wanneer mijn vader hem er toen
die avond
een ietsje eerder uitgetrokken had
dan had de schade zich beperkt
tot een paar vlekken in het beddenlaken.
wanneer mijn moeder zich toen op
die avond
wat meer of mindertjes bewogen had
dan was het vast een ander zaadje wel
gelukt als eerste bij het eitje te geraken.
wanneer er voor hen beiden toen
die avond
laat nog een spannend hoorspel*) was geweest
dan hadden zij geen puf gehad meer om zich
zo laat nog in het bed wat te vermaken.
(kortom, als je het zo bekijkt,
dan mag het best een wonder heten dat
ik hier nu ben als het gevolg van toen.
de kans daarop was toch beslist
vele miljoenen malen kleiner dan
het toch al zeer geringe kansje dat je hebt
om ooit een keer de hoofdprijs te gaan winnen
in de bankgiroloterij of dat
saturnus ooit de maan een keertje aan zal raken.)
nou ja,
nu ik dan als gevolg van toen
die avond
hier toch moest zijn zoals ik hier nu ben
dan moet ik maar uit zelfbehoud
er toch nog maar iets leuks van zien te maken.
*) Voor de wat jongere lezertjes: Televisie hadden ze toen nog niet; het amusement kwam uit de radio.
zaterdag 29 september 2012
vrijdag 28 september 2012
Een muzikaal kadootje.
Woensdagavond 26/9. Plaats: Theater De Boerderij, voor deze avond weer even omgedoopt tot Kunstcafé Huizen. De werkgroep die zich bezighoudt met de samenstelling van het programma van deze culturele ontmoetingsavonden heeft het weer goed gedaan.
Na de pauze is het podium voor een tweetal musici van grote klasse. De pianist Rob van Kreeveld, die jarenlang muzikaal leider was van cabaret Pepijn van Paul van Vliet en daar voor hem onder meer de prachtige song 'Meisjes van Dertien' componeerde, en klarinettist Ben Vrauwdeunt, die niet alleen een voortreffelijke klarinettist blijkt te zijn, maar ook op humoristische wijze de nummers aan elkaar kan praten. De zaal luistert ademloos toe wanneer hij op verzoek de chalumeau, een kleine blokfluitachtige voorloper van de klarinet bespeelt. Opvallend is de ongelooflijk lage klank in relatie tot de afmetingen. Wanneer de laatste tonen zijn weggestorven is een uitbundig applaus zijn deel.
Samen vormen zij al vele jaren lang een duo en dat is te merken aan de voortreffelijke manier waarop zij op elkaar inspelen. Heerlijke muziek waar je in wegzakt als in een warm bad. Wat een weelde na alle muzikale droefheid die je dagelijks via tv- en radiokanalen over je heen gestort krijgt. De bagger van de popsterretjes; de Jannen Smit en Gordons. Iedereen die twee akkoorden op een gitaar kan spelen, ondersteund door een synthethische doem-doem-doemmekadaboe uit een drumcomputer, mag zich een Ster noemen. Iedereen lijkt tegenwoordig te zijn vergeten hoe echte muziek klinkt. Zo dus............ zoals dat hier gebracht wordt op dat kleine podium in Huizen.
En dan beklimt de zangeres Ingrid Vliegenthart het podium. Zij vervangt een ziek geworden zangeres en volgens hun zeggen hebben de drie niet eens van te voren gerepeteerd. Dat is nauwelijks te geloven als je hun perfecte samenspel beluistert. Wanneer Ingrid 'I can't give you anything but Love, Baby' zingt dan wordt je daar tegelijkertijd warm en koud van.... wat een stem... wat een timing.... wat een talent.
Het wordt laat. Er gaan al mensen naar huis om de babysit te kunnen ontlasten. De heren musici spelen lekker door. Als de presentator de boel wil afsluiten roep Ben: 'We kunnen best nog wel een paar nummertjes spelen. hoor.' En ze spelen er nog een paar. Wat een avond.... wat een kadootje. Van mij mogen ze de hele nacht nog doorspelen. Heerlijk!
