zondag 18 juli 2010

Engeltje of duiveltje?

Je komt ze nog wel eens tegen in stripverhalen: een engeltje en een duiveltje die, gezeten op de schouders van een van de hoofdrolspelers, hem beurtelings hun raadgevingen in de oren fluisteren. De hoofdpersoon valt ten prooi aan vertwijfeling. Naar wie moet hij luisteren? Eigenlijk naar het engeltje natuurlijk, maar het duiveltje weet het zo mooi en verleidelijk te brengen.....


Zo voel ik mij ook nu mijn buik weer abominabele proporties heeft aangenomen. Dat komt ergens vandaan natuurlijk. Gewoon veel te veel eten en vooral te veel snoepen en snaaien.

Het engeltje op mijn schouder zegt nu: Stoppen met dat snoepen. Je kunt best zonder. De beloning is groot: een fraaie, platte stevige buik waar je trots op kunt zijn. Even doorbijten, zo erg is het niet...

Het duiveltje op de andere schouder grijnst, en fluistert in mijn andere oor: Wat kan jou die buik nou schelen? Je moet van het leven genieten. Lekker eten. Lekker snoepen. Straks ga je dood, gezond en met een platte buik, maar zonder van al dat lekkers genoten te hebben.

Wie gaat er winnen? Voorlopig het duiveltje. Mijn verjaardag komt eraan en ik kan het niet opbrengen niet mee te snoepen met de gasten.

En daarna...............? O, wat is het leven soms moeilijk!

(c) foto: anoniem, internet.

woensdag 14 juli 2010

Oorwurm

Soms heb je zo'n melodietje dat de hele dag in je hoofd blijft doordrenzen. De Engelsen noemen het een earworm, een oorwurm dus. Of er een Nederlandse uitdrukking voor bestaat zou ik niet weten.

Waar ik ook stond, zat of ging, steeds klonk weer het melodietje in mijn hoofd: pom pom pojem, pom pom pom pojem, pom pom pom pom... pom pom!

Hoe heette dat liedje nou toch, waar kende ik het van, waar had ik het eerder gehoord??? Ik had echt geen idee, kon er met de beste wil van de wereld niet opkomen. Pom pom pojem...... Tot ik de televisie aanzette en het sterblok over mij heen kreeg. Pom pom pojem..... daar had je hem. Het was die reclame met een behoorlijk gekke man die het plastic emmertje van een of ander toetje als een hoedje op zijn hoofd zet en steeds maar iedereen verzekert dat het feest is.

Wat kan zo'n reclame diep doordringen in een mensengeest! Maar is zij ook effectief? Ik weet het niet.... ik ken nu het liedje, weet dat het te maken heeft met een toetje, zie die rare man zo voor me, maar wat de naam van dat toetje was? Geen idee.

dinsdag 13 juli 2010

Voeballuhhhh! (2)

Kan het nog gekker? Meestal vier je een feestje wanneer je iets gewonnen of behaald hebt, een wedstrijd of een diploma. In Nederland worden voetballers die na een paar spelletjes uiteindelijk jammerlijk verloren hebben, door MP en koningin als helden ontvangen, geridderd, rondgevaren door de grachten en toegejuigd door honderdduizenden malloten, samengestroomd op een plein.

Ik ben geen voetbalkenner en dat wil ik zo houden ook, maar deskundigen om mij heen zeggen unaniem dat die laatste wedstrijd slecht en onsportief gespeeld werd, met een regen aan gele kaarten. Ook buitenlandse kranten hebben geen goed woord over voor de rol van Nederland in deze wedstrijd.

Het maakt dus niets meer uit of je wint of verliest en zelfs niet eens hòe je verliest. Het gaat gewoon om dat feestje. Volgende keer bij een WK dus gewoon de voetballers thuis laten en meteen een feestje organiseren op het Museumplein. Scheelt in ieder geval een heleboel verkwiste televisiezendtijd, voorbeschouwingen, nabeschouwingen, analyses, herhalingen, oeverloos-gelulprogramma's, enz. enz. enz. Gekker kunnen we het niet maken, eenvoudiger wel.

zondag 11 juli 2010

De Vraag.

In het begin wordt je de vraag tot vervelens toe gesteld.
Daarna wordt het minder.
Later nog minder.

En na een jaar gebeurt het nog een enkele keer,
na twee jaar
nooit meer.

Niemand meer
die vraagt:

Hoe gaat het nu met je?

(en dan niet als een beleefdheidsfrase
maar uit een welgemeende interesse.)

