterbij komt. Maar uiteindelijk ben je dan toch in het oude stadje en daar is het ook wel aangenaam rondwandelen. Op het station stond de trein al op me te wachten en na een minuutje reed hij weg. Soms gaat het nog wel eens goed bij de NS. Binnen een fractie van de tijd die ik er over gelopen had, was ik weer op mijn uitgangspunt terug. Een wandeling van 22 km lang en dan in een minuut of tien weer terug naar waar je begonnen bent.

Ik kan daarvan genieten, van het begin tot aan het eind, maar toen ik mijn enthousiaste verhaal aan een vriendin mailde kreeg ik de reactie die ik verwachtte: Niets voor haar. Voor haar moest een wandeling een doel hebben en omdat ik weer naar het begin was teruggekeerd was deze wandeling zonder doel geweest. Zij ziet wandelen als het via de kortste weg te voet verplaatsen van A naar B, waar bij A het vertrekpunt is en B altijd een terrasje. Hoe korter de afstand tussen A en B dan is, hoe beter. Ik heb haar nog niet kunnen bijbrengen dat het 'doel' van mijn wandeling, de wandeling op zich is. Het Grote Genieten, de Ontspanning, het inademen van Frisse Lucht. De Vreugde van het Bewegen.
Jammer is dat, maar het zal nooit anders worden: Never the twain shall meet.