Na de pauze is het podium voor een tweetal musici van grote klasse. De pianist Rob van Kreeveld, die jarenlang muzikaal leider was van cabaret Pepijn van Paul van Vliet en daar voor hem onder meer de prachtige song 'Meisjes van Dertien' componeerde, en klarinettist Ben Vrauwdeunt, die niet alleen een voortreffelijke klarinettist blijkt te zijn, maar ook op humoristische wijze de nummers aan elkaar kan praten. De zaal luistert ademloos toe wanneer hij op verzoek de chalumeau, een kleine blokfluitachtige voorloper van de klarinet bespeelt. Opvallend is de ongelooflijk lage klank in relatie tot de afmetingen. Wanneer de laatste tonen zijn weggestorven is een uitbundig applaus zijn deel.
Samen vormen zij al vele jaren lang een duo en dat is te merken aan de voortreffelijke manier waarop zij op elkaar inspelen. Heerlijke muziek waar je in wegzakt als in een warm bad. Wat een weelde na alle muzikale droefheid die je dagelijks via tv- en radiokanalen over je heen gestort krijgt. De bagger van de popsterretjes; de Jannen Smit en Gordons. Iedereen die twee akkoorden op een gitaar kan spelen, ondersteund door een synthethische doem-doem-doemmekadaboe uit een drumcomputer, mag zich een Ster noemen. Iedereen lijkt tegenwoordig te zijn vergeten hoe echte muziek klinkt. Zo dus............ zoals dat hier gebracht wordt op dat kleine podium in Huizen.
Foto: Facebook. |
Het wordt laat. Er gaan al mensen naar huis om de babysit te kunnen ontlasten. De heren musici spelen lekker door. Als de presentator de boel wil afsluiten roep Ben: 'We kunnen best nog wel een paar nummertjes spelen. hoor.' En ze spelen er nog een paar. Wat een avond.... wat een kadootje. Van mij mogen ze de hele nacht nog doorspelen. Heerlijk!
dinsdag 25 september 2012
Zo gek nog niet.
Na een tweetal boeken van Maarten 't Hart waarin het Christelijke geloof tot in de kleinste details onderuit gehaald wordt, vond ik het tijd worden voor het lezen van een boek waarin ook, ja juist, de positieve kanten van religie werden genoemd. 'Religie voor Atheïsten' was de intrigerende titel op de omslag. Ik hou nu eenmaal van een zeker evenwicht in mijn leven en bekijk als humanist en vrijdenker allerlei beweringen in de eerste plaats kritisch en bovendien van tenminste twee kanten.
Helaas viel het laatstgenoemde boek mij tegen. Na een aardige start, waarin ook bijvoorbeeld het Joodse geloof en de Islam belicht worden, richt Alain de Botton zich verder nog maar vrijwel geheel op de goede kanten van het Christelijke, en daarin dan weer voornamelijk op die van het Rooms Katholieke, geloof.
Komend uit een Protestants nest heb ik altijd een beetje vreemd tegen het Rooms-Katholicisme aangekeken. Al die overdaad in de kerkgebouwen, al die poespas met mannen in lange jurken en vooral al die beelden van zogenaamde heiligen.... moest dat nou allemaal zo nodig? Na de uitleg van De Botton ben ik dat alles wel wat beter gaan begrijpen. De Mariafiguur bijvoorbeeld. Zoeken wij niet allemaal wel eens in ons leven naar een moederfiguur bij wie we weer als een kind in de armen kunnen liggen? De afbeeldingen van het lijden van Jezus. Is het niet goed om, als je je eens niet zo lekker voelt, langs de 14 Kruiswegstaties in een kerk te kunnen lopen en dan te bedenken: 'Ach, zo rot heb ik het nou toch ook weer niet.'?
