Vanmiddag reed ik op de fiets naar de Praxis toen ik niet ver bij mij vandaan hoorde roepen: 'Hé hallo, meneer!' Ik keek opzij en zag de witte politieauto staan. Het raampje aan mijn kant was omlaag gedraaid en daarachter was het gezicht van een jonge vrouw die gemakkelijk mijn dochter en met wat goede wil ook nog wel mijn kleindochter had kunnen zijn. Gelukkig was zij dat niet, want ze was zo lelijk als de nacht.
Op zo'n moment gaat er van alles door je heen. Heb ik iets verkeerd gedaan en zo ja wat? Geen achterlichtje? Onzin, het was klaarlichte dag. Teveel gedronken? Nog geen druppel op dat tijdstip. 'U moet uw hand uitsteken wanneer u de bocht omgaat.' sprak zij bars.
Nu ben ik iemand die soms zelfs al zijn hand uitsteekt wanneer het fietspad alleen maar een flauwe bocht naar links of rechts, maakt, gewoon uit een soort automatisme, maar ik zat op dat moment te bedenken wat ik bij de Praxis halen moest, dus het zou wellicht, misschien, eventueel mogelijk kunnen zijn dat ik het dit keer vergeten had, maar is deze overtreding het waard om mij te volgen, je auto te laten stoppen, het raampje omlaag te draaien en iemand die je opa had kunnen zijn te berispen? Ben je dan niet gewoon verschrikkelijk zeikwijferig bezig?
Natuurlijk zou je dan het liefste willen vragen of die kerel van haar gisteravond soms weer hoofdpijn had, maar dat doe je niet en met een oprecht gezicht beloofde ik haar daar de volgende keer op te zullen letten. Tevreden reden zij verder.