Een tijdje geleden liep ik tijdens de heenreis naar mijn vakantiehuisje een aanzienlijke vertraging op. Nou gebeurt dat natuurlijk zeeeeer regelmatig bij het reizen per spoor, maar dit keer was het wel heel bar. Ik heb daar gedetailleerd over geschreven in mijn vorige blog.
Vorige week dacht ik: 'Maar er bestaat toch zoiets als een geld-terug-bij-vertraging-regeling bij de NS. Volgens de regels voldoe ik ruimschoots aan de voorwaarden. Vanaf een vertraging van een uur heb je recht op teruggave van de volledige reissom. Voor mij vijftien euro. Best de moeite waard.' Gauw dus naar de NS-site, formuliertje invullen en...... kassa!
'Hoho, zegt de NS. 'Zo gemakkelijk gaat dat niet. Dan moet je je eerst inschrijven voor Mijn NS.'
Mìjn NS? Zo voel ik het niet bepaald, maar enfin, als dat zo moet dan moet het maar. Ik klik op Aanmelden en vul naam en wachtwoord in. Zo, dan kan ik nu........
'Hoho, zegt de NS. 'Niet zo snel! Ik wil wel eerst even het een en ander van u weten.'
Er volgt een lange lijst, waarin nog net niet gevraagd wordt naar mijn pincode en hoe vaak ik het doe. Er wordt een bevestigingsmail verstuurd naar mijn e-mail-adres. Daar moet ik dan weer op klikken om te verifiëren dat ik echt ben die ik ben. Maar dan kan ik toch eindelijk......
'Hoho, zegt de NS. 'Dat zou wel heel gemakkelijk zijn. Eerst nog een activeringscode invullen. We sturen een brief met de code naar uw huisadres.'
Drie dagen later ontvang ik brief met code. Gauw maar invullen nu, want dan hoor ik echt bij Mijn NS en mag ik het geld waar ik recht op heb terugvragen. Maar inderdaad.....
'Hoho, zegt de NS. 'Nu moet de OV-chipkaart nog worden gekoppeld aan Mijn NS. Jaja, u dacht dat het zo maar ging, maar mooi niet!'
Dus weer een lijst invullen en dan naar het station om mijn chipkaart voor de automaat te houden. Met dat magische gebaar wordt alles bekrachtigd. De techniek staat toch voor niets. En zou ik dan daarna echt.......?
Ik voer trillend van de spanning mijn koppelingscode in en krijg weer een lijst. Gelukkig, nu zijn er al een aantal gegevens ingevuld. Rekeningnummer moet nog worden ingevoerd. Logisch. Morgen gauw kijken of mijn geld er op staat.
'Hoho, zegt de NS via een mailtje. 'Zo gauw gaat dat niet. We gaan eerst eens even alles heel uitgebreid op ons gemak controleren en als we er ècht niet onderuit kunnen om te betalen, dan hoort u dit binnen zes weken. In dat geval maken we het geld naar u over. Wanneer? Ja, daar kunnen we natuurlijk niets over zeggen.'
Zes weken! Ik stel mij het gezicht voor van de conducteur die naar mijn treinkaartje vraagt en als antwoord krijgt: 'Beste man, Ik zal uw verzoek zes weken lang in overweging nemen en als blijkt dat u er recht op hebt dan stuur ik u dat kaartje nog wel toe. Eh....... wanneer mij dat zo eens een keertje uitkomt, maar dat spreekt vanzelf. '
dinsdag 19 november 2013
zaterdag 2 november 2013
Ze heette dit keer Marieke.
Kort geleden ben ik er een weekje tussenuit geweest. Kleine vakantie in Holten.
Vrijdagmiddag ging ik vroeg van huis. Volgens de Reisplanner zou ik zo'n kleine twee uur later het door mij gehuurde huisje kunnen binnengaan. Het liep echter allemaal anders. De borden op het station gaven het al aan: tussen Apeldoorn en Deventer zouden voorlopig geen treinen rijden. Aangeraden werd via Zwolle te reizen. Er waren bussen ingezet. Geen leuk bericht wanneer je daar staat met een loodzware trolley vol bagage. In de internationale trein naar Duitsland, waarmee ik tot Deventer kon reizen, werd omgeroepen dat ook deze trein via Zwolle zou gaan. Daar zou hij niet stoppen. Nou ja, dacht ik, dan hoef ik daar in ieder geval niet over te stappen en te zoeken. Gewoon een stuk later in Deventer, dat was nou ook weer niet zo'n ramp.
Maar, bij de NS kan het altijd nog erger. Dicht bij Zwolle, bij 't Harde, stopte de trein onverwacht aan het perron. Mededeling door de luidsprekers: er stond een defecte goederentrein op het traject en daar konden we niet omheen. Deuren open. Bellende mensen. Rokende mensen. Vragende mensen. Tegenstrijdige berichten van conducteurs. Reizigers naar verkeerd perron gestuurd. Chaos alom. Na lange tijd werd ons aangeraden met de stoptrein naar Zwolle te reizen. Misschien (!) zou dat sneller gaan. Wat te doen? Ik deed het maar en reisde in een sukkeldrafje tot Zwolle. Verder gingen er geen treinen richting Deventer. Dus informatie ingewonnen bij iemand met een rode pet.
Er zijn bussen ingezet naar Deventer, zei hij. Ja, waar staan die dan, vroeg ik. Ergens achter het station, was het antwoord. Ergens????? Ik liep met een loodzware koffer en moest verschillende hoge trappen op en af. De ervaring heeft mij geleerd dat in dat soort gevallen de NS de zoek-het-zelf-maar-uit-politiek hanteert. In mijn wanhoop deed ik wat ik altijd in noodgevallen doe: ik riep de hulp in van mijn beschermengel.