Eén van de meest opmerkelijke gedeeltes in het boek vond ik dit (aangaande heiligenbeelden):
Bovendien is het volgens het katholicisme nuttig om driedimensionale miniatuurversies van onze ideale vrienden bij ons in huis te kunnen zien. We moeten niet vergeten dat de meesten van ons in onze eerste levensjaren koesterende relaties hadden met beren en andere beesten, waartegen we konden praten en die zich op hun beurt stilzwijgend tot ons richtten. Hoewel ze niet bewogen, waren deze dieren er toch bedreven in met hun troostrijke en inspirerende persoonlijkheden tot ons door te dringen. We spraken tegen ze wanneer we verdrietig waren en voelden ons getroost wanneer we zagen hoe ze aan de andere kant van de slaapkamer stoïcijns namens ons de nacht uitzaten.
Toen bedacht ik opeens: 'Verrek..... ik heb ook zo'n 'teddybeer'!' In de hoek van mijn huiskamer staat het beeld van een mediterende Boeddhistische monnik. Ik ben blij dat hij daar iedere morgen weer zit en streel hem soms als een eerbiedige liefkozing over zijn gladde, kale schedel. Ik vraag hem dagelijks om raad en levenslessen in de vorm van een bedrukt kartonnen kaartje. 'Wat gisteren waar was, hoeft dat vandaag niet te zijn.' was zijn boodschap van vandaag. Gisteren vond ik al dat heiligenbeeldengedoe nog een tikje belachelijk. Nu besef ik dat het verschijnsel zo gek nog niet is.
Helaas viel het laatstgenoemde boek mij tegen. Na een aardige start, waarin ook bijvoorbeeld het Joodse geloof en de Islam belicht worden, richt Alain de Botton zich verder nog maar vrijwel geheel op de goede kanten van het Christelijke, en daarin dan weer voornamelijk op die van het Rooms Katholieke, geloof.
Komend uit een Protestants nest heb ik altijd een beetje vreemd tegen het Rooms-Katholicisme aangekeken. Al die overdaad in de kerkgebouwen, al die poespas met mannen in lange jurken en vooral al die beelden van zogenaamde heiligen.... moest dat nou allemaal zo nodig? Na de uitleg van De Botton ben ik dat alles wel wat beter gaan begrijpen. De Mariafiguur bijvoorbeeld. Zoeken wij niet allemaal wel eens in ons leven naar een moederfiguur bij wie we weer als een kind in de armen kunnen liggen? De afbeeldingen van het lijden van Jezus. Is het niet goed om, als je je eens niet zo lekker voelt, langs de 14 Kruiswegstaties in een kerk te kunnen lopen en dan te bedenken: 'Ach, zo rot heb ik het nou toch ook weer niet.'?
Eén van de meest opmerkelijke gedeeltes in het boek vond ik dit (aangaande heiligenbeelden):
Bovendien is het volgens het katholicisme nuttig om driedimensionale miniatuurversies van onze ideale vrienden bij ons in huis te kunnen zien. We moeten niet vergeten dat de meesten van ons in onze eerste levensjaren koesterende relaties hadden met beren en andere beesten, waartegen we konden praten en die zich op hun beurt stilzwijgend tot ons richtten. Hoewel ze niet bewogen, waren deze dieren er toch bedreven in met hun troostrijke en inspirerende persoonlijkheden tot ons door te dringen. We spraken tegen ze wanneer we verdrietig waren en voelden ons getroost wanneer we zagen hoe ze aan de andere kant van de slaapkamer stoïcijns namens ons de nacht uitzaten.
