vrijdag 27 april 2012

Vreugd.

Soms zijn er wel eens stukjes waarbij ik mij afvraag of ik ze op mijn blog moet zetten. Het gedicht van gisteren was er zo één. Het is, ondanks de ietwat grappige ondertoon, geen vrolijk gedicht en mensen lezen nu eenmaal liever over plezante dingen dan over verdrietige. Ik heb het toch gedaan, net zoals ik dat wel al eerder gedaan heb met blogjes die over zeer gevoelige dingen gaan.

Deze weblog weerspiegelt het leven, of in ieder geval mijn leven, en daar zitten toppen in, maar ook dalen, net zoals dat bij ieder mens het geval is. Een lach en ook een traan.

Maar, om de weegschaal weer een beetje in evenwicht te brengen: ik kan dus ook schrijven dat er naast het genoemde verdriet ook ontzettend veel geluk en vreugde in mij huist. Het één sluit het ander niet uit.


Vandaag heb ik weer in het aangename gezelschap van Beweegmaatje een heerlijke wandeling gemaakt door de bossen en over de heide. Volop kunnen genieten van prachtige wolkenluchten, vergezichten, de rust, het uitlopende groen en ter afsluiting een welverdiende koffie mèt. Daar wordt ik altijd heel blij en vrolijk van. Dus geef ik mijn blogje dit keer met plezier de titel Vreugd.

donderdag 26 april 2012

Verdriet.

soms zou ik weleens willen dat
verdriet een meetbaar iets was
zodat ik dan precies zou weten: nu
heb ik nog zeven kilo in mij
of twaalf kubieke meter,
ik noem maar wat.

soms denk ik: als ik mijn verdriet
kon meten, ja, dan wist ik,
wanneer ik heb gehuild, dat is dan
toch alweer een pondje minder
of veertig decimeter;
dat ruimt weer lekker op.

soms heb ik het gevoel dat het
nog lang zal moeten duren
voordat al dat verdriet in mij
echt weg is en voorgoed verdwenen.

maar wie zal zeggen hòe lang nog?
verdriet valt immers niet te meten.


woensdag 25 april 2012

Hoe gek.

'Hoe gek kun je de mensen krijgen wanneer er voor hen mogelijk enig geldelijk gewin in het verschiet ligt?' vroeg ik mij af toen ik overal in het dorp de posters van de Lidl achter de ramen zag hangen. Eindelijk komt er nu ook bij ons een filiaal van deze befaamde winkelketen en ter gelegenheid hiervan werd bij iedere inwoner een poster bezorgd. Wanneer je die ophangt achter het raam maak je kans op maar liefst een heel jaar lang gratis boodschappen! De kans op winnen is natuurlijk miniem, maar toch denkt iedereen natuurlijk 'Waarom zou ik nu eens niet de winnaar kunnen zijn?'.


De notaris trekt een tiental adressen en dan gaan ze kijken. Geen poster geen prijs. Je moet er toch niet aan denken dat dat zou gebeuren. Dus hangt er nu al een week lang om de drie huizen achter het raam zo'n lelijke poster.

Erg hè.

En het allerergste is............. bij mij hangt er ook één.

dinsdag 24 april 2012

Breaking News:

Er is na een uitgebreid onderzoek vast komen te staan dat voetballers minder presteren wanneer ze niet goed zijn uitgerust. Daar kijk je toch van op!!!!!! Daar moet toch iemand een lange tijd heel druk mee zijn geweest; 27.000 wedstrijden in zeven landen zijn daarvoor bekeken. Wat geweldig dat ze dat nu toch eindelijk eens hebben uitgezocht; daar zullen jaren van intensief vooronderzoek aan vooraf zijn gegaan. Wat zijn ze toch knap tegenwoordig! Het wachten is nu op onderzoeken die aantonen dat homo's meer op mannen vallen, dat de meeste vogels kunnen vliegen en dat mensen met twee benen beter kunnen tapdansen dan die met slechts één been.

Het kabinet is gevallen. Nederland verzuipt in de problemen die schreeuwen om een oplossing. En dan, in deze roerige tijden, zijn er toch nog mensen die gaan uitzoeken of voetballers minder presteren wanneer ze niet goed zijn uitgerust. Dat is goed. Dat is fijn. Zij reiken ons de strohalm aan die wij zo nodig hebben: 'Mensen, er mag dan veel onzekerheid zijn momenteel, maar weet dan..... één ding staat nu vast: Voetballers presteren minder wanneer ze niet goed zijn uitgerust.'

We kunnen weer rustig gaan slapen.

donderdag 5 april 2012

Helaas.