En daar was ze, mijn Guardian Angel. Dit keer heette ze Marieke en was ze vermomd als een jonge vrouw van in de twintig. Zij moest ook naar Deventer en moest dus ook die bus zien te vinden. Ze zag waarschijnlijk de wanhoop op mijn gezicht en knikte mij bemoedigend toe. Kom maar mee, zei ze, we komen er wel uit.
Wij samen naar de achterkant van het station. Trappen op en trappen af, want de liften waren overbezet. Aan de achterkant geen bus te zien. Ook geen roodpetten, ook geen pijlen, ook geen borden. Typisch NS dus. Wat was ik blij met Marieke. Na een tijdje vruchteloos zoeken keerden we weer terug naar de perrons. Weer een roodpet aangeschoten en wat zei deze man? Kijk, daar beneden staat de internationale trein, die kunt u nemen als u snel bent.
We renden de trap af naar de trein, waar we werden opgewacht door een lachende conductrice die ons nog herkende. We zaten amper of hij begon al te rijden. We waren dus gewoon precies op de goede tijd op precies de goede plek geweest. Stel je voor dat we hem net voor onze neus hadden zien wegrijden! Ja, achteraf gezien hadden we gewoon moeten blijven zitten. Maar dan had ik Marieke niet ontmoet en dan had ik niet een deel van de reis het aangename gezelschap gehad van een lieve, jonge vrouw.
In Deventer werd zij opgewacht door haar broer, maar zij hielp mij nog even met het vinden van de aansluiting naar Holten en samen brachten ze mij naar het perron.
Mag ik je een kus geven, Marieke, vroeg ik. Dat mocht.
Vrijdagmiddag ging ik vroeg van huis. Volgens de Reisplanner zou ik zo'n kleine twee uur later het door mij gehuurde huisje kunnen binnengaan. Het liep echter allemaal anders. De borden op het station gaven het al aan: tussen Apeldoorn en Deventer zouden voorlopig geen treinen rijden. Aangeraden werd via Zwolle te reizen. Er waren bussen ingezet. Geen leuk bericht wanneer je daar staat met een loodzware trolley vol bagage. In de internationale trein naar Duitsland, waarmee ik tot Deventer kon reizen, werd omgeroepen dat ook deze trein via Zwolle zou gaan. Daar zou hij niet stoppen. Nou ja, dacht ik, dan hoef ik daar in ieder geval niet over te stappen en te zoeken. Gewoon een stuk later in Deventer, dat was nou ook weer niet zo'n ramp.
Maar, bij de NS kan het altijd nog erger. Dicht bij Zwolle, bij 't Harde, stopte de trein onverwacht aan het perron. Mededeling door de luidsprekers: er stond een defecte goederentrein op het traject en daar konden we niet omheen. Deuren open. Bellende mensen. Rokende mensen. Vragende mensen. Tegenstrijdige berichten van conducteurs. Reizigers naar verkeerd perron gestuurd. Chaos alom. Na lange tijd werd ons aangeraden met de stoptrein naar Zwolle te reizen. Misschien (!) zou dat sneller gaan. Wat te doen? Ik deed het maar en reisde in een sukkeldrafje tot Zwolle. Verder gingen er geen treinen richting Deventer. Dus informatie ingewonnen bij iemand met een rode pet.
Er zijn bussen ingezet naar Deventer, zei hij. Ja, waar staan die dan, vroeg ik. Ergens achter het station, was het antwoord. Ergens????? Ik liep met een loodzware koffer en moest verschillende hoge trappen op en af. De ervaring heeft mij geleerd dat in dat soort gevallen de NS de zoek-het-zelf-maar-uit-politiek hanteert. In mijn wanhoop deed ik wat ik altijd in noodgevallen doe: ik riep de hulp in van mijn beschermengel.
En daar was ze, mijn Guardian Angel. Dit keer heette ze Marieke en was ze vermomd als een jonge vrouw van in de twintig. Zij moest ook naar Deventer en moest dus ook die bus zien te vinden. Ze zag waarschijnlijk de wanhoop op mijn gezicht en knikte mij bemoedigend toe. Kom maar mee, zei ze, we komen er wel uit.
Wij samen naar de achterkant van het station. Trappen op en trappen af, want de liften waren overbezet. Aan de achterkant geen bus te zien. Ook geen roodpetten, ook geen pijlen, ook geen borden. Typisch NS dus. Wat was ik blij met Marieke. Na een tijdje vruchteloos zoeken keerden we weer terug naar de perrons. Weer een roodpet aangeschoten en wat zei deze man? Kijk, daar beneden staat de internationale trein, die kunt u nemen als u snel bent.
We renden de trap af naar de trein, waar we werden opgewacht door een lachende conductrice die ons nog herkende. We zaten amper of hij begon al te rijden. We waren dus gewoon precies op de goede tijd op precies de goede plek geweest. Stel je voor dat we hem net voor onze neus hadden zien wegrijden! Ja, achteraf gezien hadden we gewoon moeten blijven zitten. Maar dan had ik Marieke niet ontmoet en dan had ik niet een deel van de reis het aangename gezelschap gehad van een lieve, jonge vrouw.
In Deventer werd zij opgewacht door haar broer, maar zij hielp mij nog even met het vinden van de aansluiting naar Holten en samen brachten ze mij naar het perron.
Mag ik je een kus geven, Marieke, vroeg ik. Dat mocht.
Abonneren op:
Posts (Atom)