Toen bedacht ik opeens: 'Verrek..... ik heb ook zo'n 'teddybeer'!' In de hoek van mijn huiskamer staat het beeld van een mediterende Boeddhistische monnik. Ik ben blij dat hij daar iedere morgen weer zit en streel hem soms als een eerbiedige liefkozing over zijn gladde, kale schedel. Ik vraag hem dagelijks om raad en levenslessen in de vorm van een bedrukt kartonnen kaartje. 'Wat gisteren waar was, hoeft dat vandaag niet te zijn.' was zijn boodschap van vandaag. Gisteren vond ik al dat heiligenbeeldengedoe nog een tikje belachelijk. Nu besef ik dat het verschijnsel zo gek nog niet is.
maandag 24 september 2012
La Route Creative.
Het afgelopen weekend vond in Huizen La Route Creative plaats, een nieuwe kunstroute waarbij een kleine twintig enthousiaste kunstenaars hun werk tentoonstelden. Ik ben gek op dat soort gebeurtenissen. Het is zo ontzettend fijn om kennis te maken met kunst. Om je te laten verrassen; om je in weg te laten zakken. Je komt op zo'n route van alles tegen... veel moois en ook veel dat je minder kunt waarderen. Maar wat is mooi? Je wordt gewoon door het ene schilderij of beeldhouwwerk meer geraakt dan door het andere.
De eerste schilderes bij wie ik op bezoek ging was Janine Boot. Haar werk dat aan de muren hing sprak me direct aan. Het is natuurlijk in de eerste plaats ongelovelijk knap geschilderd. Laag over laag brengt zij de olieverf aan op het linnen, monochroom of met een zorgvuldig bij het karakter uitgezocht kleurgebruik. Toevoegingen als abstracte vormen en symboliek versterken het geportretteerde karakter. Daarnaast gaat er ook iets van haar schilderwerk uit.... iets dat herkenning oproept, iets dat je een spiegel voorhoudt.
Momenteel portretteert Janine een achttal archetypen aan de hand van 11 sterren en planeten. Ieder portret is een weerspiegeling van het temperament en de mystieke krachten die bij dat hemellichaam horen. De elegante kragen en kapsels van de, steeds vrouwelijke, typen geven haar werk iets tijdloos. Zij haalt inhoudelijk haar inspiratie uit de mythologie, psychologie, astrologie, kosmologie en morfologie. Het heeft 'een hoog Happinez-gehalte' zoals ik het samenvatte, zij noemt het magisch realistisch.
Het was zaterdagochtend het eerste adres dat ik bezocht en zondagmiddag ging ik tegen het einde van het kunstweekend nogmaals even bij haar langs om nog een kwartiertje te kunnen genieten van haar schitterende creaties, en........ laat ik eerlijk zijn..... van haar eigen schoonheid, want Janine is een prachtige vrouw. En daarmee werd voor mij, een klein beetje magisch realistisch, de cirkel gesloten.
De eerste schilderes bij wie ik op bezoek ging was Janine Boot. Haar werk dat aan de muren hing sprak me direct aan. Het is natuurlijk in de eerste plaats ongelovelijk knap geschilderd. Laag over laag brengt zij de olieverf aan op het linnen, monochroom of met een zorgvuldig bij het karakter uitgezocht kleurgebruik. Toevoegingen als abstracte vormen en symboliek versterken het geportretteerde karakter. Daarnaast gaat er ook iets van haar schilderwerk uit.... iets dat herkenning oproept, iets dat je een spiegel voorhoudt.
Momenteel portretteert Janine een achttal archetypen aan de hand van 11 sterren en planeten. Ieder portret is een weerspiegeling van het temperament en de mystieke krachten die bij dat hemellichaam horen. De elegante kragen en kapsels van de, steeds vrouwelijke, typen geven haar werk iets tijdloos. Zij haalt inhoudelijk haar inspiratie uit de mythologie, psychologie, astrologie, kosmologie en morfologie. Het heeft 'een hoog Happinez-gehalte' zoals ik het samenvatte, zij noemt het magisch realistisch.