Na het invullen van mijn belastingaangiftebiljet 2011 vorige week, heb ik mijn vakantieplannen voor dit jaar enigszins moeten bijstellen. De reis van 28 dagen door Turkije, Sirië, Jordanië en Egypte die ik op het oog had, gaat niet door. Evenmin de geplande tocht op een kameel door de Sahara, van oase naar oase. De themareis naar Marokko met 10 dagen relaxen in Oosterse Badhuizen wordt mij uiteindelijk toch ook iets te begrotelijk. Een bezoek aan Wit-Rusland, de Baltische Staten gedurende 21 dagen is ook niet meer haalbaar. Kenia en Tanzania in 21 dagen moet ik laten liggen. Zelfs de eenvoudige kampeerreis naar Mozambique van 25 dagen kan niet meer. New York, San Francisco, Nieuw Zeeland, het gaat dit jaar niet lukken. Walvissen, pyramides, hangende tuinen, gletsjers, wuivende palmen en cultuurschatten op de Peloponnesus....... ik krijg ze dit jaar niet te zien.

Hieronder de vakantiebestemming die ik nu geboekt heb. Riant zomerhuisje met zwembad voor de deur, Airconditioning, Kookgelegenheid op zelf te stoken pittoresk kampvuurtje (hout voldoende voorradig). Warm en koud stromend water (afhankelijk van het jaargetijde) en iedere morgen genieten van de geur van vers gebakken brood die opstijgt uit het oventje van de buren (illegale houders van een dierencrematorium). Gebruik van de boot is bij de huur inbegrepen. Brede sloot op loopafstand.



woensdag 4 april 2012

Nogmaals Veenhuizen (2).

Op de begraafplaats van Veenhuizen, in de volksmond 'Het Vierde Gesticht' genoemd, liggen de doden op velerlei wijzen begraven. Ook hier speelden rangen en standen een grote rol. In de eerste vijftig jaar van haar bestaan werden de lichamen van de overleden verpleegden er eenvoudig 'gedumpt'. Zonder kist en zonder naam werden zij met meerderen in één grote kuil gegooid, soms in een jute omslag of in de eigen hangmat wanneer de dode het slachtoffer was geworden van een besmettelijke ziekte. Geronselde 'vrijwilligers' deden dan het werk, maar die waren daartoe pas bereid nadat zij eerst waren volgegoten met flink wat sterke drank. Pas veel later zijn daar eenvoudige, betonnen naamloze kruisen geplaatst, gegoten van het cement dat overbleef van bouwactiviteiten.


Alleen de graven van degenen die hier een functie bekleedden en hun familieleden werden voorzien van stenen en zerken, veelal met vermelding van de functie. Daarnaast was er dan ook nog een verdeling in protestant en katholiek. De paaltjes NH en RK geven het aan.

Alle graven met stenen en zerken liggen naar het oosten gericht, maar een tweetal graven vormt hierop een uitzondering. Aan de rand van de begraafplaats liggen twee dominees begraven. Men verwachtte dat zij op deze plek, wanneer de 'Jongste Dag' aanbrak, het eerst aan de beurt zouden zijn om te verrijzen uit hun graf. Doordat zij als enigen met hun gezicht naar de andere kant begraven waren, zouden zij bij de opstanding meteen oog in oog komen te staan met de aan hen toevertrouwde kudde.

Eén van hen, dominee Johannes Herman Heerspink, overleden in 1832, was een geliefd predikant, getuige de tekst die op zijn steen te lezen staat: '- Hier rust een menschenvriend - een leeraar van Gods kerk - Vriendschaps Vereniging - legt op zijn asch deez' zerk, - Deez' waardige gezand, - van Jezus reine leer - werd haar te vroeg ontrukt, - haar leeraar is niet meer; - Veenhuizen smeekt O God, - geef ons een Heerspink weer -'

Ties, de leider van de excursie, liet mij nog een eenvoudige steen zien waaronder Erik, een jongen van 8 jaar lag begraven. De vader van Erik, een bijenhouder die met zijn gezin diep in de omringende bossen woonde, bracht hem dagelijks naar de drukke verkeersweg, waar de gevangenisbus hem oppikte om hem met een aantal andere kinderen naar school te brengen. Op een dag stak de jongen onverhoeds de weg over en werd aangereden. Hij overleefde het ongeluk niet. De vreselijke gebeurtenis had plaatsgevonden kort voordat hij onderwijzer was geworden in het dorp en had gezorgd voor veel beroering onder de bevolking. Later in de bus vertelde hij dat Mariët over het ongeval geschreven had in haar boek 'De Eerste Zonde'. Het jongetje was in haar roman een meisje geworden.

dinsdag 3 april 2012

Nogmaals Veenhuizen (1).