Voor een rouwproces bestaat een afgemeten tijd. De eerste tijd mòet je rouwen; het wordt je zelfs kwalijk genomen wanneer je dat nìet doet. 'Dan heeft hij zeker nooit echt om zijn vrouw gegeven...'

Al vrij snel vindt men dat je de draad toch weer moet oppakken, dat het leven verder gaat, dat je het zo goed redt alleen. Alle blahblah wordt uit de kast gehaald. De vraag wordt soms nog wel een keer gesteld, maar voordat je een eerlijk antwoord hebt kunnen geven wordt er overheen gepraat, doodsbang dat het wel eens negatief zou kunnen uitvallen.

En na twee jaar.......



dan moet het maar eens over zijn.

Er is nog zoveel moois in het leven, zeggen ze dan, je hebt toch nog je kinderen/kleinkinderen/huis/vrienden/computertje/gezondheid en vul maar in.

Jawel, ik heb dat allemaal, maar er is twee jaar geleden een gat in mijn leven gevallen en dat gat is er nog steeds. Het laat zich niet dichten door de tijd.

zaterdag 3 juli 2010

Voeballuhhhh!

Als ik èrgens verschrikkelijk, ontzettend, vreselijk de pest aan heb dan is het wel aan voetbal. In het bijzonder aan het WK voetbal, en nog meer in het bijzonder aan de ronduit beschamende gekte daar omheen.

Ik kan me met de beste wil van de wereld niet verplaatsen in de geesten van de mensen die voetbal leuk vinden, die zich opwinden tijdens een wedstrijd, die uit hun bol gaan wanneer 'hun' club gewonnen heeft. Of Nederland nu wint of verliest, het zal me een worst wezen en ook nog eens een bolle zorg zijn, hoewel.... ik hoopte stiekem vanaf de eerste wedstrijd wel al dat ze zouden verliezen, des te eerder zou de ergste gekte immers voorbij zijn?!

Een stel min of meer volwassen kerels die in hun korte broek achter een bal aan lopen te rennen! Op het trapveldje voor je huis met je kinderen is dat oké, maar dat doe je toch niet voor het oog van de wereld! Het zal je vader maar zijn die daar over het veld gaat, de volgende dag durf je toch niet meer naar school toe!

'WIJ hebben gewonnen.' brult heel Nederland als een gek na zo'n wedstrijd. Wie zijn die 'wij' dan wel? Die dikbuikige huisvader die met bier en chips onderuitgezakt op de bank tv zit te kijken? Die kittige vrouwtjes die er niet over zullen denken ook maar een klein trapje tegen een bal te geven met hun glanzende pumps? De randdebielen die toeterend en schreeuwend door het dorp trekken? WIJ hebben helemaal niks gewonnen. Het zijn die elf jongen op het veld die gewonnen hebben. Gewoon, een spelletje. Moeten wij ons daarover nu zo opwinden?

Wanneer er nou nog eentje bij was die een verre achterneef van mij was of iemand die in de straat woonde. Misschien zou ik het dan wellicht, eventueel, een heel klein beetje leuk voor hem vinden als zijn club gewonnen had. Maar al deze kerels zijn vreemden voor me. Ik ken ze niet en ik wil ze ook niet kennen, want ik heb helemaal niks met ze. Het verheugt mij bijvoorbeeld oneindig veel meer wanneer mijn zesjarige kleindochter heeft gewonnen met hockey!

Natuurlijk besefte ik al op jonge leeftijd dat ik afwijkend gedrag vertoonde en ik heb dan ook echt mijn best gedaan erbij te gaan horen. Met een groepje 'sportliefhebbers' schaarde mij op de bank en deed net of ik het leuk vond. Tijdens het orgastische gebeuren om mij heen viel ik halverwege de wedstrijd in slaap. Het kon mij totaal niet boeien. Zo saai..... Al die wedstrijden waren toch allemaal precies hetzelfde, alleen de kleur van de shirtjes verschilde. En als je een bal richting doel schoot dan kon hij landen naast de palen (de meeste kans) er tussen in (kleine kans) of precies tegen een paal (nog kleinere kans, dus van mij zouden ze daar twee punten voor mogen geven, maar dat gebeurde dan weer niet). Zo simpel was het.

Mijn pogingen 'normaal' te worden hebben niet mogen baten. De enige troost is dat er honderdduizenden zijn zoals ik. Alleen...... zij verdrinken in het gewoel en gejuich om hen heen en hun stem wordt niet gehoord. Het enige dat er op zit is geduldig wachten totdat het allemaal weer voorbij zal zijn. Totdat WIJ gewonnen zullen hebben of ZIJ verloren.