Pluto. Pluto zorgt voor de dwang tot transformatie. Pluto daagt je uit om oude gewoonten en dingen los te laten om een nieuwe fase in te kunnen gaan. |
Het was zaterdagochtend het eerste adres dat ik bezocht en zondagmiddag ging ik tegen het einde van het kunstweekend nogmaals even bij haar langs om nog een kwartiertje te kunnen genieten van haar schitterende creaties, en........ laat ik eerlijk zijn..... van haar eigen schoonheid, want Janine is een prachtige vrouw. En daarmee werd voor mij, een klein beetje magisch realistisch, de cirkel gesloten.
zaterdag 15 september 2012
Aangrijpend zwart-wit.
Soms kom je zomaar, ergens in een krant, in een tijdschrift, een foto tegen die je aangrijpt.
Een groep jongens van, hoe oud zullen ze zijn? Een jaar of tien, twaalf, enkelen wat ouder. Bij geen van hen speelt er ook maar een spoor van een glimlach om de lippen. Het zijn ongetwijfeld bleekneusjes, want veel daglicht krijgen ze niet te zien, maar dat wordt verborgen door het vettig zwarte laagje dat hun gezichten bedekt. Gezichten waaruit alle hoop op betere tijden is verdwenen. Gezichten die je nooit meer vergeet. Jongens die kolen hakken bij een mijn in Pennsylvania. 1909.
Vanaf vandaag toont het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam een deel van het oeuvre van de sociaal bewogen fotograaf Lewis Hine die een eeuw geleden de harde leefomstandigheden in New York vastlegde.
Hij maakte zijn foto's op Ellis Island, de toegangspoort tot Amerika voor miljoenen Europese emigranten, en glipte de mijnen en fabrieken in om daar, meestal tegen de zin van de eigenaren, kinderen te fotograferen die voor een grijpstuiver in treurige omstandigheden moesten werken. Indringende portretten in zwart-wit zijn het geworden, aanklachten tegen miserabele leefomstandigheden.
De foto's zijn daar tot en met 6 januari te zien.
Een groep jongens van, hoe oud zullen ze zijn? Een jaar of tien, twaalf, enkelen wat ouder. Bij geen van hen speelt er ook maar een spoor van een glimlach om de lippen. Het zijn ongetwijfeld bleekneusjes, want veel daglicht krijgen ze niet te zien, maar dat wordt verborgen door het vettig zwarte laagje dat hun gezichten bedekt. Gezichten waaruit alle hoop op betere tijden is verdwenen. Gezichten die je nooit meer vergeet. Jongens die kolen hakken bij een mijn in Pennsylvania. 1909.
Vanaf vandaag toont het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam een deel van het oeuvre van de sociaal bewogen fotograaf Lewis Hine die een eeuw geleden de harde leefomstandigheden in New York vastlegde.
Hij maakte zijn foto's op Ellis Island, de toegangspoort tot Amerika voor miljoenen Europese emigranten, en glipte de mijnen en fabrieken in om daar, meestal tegen de zin van de eigenaren, kinderen te fotograferen die voor een grijpstuiver in treurige omstandigheden moesten werken. Indringende portretten in zwart-wit zijn het geworden, aanklachten tegen miserabele leefomstandigheden.
De foto's zijn daar tot en met 6 januari te zien.
vrijdag 14 september 2012
Toverlantaarn of...........?
Een alleraardigste mevrouw uit Zevenhuizen (Gr.) bood mij een aantal toverlantaarnplaatjes aan. Gratis. Natuurlijk mailde ik haar terug dat ik die plaatjes graag wilde hebben, dat de reis naar Zevenhuizen per Openbaar Vervoer wat bezwaarlijk voor mij was en of zij ze wilde opsturen. Dat was prima. Er ontstond een geanimeerde mailwisseling waarin zij op een gegeven moment mededeelde dat zij ook nog een toverlantaarn had gevonden en of ik die ook wilde hebben. 'Alleen' schreef ze, 'heb ik de indruk dat de filter ontbreekt.' Een filter in een toverlantaarn??? Ik vroeg haar of ze wel zeker wist dat het een toverlantaarn was en niet een koffiezetapparaat. Dat 'koffiezetapparaat' bleef daarna als een rode draad door de daarop volgende e-mails lopen. We maakten er talloze grappen over.