Ik heb op deze Blog al eens eerder *) geschreven over het Drentse Veenhuizen; dit naar aanleiding van het boek 'Het Pauperparadijs' van Suzanna Jansen. Vele jaren geleden was ik daar, op de fiets rondtrekkend door Nederland, een keer min of meer per ongeluk terecht gekomen en een bezoekje aan het plaatselijke museum had toen een diepe indruk op mij gemaakt. Niet in de laatste plaats vanwege de metalen kooien, voorzien van niet veel meer dan een eenvoudige hangmat, waar de wezen, vondelingen, dronkenlappen, landlopers en daklozen, hier verpleegden genoemd, de nacht in door moesten brengen. Ik was dan ook blij dat ik vorige week met een excursie mee kon naar dit unieke dorp in het Noorden.

Door een gelukkig toeval was de schrijfster Mariët Meester voor de voorbereiding van een nieuw boek voor enige tijd teruggekeerd naar de plek waar zij was opgegroeid en door een ander gelukkig toeval kende zij de organisator van de excursie en de laatste had daardoor kunnen regelen dat zij speciaal voor ons een lezing zou houden in de Koepelkerk van het dorp. Mariët is de dochter van de toenmalige hoofdonderwijzer, die, hoe kan het anders, Meester Meester werd genoemd.


Mariët Meester, die inmiddels twee boeken heeft geschreven over Veenhuizen en bezig is met het derde, had aanvankelijk niet in de gaten dat de plek waar zij was opgegroeid, zo bijzonder was. Zo bijzonder dat je er een boek over zou kunnen schrijven. Gelukkig dat zij het toch is gaan doen. Haar eerste boek over Veenhuizen was 'De Eerste Zonde', waarin een meisje van twaalf er achter komt dat een van de gedetineerden zich van het leven wil beroven en zij hem probeert te redden door het uitwisselen van briefjes tijdens de kerkdienst. Het grappige is dat ik het verhaal kende, maar mij niet herinnerde het boek gelezen te hebben. Ik was er vrijwel zeker van dat ik de verfilming ervan gezien had, zo helder stonden bepaalde gebeurtenissen mij voor ogen. Die verfilming bestaat echter (nog) niet. Dit is, lijkt mij, een bewijs dat Mariët haar boek heel goed en beeldend geschreven heeft. 'Meesterlijk' zou ik zeggen als dat niet een wat al te flauwe woordspeling was.

Hoe leer je een gemeenschap beter kennen dan door de verhalen van degenen die er als kind gewoond en geleefd hebben? Het was echt een voorrecht en een cadeautje dat we haar herinneringen hier op deze plek uit haar mond konden beluisteren.

Veenhuizen was min of meer een 'staat in een staat' met zijn eigen regels en leefwijzen. De normale verkeersregels waren hier niet geldig; je kon gerust zonder licht fietsen. Met z'n zessen naast elkaar als je dat wilde. Jongens reden al ver voor hun achttiende rond in een auto. Zolang je maar op het grondgebied van Veenhuizen bleef, kon dat. Aan de grootte van de huizen kon je, net als bij een militair aan de sterren en strepen, precies de rang, stand en waardigheid van de bewoners aflezen. Na iedere promotie kreeg je een wat groter huis; het hoogste dat je kon bereiken was een groot wit huis van 10 bij 10 bij 10 meter met een rode beuk in de tuin. Keerzijde van deze geleidelijke opwaardering was dat, wanneer iemand zijn werk verloor, door overlijden of pensioen, de familie ogenblikkelijk het huis moest verlaten. De grotere huizen hadden allen namen die een stichtelijke boodschap uitstraalden als 'Werk en Bid', 'Zorg en Vlijt', 'Arbeid is Zegen', of 'Leering door Voorbeeld'. Het hospitaal heette 'Vertrouw op God', wat al gauw door de bevolking verbasterd werd tot 'Gauw bij God'.

Mariët weet al waar zij begraven zal worden. Er waren toentertijd drie Gestichten in Veenhuizen. De begraafplaats werd vaak 'Het Vierde Gesticht' genoemd. De inwoners hadden als voorrecht dat je daar gratis begraven kon worden. Dat voorrecht is nu opgeheven, maar een paar jaar geleden konden haar ouders zich hier nog voor opgeven. Dat gold ook hun kinderen en eventuele partners, en ja..... zo'n voordeeltje laat je toch niet lopen?!

*) maandag 7 december 2009.