Toen het pakket bij mij werd afgeleverd werd mijn vermoeden bewaarheid. Dat 'filter' was natuurlijk de lens die ontbrak. Heel jammer, want op die manier zou hij natuurlijk nooit kunnen projecteren. Voortbordurend op onze grappen maakte ik nog even snel een foto die ik haar toestuurde om te laten zien dat het apparaat prima werkte.
Toen het pakket bij mij werd afgeleverd werd mijn vermoeden bewaarheid. Dat 'filter' was natuurlijk de lens die ontbrak. Heel jammer, want op die manier zou hij natuurlijk nooit kunnen projecteren. Voortbordurend op onze grappen maakte ik nog even snel een foto die ik haar toestuurde om te laten zien dat het apparaat prima werkte.
De lantaarn was een beetje een teleurstelling dus, maar de plaatjes die er bij zaten maakten alles weer goed. Leuke, lieflijke lantaarnplaatjes voor een kinderlantaarn in een overwegend uitstekende staat. Zomaar aangeboden door een alleraardigste mevrouw uit Zevenhuizen. Het zijn vaak de kleinste dingen die mij blij en gelukkig maken.
dinsdag 4 september 2012
Mijn Elektrieke (2)
..... en vandaag ben ik een hele tijd achter een man op een racefiets blijven hangen omdat ik het zo zielig voor hem vond ingehaald te worden door een oude man op een damesfiets.
maandag 3 september 2012
Mijn Elektrieke.
Drie echte ritten heb ik inmiddels gemaakt op mijn nieuwe fiets, 'de elektrieke', en ik kan niet anders zeggen dan dat ik, ondanks alle bezwaren, vooroordelen en weerstanden die ik tot nu toe had, nog geen seconde spijt heb gehad van mijn aankoop. Het fietsen op zo'n ding is in één woord gezegd, een genot.
Met zo'n elektrieke is het zo heel anders rijden dan als op een gewone fiets. Vroeger raakte ik soms ergens halverwege een lange tocht in paniek en dacht.... ohhhhh, we moeten nog zo vreselijk ver rijden en ik ben al zo moe. Nu maakt het me niks meer uit. Dat motortje brengt me wel thuis. Een wegomleiding was vaak een flinke onverwachte extra belasting. Nu lach ik er om; wat maken die paar extra kilometertjes nou uit? Zie ik een wegwijzer met een plaatsje dat me wel wat lijkt.... ik gooi gewoon het stuur om en breid m'n tocht uit met een kilometer of tien. Geen probleem, motortje brengt me wel weer thuis. Ik stap op de fiets zonder vooropgezet plan en improviseer voortdurend. Ga waar het me leuk lijkt.
Gisteren voor het eerst de accu opgeladen. De eerste keren moet je hem helemaal leeg rijden, zeiden ze in de fietsenwinkel, dus dat heb ik maar gedaan. De accu deed er wel zo'n 95 km over voordat hij in die toestand was. Ik heb uitsluitend in de Standaardmode gereden. In de Ecomode haalt hij waarschijnlijk nog meer kilometers. En dan zegt het instructieboekje: - In het begin kan de actieradius wat tegenvallen. Pas na een keer of 5 opladen is de accu op zijn volle conditie. - Nou, 95 km vindt ik al heel mooi voor een dagtrip. Valt me echt niet tegen.
Vandaag trok ik er weer op uit met een boordevolle accu, zonder vast plan. Eerst door de polder van Eemnes, de plek waarover Hans Dorrestijn ooit dichtte:
De wereld is een schepping van de duivel, van Mefistofeles
Het bewijs voor deze stelling is de polder van Eemnes.
Ach, Dorrestijn is, zoals we allemaal weten, een cabaretier met een zeer zwartgallige stijl en natuurlijk heeft hij ongelijk. De polder met zijn uitgestrekte weiden, idyllische sluisjes en kronkelige paadjes langs de Eem kent talloze schitterende plekken.
Met de pont over de Eem en dan richting Spakenburg/Bunschoten. Via een mooie weg die ik tot nu toe altijd heb laten liggen omdat het zo'n stuk om was. Nu konden die extra kilometers me niets schelen. In Spakenburg wilde ik het fietspad op langs het Eemmeer. Dat bleek te zijn afgesloten. Een wegomleiding, nog verdwaald ook, veel extra kilometertjes voordat ik weer op het pad was, ik lachte erom.
De brug bij Nijkerk naar de Flevopolder nam ik met gemak met zo'n 25 km/uur. Dan over het fietspad langs het water weer terug richting huis. Nog even aangelegd bij het Laakse Strand. Kleertjes uit, bammetje gegeten in de zon. Dat is vrijheid, dat is genieten!
Met zo'n elektrieke is het zo heel anders rijden dan als op een gewone fiets. Vroeger raakte ik soms ergens halverwege een lange tocht in paniek en dacht.... ohhhhh, we moeten nog zo vreselijk ver rijden en ik ben al zo moe. Nu maakt het me niks meer uit. Dat motortje brengt me wel thuis. Een wegomleiding was vaak een flinke onverwachte extra belasting. Nu lach ik er om; wat maken die paar extra kilometertjes nou uit? Zie ik een wegwijzer met een plaatsje dat me wel wat lijkt.... ik gooi gewoon het stuur om en breid m'n tocht uit met een kilometer of tien. Geen probleem, motortje brengt me wel weer thuis. Ik stap op de fiets zonder vooropgezet plan en improviseer voortdurend. Ga waar het me leuk lijkt.
Gisteren voor het eerst de accu opgeladen. De eerste keren moet je hem helemaal leeg rijden, zeiden ze in de fietsenwinkel, dus dat heb ik maar gedaan. De accu deed er wel zo'n 95 km over voordat hij in die toestand was. Ik heb uitsluitend in de Standaardmode gereden. In de Ecomode haalt hij waarschijnlijk nog meer kilometers. En dan zegt het instructieboekje: - In het begin kan de actieradius wat tegenvallen. Pas na een keer of 5 opladen is de accu op zijn volle conditie. - Nou, 95 km vindt ik al heel mooi voor een dagtrip. Valt me echt niet tegen.
Vandaag trok ik er weer op uit met een boordevolle accu, zonder vast plan. Eerst door de polder van Eemnes, de plek waarover Hans Dorrestijn ooit dichtte:
De wereld is een schepping van de duivel, van Mefistofeles
Het bewijs voor deze stelling is de polder van Eemnes.
Ach, Dorrestijn is, zoals we allemaal weten, een cabaretier met een zeer zwartgallige stijl en natuurlijk heeft hij ongelijk. De polder met zijn uitgestrekte weiden, idyllische sluisjes en kronkelige paadjes langs de Eem kent talloze schitterende plekken.
Met de pont over de Eem en dan richting Spakenburg/Bunschoten. Via een mooie weg die ik tot nu toe altijd heb laten liggen omdat het zo'n stuk om was. Nu konden die extra kilometers me niets schelen. In Spakenburg wilde ik het fietspad op langs het Eemmeer. Dat bleek te zijn afgesloten. Een wegomleiding, nog verdwaald ook, veel extra kilometertjes voordat ik weer op het pad was, ik lachte erom.
De brug bij Nijkerk naar de Flevopolder nam ik met gemak met zo'n 25 km/uur. Dan over het fietspad langs het water weer terug richting huis. Nog even aangelegd bij het Laakse Strand. Kleertjes uit, bammetje gegeten in de zon. Dat is vrijheid, dat is genieten!
Abonneren op:
Posts (Atom)